Kort 18 feb in de Media

Bacardi wil dat de Amerikaanse overheid een besluit tot het toekennen van de rechten van het Havana Club label aan Cuba, terugdraait. Dat meldt de BBC. Hiermee lijkt er nog geen eind te komen aan de strijd tussen Bacardi en Cuba om de rechten op de naam Havana Club.

Bacardi voert al jaren een juridische strijd met de Cubaanse overheid en drankengigant Pernod Ricard die eigenaar is van het merk Bacardi. Pernod Ricard heeft de wereldwijde handelsrechten van Havana Club in handen, behalve die rechten in de VS.

Cubaanse verzoeken om deze rechten te verkrijgen werden telkens door het US Office of Foreign Assets Control (OFAC) afgewezen. Nu de betrekkingen tussen beide landen aan het verbeteren zijn, honoreerde het OFAC een nieuw Cubaans verzoek alsnog. Afgelopen januari kende de Amerikaanse overheid de rechten op de naam Havana Club toe aan de Cubaanse overheid. Zodra het embargo is opgeheven, mogen ze het merk uitbaten.

Destilleerder Bacardi is not amused. Sinds de jaren 90 verkopen ze in de VS rum onder de naam Havana Club. De familie Bacardi verliet Cuba in 1960, toen Fidel Castro aan de macht kwam. Naar eigen zeggen hebben ze het Havana Club label gekocht van de oorspronkelijke makers, de familie Arechabala. Volgens Eduardo Sánchez, juridisch adviseur van Bacardi, handelt de Amerikaanse overheid in strijd met de wet en moeten ze het besluit terugdraaien.

Staatssecretaris Martijn van Dam (Economische Zaken) laat een speciale commissie adviseren over de toekomst van de veehouderij, schrijft hij in een Kamerbrief. Ed Nijpels gaat de commissie voorzitten.

Het kabinet zet in op een verdere versnelling van de verduurzaming van de veehouderij. Staatssecretaris Van Dam: “De Nederlandse agrarische sector is wereldspeler, maar tegelijkertijd staat de maatschappelijke waardering voor de sector onder druk door vragen over dierenwelzijn en milieu. En hoewel er op dit punt al veel verbetering is, wil ik vooruitgang blijven boeken naar een meer duurzame, diervriendelijke en economisch rendabele veehouderij.
Het voorstel van de Commissie Nijpels wordt daarbij een belangrijke leidraad.”

De commissie gaat door op het voorwerk dat door de destijds ingestelde commissies Alders en Van Doorn is verricht. De veehouderij moet verder verduurzamen, waarbij knelpunten opgelost moeten worden zoals de effecten van veehouderijen op de kwaliteit van de leefomgeving (gezondheid, milieu), de maatschappelijke inbedding van de veehouderij en de vraag welke ontwikkelingsruimte de veehouderij heeft.

De commissie bestaat naast Ed Nijpels uit Joszi Smeets, Martin Scholten, Felix Rottenberg, Ruud Huirne en Hans Hoogeveen. De verwachting is dat de commissie rond de zomer haar voorstellen voor concrete acties en maatregelen kan opleveren, voor betrokken partijen (overheden, sector, maatschappelijke organisaties en burgers).

De gemiddelde BMI van de Britse bevolking vertoont een stijgende lijn en dat is vooral toe te schrijven aan mensen met een hoge BMI die nóg zwaarder worden.

Dat blijkt uit een onderzoek door de University of Liverpool naar BMI-trends in Groot-Brittannië in de periode van 1992 tot 2013.

De onderzoekers baseerden zich op de Health Survey for England, een jaarlijks terugkerend onderzoek waarin gezondheidsinformatie over volwassenen van 20 jaar en ouder wordt geregistreerd. Ze analyseerden de data over de BMI gedurende 21 jaar, in relatie tot geslacht en opleidingsniveau. De gemiddelde BMI bleek voor zowel mannen als vrouwen in iedere sociale groep te stijgen. Belangrijker nog was de constatering dat de sterkste stijging vooral te zien was bij de mensen die al obees waren. In Groot-Brittannië is 66% van de mannen en 57% van de vrouwen te zwaar.

Onderzoeker Mark Green: “De resultaten laten zien dat de gemiddelde cijfers voor de BMI niet zo sterk stijgen als in de jaren ’90, maar er zijn grote toenames aan de bovenkant van de schaal bij mannen en vrouwen in iedere sociale klasse. Dat het gemiddelde niet meer zo sterk toeneemt, is dus misschien een wat minder groot succes dan tot nu toe werd gedacht."

Onderzoek van de Kansas State University laat zien dat invriezen kan zorgen voor een extra mals stuk vlees. De dunne lende en de bovenbil van het rund bleken na invriezen en ontdooien 10% malser.

De onderzoekers testten 6 runderdelen, allemaal van het achterlijf. De wetenschappers evalueerden de malsheid met de Warner-Bratzler Shear Force (WBSF) test, die meet hoeveel kracht er nodig is om een stuk vlees te vervormen.

Van de 6 verschillende stukken rundvlees werden de dunne lende en de bovenbil extra mals. Dat komt onder andere doordat deze stukken niet zoveel vocht verliezen tijdens het invriezen. De wetenschappers testten ook 125 stukken dunne lende die verkrijgbaar zijn in winkels en supermarkten. Na invriezen en ontdooien scoorden deze stukken gemiddeld 6% hoger op de WBSF test. Ze verloren slechts 2% vocht tijdens het invriezen.

In een gerelateerde studie testten de wetenschappers de malsheid van biefstukken uit grote supermarkten. Ze keken naar de malsheid van verschillende kwaliteitsklassen vlees door het jaar heen. Een groter percentage van de hogere kwaliteitscategorie Premium Choice voldeed aan de drempelwaarden voor mals of heel mals. Lagere kwaliteitsklasse vlees had een grotere variatie in malsheid gedurende het jaar.

Er werd nog nooit zoveel uitgegeven aan champagne als in 2015. Vooral buiten Europa plopten er meer champagnekurken. Dat blijkt uit cijfers van het Comité Interprofessionnel du Vin de Champagne, meldt RetailDetail. Na twee wat magere jaren stijgt de Franse export van alle alcoholische dranken weer naar recordniveau. In totaal werd er voor €11,7 miljard aan wijnen en andere alcoholische dranken uitgevoerd, een toename van 8,7% tegenover 2014.

De recordverkoop van champagne bedroeg €4,75 miljard, 5,6% meer dan in 2014. In totaal werden 312,5 miljoen flessen champagne verkocht, 1,7% meer dan het jaar daarvoor. Met 339 miljoen verkochte flessen in 2007 is het volumerecord niet verbroken. De groei is vooral te danken aan de uitvoer, die steeg met 4%. Met binnen de Europese Unie een groei van 3,3% naar 80,2 miljoen flessen. Buiten Europa steeg de uitvoer met 4,8% naar 70,5 miljoen flessen, ook een record. Het zijn vooral de speciale en duurdere champagnes, zoals rosé en millésime, die in de smaak vallen buiten Europa. In Frankrijk zelf stabiliseerde de verkoop op 162 miljoen flessen.

Zoals elk jaar zorgde feestmaand december voor de meeste omzet. In de laatste maand van het jaar verkochten de Champagnehuizen maar 42 miljoen flessen.

Kanker van knakworst, de waarschuwing van de WHO over bewerkt vlees is ook de Britten niet ontgaan. Bijna een op de drie Britten verlaagde afgelopen jaar zijn vleesconsumptie drastisch. Dat blijkt uit de British Social Attitudes Survey, schrijft de Daily Mail.

Daarnaast overweegt 9% van de Britten om te stoppen met vlees of om vegetariër te worden. Zorgen om de gezondheid was voor 58% van de mensen die besloot om minder vlees eten de voornaamste reden. 20% gaf aan minder vlees te eten om geld te besparen. Vooral vrouwen verlaagden hun vleesconsumptie, mannen blijken iets minder gevoelig voor de heisa rondom vlees.

In de nieuwe campagne ‘Plofkipjes, spaar ze allemaal!’ komt Wakker Dier in actie tegen de plofkip in het McNuggets Happy Meal van McDonald’s. Alle kipproducten van de fastfoodketen zijn, ondanks het nieuwe groene logo, nog gemaakt met plofkip.

Wakker Dier wil de ouders van jonge kinderen waarschuwen voor het 'leed' in het Happy Meal. McDonald’s profileert zich immers als familierestaurant.

Per e-mail aan de NGO en op de website van de fastfoodketen geeft McDonald's zelf toe plofkip te gebruiken, schrijft Wakker Dier. Wel probeert de keten met kortere transporttijden, wat extra leefruimte en een eigen controlesysteem het leed van de dieren te verzachten. Tot verdriet van Wakker Dier blijft de gebruikte kip een snelgroeiende plofkip.

In een, ogenschijnlijk, luchtige commercial haakt Wakker Dier aan bij de speeltjes die de fastfoodketen in het Happy Meal stoot. Kreupele Cripple, volgevreten Fatty, oververhitte Puffy en Blisty met zijn voetzweren moeten de ouders van jonge kinderen op het dierenleed achter de kipnuggets wijzen. 'Spaar ze allemaal!'

De Britse supermarktketen Asda blijkt in alle stilte gestopt te zijn met het inzamelen van voedsel voor de voedselbanken. Sinds januari zijn de permanente inzamelpunten uit de Asda-vestigingen verdwenen, constateerde The Guardian naar aanleiding van berichten op de sociale media.

Tot begin dit jaar konden klanten in de Asda-filialen extra aankopen en zelfs van huis meegebrachte goederen doneren ten behoeve van lokale voedselbanken. In sommige gevallen maakten de via die weg verkregen donaties 15-25% van de voorziening van een liefdadige instelling uit. Volgens de goede doelen is de verandering doorgevoerd zonder dat zij op de hoogte gesteld zijn.

Asda geeft als reden voor de koerswijziging op dat 'onbemande inzameling' niet langer toegestaan is. Volgens de keten kunnen de goede doelen nog altijd in hun winkels terecht, maar moet dat in de vorm van specifieke 'inzamelingsacties'. Dat moet de Asda klanten beter inzicht geven in waar hun donaties naar toe gaan en bovendien de goede doelen meer opleveren dan een anoniem inzamelpunt. Asda gaat bovendien £2 miljoen (€2,6 miljoen) investeren in lokale goede doelen via de Asda Foundation.

De voedselbanken maken zich zorgen, omdat hiermee een einde komt aan een reguliere stroom van voedsel en ze vrijwilligers moeten ronselen voor de inzamelingsacties. In de woorden van een lokale voedselbankmanager: "Geld is altijd welkom, maar voedselbanken hebben voedsel nodig."

Voor iedereen die op zoek is naar informatie of gegevens over de visserij en aquacultuur van de EU is er sinds deze week de nieuwe website EUMOFA.

Eumofa is de markt- en informatiedienst van de EU en biedt via een gebruikersvriendelijke website actuele, betrouwbare en geharmoniseerde informatie over de Europese visserij. Er zijn gegevens beschikbaar over 97 commercieel beviste soorten.
De website is beschikbaar in 24 talen. Daarmee komt deze data voor iedereen onder handbereik. Gebruikers kunnen zowel naar hartelust browsen (ook mobiel) als gebruik maken van de wekelijkse, maandelijkse of jaarlijkse marktgegevens en trends over de keten, van vangst tot consumptie.

In een filmpje worden de gebruiksmogelijkheden van Eumofa toegelicht.

Vandaag brengt maandblad Eos de zogeheten 'Veggiewijzer' uit als bijlage. In het kader van de Belgische Dagen zonder Vlees-campagne zette het populair-wetenschappelijke blad 240 vleesvervangers op een rij voor de vele flexi- en vegetariërs die inmiddels het aanbod burgers, worsten, balletjes, schnitzels en andere vlees-'analogen' niet meer overzien. Uit het overzicht blijkt dat vleesvervangers regelmatig vetter en zouter zijn dan gezond geacht wordt, en achterblijven in de hoeveelheid eiwitten die je zou verwachten.

De samenstelling van de 240 onderzochte producten loopt nogal uiteen. Eos kijkt naar 5 groepen nutriënten: eiwitten, vetten, zout, ijzer en vitamine B12. Voor eiwitten blijkt 10 gram per 100 gram vleesvervanger een mooie streefwaarde te zijn. Eos vond eiwitgehaltes van 3 tot 33,4 gram. Ongeveer een kwart van de vleesvervangers in de Veggiewijzer blijft onder de 10% streefwaarde steken.

Aan vetten zou in een vleesvervanger niet meer dan 10 gram per 100 gram moeten zitten, waarvan liever niet meer dan 5 gram verzadigd. Bijna de helft van de producten in de Veggiewijzer komt daar bovenuit. De gemeten vetgehaltes varieerden van 0,5 tot 25 gram per 100 gram, verzadigd vet van 0 tot 11 gram per 100 gram.
In vleesvervangers zou idealiter geen toegevoegd zout zitten, maar dat is vrijwel nooit het geval. De norm voor vers vlees - maximaal 100 milligram natrium per 100 gram - wordt maar door vier producten gehaald. Voor bewerkt vlees geldt een norm van 820 milligram natrium per 100 gram. Omdat er ook in andere voedingsmiddelen zout zit, overschrijd je de dagelijkse toegestane hoeveelheid zout al zodra er meer dan 650 milligram natrium in je vleesvervanger zit. De gevonden zoutwaarden varieerden tussen de 40 en 2.100 milligram natrium per 100 gram.

Aan ijzer en B12 vond Eos uiteenlopende hoeveelheden. Zo'n 40% vermeldt ijzer op de ingrediëntenlijst, 34% doet dat voor B12. In beide gevallen hoeft de vermelding pas vanaf een bepaalde minimum hoeveelheid.

De uitvoer van Russische wodka is in 2015 met meer dan 40% afgenomen ten opzichte van het jaar ervoor. In totaal exporteerden Russische producenten in 2015 43,5 miljoen liter wodka naar het buitenland. Dit was bij elkaar goed voor €100 miljoen, het laagste niveau in jaren. Dat blijkt uit cijfers van de douane, meldt De Standaard. De spanningen tussen Moskou en het Westen lijken aan de opdrogende wodkastroom ten grondslag te liggen.

Vooral de export van wodka naar buurland Oekraïne kreeg een grote klap te verduren. In 2013 stroomde nog voor bijna $39 miljoen aan het sterke drankje naar de voormalige Sovjetrepubliek, in 2015 was dat nog maar $3,9 miljoen. Marktdeskundige Vadim Drobis wijt de dalende export aan de politieke omstandigheden. “Vanwege de gebeurtenissen in Oekraïne en in Syrië is het aanzien van Rusland in het Westen verslechterd”, zegt hij.

Deense wetenschappers denken dat de overgang van babyvoeding naar gezinseten voor een groot deel bepaalt hoe het microbioom zich ontwikkelt. Vooral de omschakeling naar steeds meer vaste voeding blijkt een beslissende factor. Dat gaat in tegen het gangbare denken dat obesitas overerfbaar is of beïnvloed wordt door het voedingspatroon bij obese moeders.

Voor hun onderzoek brachten de wetenschappers de ontwikkeling van het microbioom van twee groepen baby's in kaart. De ene groep had moeders met een normaal gewicht, de andere groep had obese moeders. Het microbioom (uit ontlastingsmonsters) werd vergeleken met borstvoedingspatronen en met wat de baby's aan aanvullend eten aten. Dat gebeurde op de leeftijd van 9 en 18 maanden, de momenten dat baby's overgaan van moedermelk of flesjes op het normale gezinseten.

"Het onderzoek laat zien dat de ontwikkeling in bacteriële samenstelling tussen 9 en 18 maanden volledig onafhankelijk is van eventueel overgewicht van de moeder en de daarmee samenhangende eetgewoonten", zegt onderzoeksleider dr. Tine Rask Licht.

Meteen na de geboorte spelen factoren als de manier van ter wereld komen en het gewicht van de moeder wel een rol, maar uit de studie blijkt dat deze nauwelijks meer van belang zijn als de kinderen 9 maanden oud zijn. "De ontwikkeling van het microbioom wordt vooral beïnvloed door de overgang van melkvoeding naar gezinsvoeding, met veel eiwitten en vezels, en de duur van het borstvoeding. [..] Het duurt 3 tot 5 jaar voordat het microbioom van een kind volledig gevormd is."