Volgens wetenschappers van Wageningen UR kun je meer met algen dan er je tank mee vullen. Ze begonnen met een onderzoek naar het energiepotentieel van algen maar ontdekten in bij het opstellen van het rapport Macro-economics of algae products meerdere toepassings- en ontwikkelingsmogelijkheden.

4 deelmarkten
De WUR-wetenschappers zeggen er ondernemers te willen inspireren en onderscheiden 4 deelmarkten: Energie (het oorspronkelijke toepassingsgebied), Chemie en materialen, Voedsel en Veevoer en Farmaceutica en persoonlijke verzorging.
Per deelmarkt beschrijven ze de kenmerken, producten, producenten, onderzoeks- en ontwikkelingsrichtingen, obstakels en de commerciële mogelijkheden. Volgens hen staat energie aan de basis en komen farmaceutica en persoonlijke verzorgingsproducten aan de top van de pyramide. Aan de verwerking van de restproducten zou dus het meeste geld te verdienen zijn.

Veevoer
Volgens Amerikaanse wetenschappers zijn algen een even duurzaam als energie- en eiwitrijk veevoer. Zij ontwikkelden een algenmeel als veevoer. Hun onderzoek is verschenen in het Journal of Animal Science.
Ook dit algenmeel is een recyclingsproduct. Het wordt gemaakt van algen die zodanig gemodificeerd zijn dat zij 80% olie produceren. Normaal produceert een alg 5 tot 10% olie. Na de extractie van de olie voor biobrandstof, cosmetica en kookolie, blijft de algenpulp over. Die blijkt uitstekend geschikt als veevoer en is vergelijkbaar met sojaschroot. De runderen die het algenmeel voorgezet kregen, aten het graag.

Speksmaak
Dat zou bij mensen wel eens anders kunnen zijn. Eén van de bottlenecks uit het WUR-rapport bij de mogelijke toepassingen van algen in voeding is: 'de smaak, textuur en geur van algen'.
Ook daar is mogelijk een oplossing voor te vinden. Amerikaanse wetenschappers ontdekten en patenteerden een zeewier dat na bereiding naar spek smaakt. Dat meldt de Daily Mail.

Ook in dit geval waren de wetenschappers in eerste instantie op zoek naar een alg als 'veevoer' voor abalone, de in Azië razendpopulaire eetbare zeeslakken. Ze dachten daarvoor dulse (Palmaria palmata) te kunnen gebruiken, een snel groeiende roodalg die nu al in gedroogde versie verkocht wordt als voedingssupplement. Op IJsland en in Europa staat dulse al lang als eetbaar wier bekend.
Dulse heeft maar een beperkte hoeveelheid (hergebruikt) zeewater en zon nodig, waardoor het ecologisch gezien efficiënt te kweken is. Al snel realiseerden de onderzoekers zich dat de alg in verse staat veel meer potentieel heeft. Dulse ziet eruit als rode sla, bevat geen vet maar wel een gezegende hoeveelheid van 16% eiwit. Verder barst het van de mineralen, vitamines en antioxidanten én smaakt het van zichzelf zilt-zoet.

Samen met het Food Innovation Center van de University of Oregon probeerden de onderzoekers een aantal voedselbereidingen met het wier uit. In de pan gebakken blijkt dulse niet onder te doen voor bacon. Je vraagt af waarom Jumbo, Lidl of AH nog steeds geen proefje met dulse hebben gedaan onder hun meest gewaardeerde klanten. Ik zou het namelijk graag eens willen proberen. Zulke woorden vind je niet in het rapport van de WUR. Maar wetenschappers snappen dan ook niet zoveel van echte commercie.

Fotocredits: ‘Texture’, Melissa Doroquez
Dit artikel afdrukken