We zouden moeten kiezen voor strenge stikstofnormen, niet in het minst om het mogelijk te maken om nieuw hoogveen te laten ontstaan. Want we hebben veel te danken aan dit belangrijkste wilde ecosysteem dat we in Nederland kennen.

Natuurbescherming subjectieve keuze
Natuurbescherming is subjectief. Waarom beschermen we wel de leeuw en niet het aidsvirus? Allebei zijn het wonderlijke resultaten van de evolutie en beide zijn dodelijk voor mensen. Subjectiviteit is geen wetenschap maar we hebben het wel nodig bij belangrijke beslissingen. We kunnen het proces van verliefdheid biochemisch helemaal uiteenrafelen en kunnen veel zeggen over de omstandigheden waarin verliefdheid ontstaat, maar dit leidt niet tot een voorspelling over je toekomstige levenspartner, ook niet of dat een succes gaat zijn. Betawetenschap is hard en helder, maar doet geen uitspraken over de meest wezenlijke zaken. Daar hebben we subjectiviteit voor nodig.

Voor collectieve subjectieve beslissingen is een verhaal nodig, dat de samenleving accepteert. In het geval van natuurbescherming is dat ongeveer zo opgebouwd:
1. We vinden dat we de aarde moeten delen met andere organismen;
2. We zoeken criteria waarop we keuzes maken. Een daarvan is het behoud van het van nature voorkomende wilde ecosysteem. Er zijn ook andere criteria, maar die zijn voor stikstofproblematiek een zijspoor.

Betawetenschap is hard en helder, maar doet geen uitspraken over de meest wezenlijke zaken. Daar hebben we subjectiviteit voor nodig
Het wilde ecosysteem is klimaatafhankelijk en daardoor veranderlijk. In Nederland is het klimaat al ca. 10.000 jaar min of meer stabiel (gematigd en regenrijk). In dit klimaat zijn in vlakke gebieden moerassen en venen ontstaan. Er was immers veel regen en de regen kon slecht wegstromen. Na een tijdje ging in die moerassen regenwater overheersen en ontstond veenmos. Nergens op aarde is dat zo massaal gebeurd als in de vlakkere delen van Nederland. Tussen ca. 8000 tot 10.000 jaar geleden was 60% van het oppervlak van Nederland bedekt met veen en het leeuwendeel van die venen bestond uit veenmos.

Bijzondere eigenschappen van veenmos
Veenmos is een mosje zonder wortels, zonder transportweefsel, zonder bloemen en zonder zaden. In onze hiërarchische taxonomie is het een primitieve plant. Deze ‘primitieve’ plant is echter wel wereldkampioen water vasthouden. Het plantje kan tot 95 % water bevatten, dat het in holtes opslaat. Veenmos is in staat de verdamping uit te schakelen, want eenmaal droog, verandert het van groen, rood of bruin in wit. Witte oppervlaktes weerkaatsen de hitte en een uitgedroogde spons geleidt geen warmte.

Veenmos Ed BuijsFotocredits: Ed Buijs


Veenmos kan functioneren als groep, net als mensen. Dat biedt enorme voordelen. Dicht tegen elkaar groeiend kunnen ze zich bij een regenwateroverschot eindeloos uitbreiden, in horizontale en verticale richting. Een veenmosveen kan tientallen kilometers in diameter zijn en sommige zijn wel 25 meter dik. Als je een veen ziet als organisme, dan heb je het over een boom van 10 km in doorsnede die soms tientallen meters hoog is.

Nog iets bijzonders: Veenmos kan vrijwel zonder meststoffen groeien, en dit is - blijkt verderop in het verhaal - cruciaal. Een paar andere wereldrecords: 50% van alle koolstof in de bodem is opgeslagen op 3% van het landoppervlak, in venen (de rest zit in bossen en graslanden). Het grootste deel van die venen is veenmos.

Hoogveen is ons belangrijkste wilde ecosysteem
Veenmos vormt op zijn beurt hoogveen. Nederland is voor een groot deel bedekt geweest met hoogveen omdat ons land uitstekende omstandigheden bood voor hoogveenvorming. Hoogveen is ons belangrijkste wilde ecosysteem. Veenmos is belangrijk in onze historie, om meerdere redenen.

Militair
Veenmos is, ten eerste, belangrijk geweest voor de vorming van onze landsgrenzen. Het is geen toeval dat tussen de Rijn bij Beek en Nieuwerschans een keten van hoogvenen aan onze grens ligt. Hoogvenen zijn ontoegankelijk, ook voor soldaten. Een betere waterlinie kun je niet maken. De oostgrens van Nederland is door veenmos gevormd. Deze veenmosgrens heeft een grote bijdrage geleverd aan het verdedigen van de welvaart die Holland heeft opgebouwd. Oostelijke legers konden immers vrijwel alleen ten noorden (bij Nieuweschans) of ten zuiden van de Rijn Nederland binnenvallen. Twee bolwerken, bij Bourtange en bij Coevorden, waren genoeg om 150 km grens te bewaken.

Handel
Ten tweede speelde dit wilde ecosysteem een rol in de handel. In de 8e eeuw herondekten de Friezen (later ook bekend als Vlamingen, Zeeuwen, Hollanders) het ruilmiddel geld. Ze gingen handeldrijven met de in het binnenland gelegen gebieden. Deze handel werd echt omvangrijk toen ze iets bijzonders konden maken wat ze goed konden vervoeren en verkopen: zoute haring. Voor het noodzakelijke zout (onder andere voor haringkaken) werden de brakke verdronken hoogvenen in Zeeland en Vlaanderen verbrand (selnering). Namen als Moerkerken en de Ierseke moer herinneren aan het veenverleden van Zeeland en Vlaanderen.

Brandstof
Ten derde was veenmos belangrijk als brandstof. Europa kende een brandstofcrisis in de late middeleeuwen. Er waren te veel mensen en het hout groeide niet snel genoeg om voldoende energie te bieden. Bovendien was hout nodig voor de bouw van huizen en schepen. Het gebied dat zich aan deze malaise onttrok was Holland. Hier lagen zoete hoogvenen vlakbij plekken waar steden ontstonden door de handel. Men baggerde in dat gebied veen op en maakte er turf van. Het uitdrogende land werd vruchtbaar landbouwland. Dit leidde weer tot een bevolkingsexplosie. De groeiende bevolking bracht belasting binnen en leverde soldaten voor de graafschappen Holland en Vlaanderen. Die ontwikkelden zich daarmee in korte tijd (twee eeuwen) van grotendeels onbewoond gebied tot enkele van de meest welvarende en machtigste graafschappen van Europa. Indirect voordeel van veen als brandstof is dat in veenrijke gebieden minder bomen hoefden te worden gekapt waardoor er hout overbleef voor o.a. scheepsbouw. Uiteindelijk is Nederland daar het rijkst mee geworden.

We willen de aarde delen met andere organismen. Hoogveen is ons belangrijkste wilde ecosysteem en als Nederlanders zijn we er bijzonder schatplichtig aan. Het verdient niet alleen een plek in de canon van onze geschiedenis, maar ook als levend ecosysteem in ons land
Substraat
Ten vierde speelde veenmos een rol als substraat. De Vlaamse en Nederlandse tuinbouw is van wereldklasse en dat is al heel lang zo. Dit komt mede door de aanwezigheid van veenmos als substraat voor jonge plantjes. Het ongeëvenaarde vermogen om vocht vast te houden, samen met een paar andere handige eigenschappen (het bevat geen onkruidzaden en is heel zacht) maakt het tot het ideale kiemmilieu voor planten. Onze tuinbouw bestaat uit eenjarige gewassen dus er moet nogal wat kiemen. Nog steeds gebruikt Nederland jaarlijks 4 miljoen ton veenmossubstraat, vooral in de tuinbouw. Nederland is daarmee een van de grootste gebruikers ter wereld.

Bodem verhogend
Tot slot speelt veenmos een rol bij het bewoonbaar maken van de bodem. De Rijndelta is een bekken dat zakt. Het is ontstaan door sediment dat is aangevoerd door rivieren. Op dat sediment zijn hoogvenen gegroeid. Die voegden soms wel 10 meter hoogte toe aan het land, waarmee het beter bewoonbaar werd. In West-Nederland wonen we letterlijk op veenmos.

Veenmos is dus de leverancier van fundamentele en rijkdom genererende assets. Daarom verdient het een plek in de Nederlandse canon van de geschiedenis.

Stikstofdepositie ondermijnt hoogveen
Veenmos dat groeit in een verband in een hoogveen is een waanzinnig krachtig ecosysteem. Er zijn dan ook maar weinig natuurlijke fenomenen die een hoogveen kunnen deren: gletchers, extreme droogte, verdrinking en afkalving. Mensen hebben daar een paar aan toegevoegd: ontwatering, afgraving én stikstofdepositie - meer over stikstofdepositie later. Nergens heeft ontwatering en afgraving op zo’n omvangrijke schaal plaats gevonden als in Noordwest-Europa, met Nederland als centrum.

In 1880, toen het eerste bewustzijn van natuurbescherming ontstond, was al het veen in Nederland en aangrenzend Duitsland, al zwaar aangetast. De hoeveelheid veen was nog enorm, maar overal was al gegraven en ontwaterd. We weten niet hoe het hoogveen er in Nederland uitzag in de oorspronkelijke, natuurlijke staat. Referenties elders in Europa zijn maar beperkt bruikbaar want ecosystemen reageren op het lokale klimaat. De ontginningen creëerden veel maatschappelijke waardering, want in die tijd had Nederland enorme welvaartsproblemen. En de ontginning van venen hielpen die een beetje te ontlasten, door de opbrengst van turf en het beschikbaar komen van grond die iets beter te bewerken was.

Ontstaan van natuurbesef
Pas toen we de natuur ‘eronder kregen’ met kunstmest, mechanische hulpmiddelen om het land te ontginnen, wetenschappelijke kennis om de landbouw efficiënter te maken en marketing om onze producten af te zetten, ontstond natuurbesef. Dit vloeit voort uit een eenvoudige wet: als we ons bewust worden van schaarste, wordt het waardevol, alles van waarde is weerloos en de weerloosheid mobiliseert een maatschappelijke kracht. De stikstofcrisis is een uitvloeisel van een maatschappelijke strijd tussen natuurbesef en landbouwontginning die nu al 160 jaar gaande is.

Hoogveen speelt in deze strijd een hoofdrol omdat het van alle ecosystemen het heftigst reageert op stikstofdepositie. Onder natuurlijke omstandigheden is er nauwelijks stikstof beschikbaar in zo’n hoogveen, er is alleen maar regenwater, een beetje stuifmeel en af en toe wat vulkanische as of woestijnzand. Alles dat valt aan voedingsstof beïnvloedt de soortsamenstelling.

Stikstof zorgt voor schaduw
De hoogveenvormende veenmossen zijn liefhebbers van zonlicht. Als er door stikstofdepositie of andere redenen meer planten gaan groeien die de boel beschaduwen gaat het minder goed met het hoogveen. Daarom is de norm waaraan de lucht moet voldoen voor een goed ecosysteem in hoogvenen zo laag. En daarom pleiten mensen die last hebben van die norm voor het opgeven van de ambitie om ten minste een klein beetje hoogveen terug te krijgen.

Ik vind dat afkeurenswaardig. We willen de aarde delen met andere organismen. Hoogveen is ons belangrijkste wilde ecosysteem en als Nederlanders zijn we er bijzonder schatplichtig aan. Het verdient niet alleen een plek in de canon van onze geschiedenis, maar ook als levend ecosysteem in ons land.
Dit artikel afdrukken