Volgens het Wereldvoedselprogramma wordt een derde van het voedsel dat voor mensen wordt geproduceerd verspild. Een nieuw onderzoek laat uiteraard opnieuw zien dat het verminderen van deze voedselverspilling de wereldwijde voedselzekerheid in ecologisch opzicht verbetert. Maar door het economische rebound effect vertaalt voedselverspilling zich niet per definitie 1-op-1 in milieuwinst.

Het Amerikaans-Brits-Zweedse onderzoek, gepubliceerd in Nature Food, stelt dat wanneer voedselverspilling wordt teruggedrongen de hoeveelheid voedsel die op de markten beschikbaar is, toeneemt. Dat resulteert in lagere voedselprijzen.

Meer consumptie; 53-71% effect gaat weer verloren
De onderzoekers stopten de economische effecten van minder verspilling in een model dat de verspillingsreductie niet van prijsverhogende maatregelen vergezeld laat gaan. Ze berekenden de effecten en kwamen tot de conclusie dat maar liefst 53% tot 71% van vermeden voedselverspillingen weer verloren gaan door extra aankopen. Dat vertaalt zich meteen in vergelijkbaar minder koolstofemissies, landgebruik, watergebruik en voedselzekerheid.

Ons model deed in wezen het handboek micro-economie nog eens over: het verminderen van voedselverspilling verschuift de vraag- en aanbodcurves
Wie niet kijkt naar de economische effecten van meer voedsel, komt dus bedrogen uit. Minder verspilling gaat gepaard met gelijktijdige effecten die naar andere dan ecologische wetmatigheden luisteren. Denk vooral aan efficiëntieverbeteringen. Die leiden tot meer voor humaan gebruik geschikt voedsel in het productiesysteem. Dat leidt tot prijsdalingen en, daarom, tot toename van de consumptie. En daardoor gaan uiteindelijk de vermeden verspillingen weer verloren.

"Stel dat de prijs van granen daalt door verbeteringen in de efficiëntie van het voedselsysteem. Dan kun je meer eten dan voorheen", zegt Margaret Hegwood, de hoofdauteur van het artikel, op FoodNavigator. "Consumenten reageren op deze prijsdalingen door meer te kopen dan ze voorheen deden, wat een deel van de voordelen van het verminderen van voedselverspilling en -verlies in rook laat opgaan."

"Het elimineren van voedselverspilling en voedselverlies is door wetenschappers en voorstanders gepromoot als een manier om de nadelige milieu-impact van voedselproductie te verminderen", laat haar medeauteur Steven Davis weten. En die gedachtegang staat natuurlijk als een huis. De verliezen en verspilling via de toeleveringsketen zijn volgens de officiële bronnen goed voor een kwart van de wereldwijde broeikasgasemissies van het voedselsysteem. Dat komt neer op 6% van de totale emissies wereldwijd.

Het handboek ontdekt
"Ons model deed in wezen het handboek micro-economie nog eens over: het verminderen van voedselverspilling verschuift de vraag- en aanbodcurves", zegt Matt Burgess die ook meewerkte aan het artikel. Met andere woorden: we ontdekten een waarheid die je op de middelbare school al leert. Davis voegt toe: "Er zit een spanning tussen de twee doelstellingen van het elimineren van voedselverspilling en het vergroten van de voedselzekerheid. Het verbeteren van de efficiëntie van de toeleveringsketen en daardoor het verlagen van de voedselkosten kan helpen om voedsel betaalbaarder te maken in minder bevoorrechte landen. Maar, vooral in die landen, moeten we onze verwachtingen over de milieuvoordelen van het vermijden van verspilling en verlies mogelijk aanpassen."

Om het kort te zeggen: de markt zit de ecologische voordelen van het terugdringen van voedselverspilling in de weg. Toch is beperking van voedselverspilling misschien wel de belangrijkste maatregel om het voedselsysteem te verduurzamen. Om het effect van het terugdringen van verspilling gelijk te laten te zijn aan het ecologisch te verwachten effect, moet je de productie net zo snel verminderen als je de verspilling terugdringt. Ook dat is een economische waarheid als een koe.

WUR MAGNET en EU-beleid
Onlangs besteedde Foodlog aandacht aan het MAGNET-model van Wageningen Economic Research. Dat model onderzoekt de economische, sociale en milieu-effecten van het verminderen van voedselverspilling. De Wageningse onderzoekers voorzien honderden euro's besparing per huishouden door minder weg te gooien, waardoor de prijzen zullen dalen, Europa meer zal kunnen exporteren en ook het milieu nog eens beter af is. Maar dan moeten de Europeanen het bespaarde voedsel dus wel meteen van hun eigen markt weghouden, zoals de Nature-onderzoekers hierboven de facto laten zien. Het zou ook betekenen dat voedsel niet goedkoper, maar juist duurder wordt omdat het aangeboden volume (en niet de besparing) bepalend is voor de prijs die consumenten uiteindelijk betalen.

De discussie over de sociaal-economische gevolgen van voedselverspilling is relevant. De Green Deal van de Europese Commissie wil de hoeveelheid voedselafval in de Unie halveren tegen 2030. Dat is een doelstelling die is afgeleid van de mondiale Sustainable Development Goals van de VN en heeft in de EU gestalte gekregen in de Farm to Fork Strategy. In 2030 moeten verwerking en productie van voedsel 10% minder voedselverspilling opleveren en 30% minder in de detailhandel en gebruik door consumenten.
Dit artikel afdrukken