Hoe kan ik als gemiddelde boer een sterkere positie krijgen? Het grootste deel van onze producten blijft in Noord-West Europa. Ze worden verkocht binnen een straal van 600-800 kilometer. Boeren in die landen zitten min of meer in dezelfde positie als wij. Grote verwachtingen vanuit samenleving en overheid. Geen boter bij de vis om al die duurzame en diervriendelijke eisen financieel mogelijk te maken.
Maar de boeren uit de landen om ons heen kijken op hun beurt naar ons. Ze vinden dat wij hun markt kapot maken. Logisch want wij exporteren naar hun thuismarkten. Daarom kijken wij kijken weer een stukje verder, buiten Europa en richting Oost Europa. Maar van die grote internationale markt komen ook de bedreigingen voor onze markt. We kunnen er alleen geld verdienen als de prijzen hoog zijn; als we de producten van buiten Europa toelaten, hebben wij een prijsnadeel op onze thuismarkt en in de EU.
Wat kan de Noord-West Europese boer een beter en stabieler perspectief geven? Naast het deel boeren dat het zoekt in niche en nevenactiviteiten ligt er ruimte in ketenafspraken met verwerkers en retailers. Daarvoor zal de boerenbedrijvigheid in Nederland wat moeten krimpen. Om de gronddruk te laten afnemen, duurzaam binnen de afnemende milieugebruiksruimte te komen (op het gebied van fosfaat, CO2-emissies, stikstof, fijnstof en geur) te kunnen komen, issues rond dierenwelzijn op te lossen en qua prijsvorming minder afhankelijk te worden van export buiten die straal van 600 – 800 km. Maar ook om ervoor te zorgen dat onze boerenburen in Frankrijk en Duitsland zich minder door ons beconcurreerd voelen op hún thuismarkt.
Nog even over krimp. Die gaat er gaat komen, om allerlei uiteenlopende redenenGeen geschreeuw, wel afspraken en perspectief
Binnen Noord-West Europese ketens kunnen we tot afspraken komen over een breed scala aan randvoorwaarden. Denk aan biodiversiteit, dierenwelzijn, het gebruik van kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen. Er kunnen afspraken worden gemaakt over productiehoeveelheden en minimumprijzen. Daar hoort bij dat de Noord-West Europese markt belemmeringen opwerpt voor producten uit landen daarbuiten die tegen andere standaarden zijn geproduceerd. Gezien de uitspraken van Duitse, Franse en Nederlandse politici lijkt de tijd rijp voor een dergelijke set afspraken. Misschien dat het volgende kabinet met de sector in het te sluiten ‘Landbouwakkoord’ op basis van de aangenomen motie Bisschop deze handschoen kan oppakken.
Nog even over krimp. Die gaat er gaat komen, om allerlei uiteenlopende redenen. Ik pleit voor een duidelijke vastgestelde krimp over een aantal dierlijke categorieën met een sociaal stoppers- en blijversbeleid, geflankeerd met voldoende geld. We hebben de afgelopen jaren gezien dat de animo hiervoor onder boeren groot is. Geen geschreeuw over halveren van de veestapel dus, maar duidelijkheid en perspectief. Minder kale export van standaard producten maar meer leveren in ketens, uitgangsmateriaal en kennisexport.
Gaan we zo in Nederland alle problemen van de landbouw oplossen? In het huidige systeem zitten nog te veel prikkels die leiden tot de schaalvergroting die de samenleving niet wil. Nee dus, maar het is een goede basis. Een volgende keer over wat er nog meer nodig is.
Vergaderboer Twee is een Nederlandse boerenbestuurder. Omdat hij zijn visie niet kan geven zonder dat het repercussies heeft voor zijn persoon en werk als bestuurder geeft hij zijn gedachten over de toekomst van de Nederlandse landbouw anoniem.
Op 29 januari krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Er word hard gewerkt aan de Bracksit
Den haag heeft met zijn regeldrang (WIR)(1980) heel Nederland onder de stront gedrukt. Daarna is er op een niet te volgen gekunselde manier (Minas) wetgeving na wetgeving met veel cijfers achter de komma weer wat verzonnen. Er is steeds gekeken naar boeren die klaagden en dan werd een weer een pleister geplakt.
Als boer geboren simplist word ik gedwongen (ook voor mijn eigenbelang) te klagen. Omdat de regels mijn inkomen bepalen en niet te snappen zijn. (derogatie GMO enz).
Als er ooit naar het land gekeken zou zijn (grondgebonden) dan was het wat het was en zou het duidelijk zijn. Nu heb je steeds andere regels waar je voor of nadeel van hebt dus reden tot klagen.
bovengronds is wel te regelen ondergronds een stuk minder, en inderdaad geld moet je niet wegzetten maar laten werken aangezien ik geen pseudoniem heb laat ik het daar maar even bij.
EJ van Ginkel,
Er komen wel enorme partijen bouwmaterialen, spanten, gordingen, asbestvrije golfplaten of zelfs geisoleerde dakbedekking beschikbaar vanwege de opkoopregeling varkenshouderij. Van een sloper hoorde ik dat het vooral jonge stallen zijn omdat de vergoeding daar hoger is dan voor oude stallen (en oudere stallen zijn natuurlijk betaald en dan piept de bank niet meer zo). En hij verwachte zelfs dat er ook enkele heel recente rundveestallen gesloopt zullen worden, reden nabij natura-2000 en/of fosfaatrechtenproblematiek.
Dus oren en ogen open houden lijkt mij.
PS! met sparen kun jij de geldontwaarding niet bijhouden, dus dat lijkt mij niets.
Het nadeel van een pachtbedrijf is dat je ook nog serieus na moet denken over je pensioen.
Het is een pachtbedrijf dus ik heb levenslang (-: , Ik verhuur een paar paardenstallen en een vakantiehuisje en verkoop eieren en honing aan de deur en vleespakketten als ze beschikbaar zijn, genoeg om van te leven maar een nieuwe stal is nog een te grote stap alleen d jongste van 7 is behebt met boerenbloed dus het is ook nog de vraag of ik tot pensioen of verder moet rekenen.
Waarschijnlijk mijmert het landgoed al over hoeveel landhuizen ze hier kunnen inpassen.