Hoewel zeewier niet direct het eerste is waar de meeste mensen aan denken bij 'eten uit zee', is er de laatste jaren een niet te verwaarlozen markt ontstaan. In 2012 bedroeg de mondiale productie van zeewier 24,9 miljoen ton (nat gewicht). Verreweg het grootste deel, 23,8 miljoen ton, werd gekweekt, vooral in China en Indonesië. Dat meldt SeaFoodSource op basis van cijfers van de FAO. De wereldmarkt voor zeewier bedraagt inmiddels zo'n 4,8 miljard euro.

Tussen 2000 en 2012 is de productie van zeewier wereldwijd meer dan verdubbeld. De consumentenvraag groeit echter nog veel harder, en daarom moet er nog veel meer zeewier in aquacultuur geproduceerd worden, zegt dr. Prannie Rhatigan, volksgezondheidsexpert en auteur van de site (en kookboek) "The Irish Seaweed Kitchen"

Zeer gevarieerd
Eigenlijk mag je niet alle zeewier over één kam scheren. Het zijn 'in zee levende algen' die in allerlei verschijningsvormen voor komen: rode, groene of bruine wieren. Eén ding hebben ze gemeen: ze barsten van de vitaminen, mineralen en sporenelementen. Ook zitten ze vol antioxidanten. "De essentie van algen is dat ze smakelijk zijn. Van mild tot zelfs heet, van nootachtig tot de smaak van kip. Ze zijn heel divers. Ook kan het aandeel koolhydraten of eiwitten in zeewier enorm variëren: het eiwitniveau varieert van iets dat vergelijkbaar is met een graan en een plantaardig niveau tot dat van een sojaboon en dus dierlijk niveau", zegt Rhatigan.

'Jakkes-factor'
Maar om dit bijzondere voedingsmiddel duurzaam voor menselijke consumptie beschikbaar te krijgen, moet er fors geïnvesteerd worden in aquacultuur. Het is immers niet de bedoeling dat iedereen langs de kusten in het wild zeewier gaat lopen lukken. Die plantaardige aquacultuur ontwikkelt zich in hoog tempo: van de Aziatische zeewiertanks tot Canadese 'longlines' en Ierse zeewier-'opfokbedrijven'. Dat heeft een keerzijde: het aanbod riskeert sneller te groeien dan de vraag. Als dat gebeurt, daalt de prijs, failleren bedrijven en raken investeerders hun geld kwijt.

Zeewier is uitstekend en vermoedelijk in grote hoeveelheden te telen voedsel. De toekomst ervan wordt maar door één 'maar' beheerst: de 'jakkes'-factor. Om nu door te stoten, moet je je klantengroep snel kunnen vergroten. Het bredere publiek heeft niets met zeewier en vindt het 'jakkes'.
Toch gelooft ze dat met uitgangspunten als 'jong geleerd, oud gedaan' en een voorzichtige start met een mild-smakende alg die 'jakkes-factor' geen grote rol meer hoeft te spelen. "Zeewier is heel flexibel. Het kan een klein onderdeeltje zijn van een gerecht of het kan de hoofdrol spelen", besluit ze.

Fotocredits: 'low tide', Jenny Downing
Dit artikel afdrukken