Hoe kunnen jonge mensen een netto positieve mindset aannemen en uitdragen in hun organisatie? Dat leert de Net Positive Young Academy. Foodlog doet mee. In dit artikel: lesdag 2 en 3, met een kijkje in de keuken van gevestigde bedrijven en nieuwe toetreders. Twee dagen met schijnbare uitersten: van een groot en efficiënt slachthuis tot een kleinschalige sociale cateraar. Van een ultramoderne kas tot in harmonie met de natuur bij een regeneratieve gemeenschapsboerderij.
Hoe ziet de toekomst van ons voedsel eruit? Gedurende een tweedaags programma met overnachting neemt de Academy ons mee op sleeptouw naar allerlei verschillende toekomstbeelden. In de film The Future of Food boksen Joris Lohman (directeur strategie bij Food Hub) en wetenschapsjournalist Hidde Boersma erom. Wint ‘profeet’ Lohman en is een leven meer in harmonie met de natuur het beste? Of toch ‘tovenaar’ Boersma? Hij ziet wel wat in verdere intensivering.
Tijdens de eerste lesdag al geeft Lohman toe dat het verhaal van de profeet veel sexyer en aansprekender is. Bij de bedrijfsbezoeken op dag 2 en 3 is dat duidelijk voelbaar. Tussen de fluitende vogels bij Erve Kiekebos en het kleinschalige Mensa Mensa is het fijner toeven dan in een lawaaierige varkensslachterij. Lohman: “Denkend aan de ideale toekomst kom je al snel uit bij het frame dat ik als profeet in de film neerzet.”
Laat je frames los en stap blanco in de modder, tipte Joszi Smeets (mede-initiator van de Academy) de deelnemers tijdens de eerste lesdag: “Als transitiemaker is het belangrijk om het landschap waarin je een transitie teweeg wilt brengen te observeren. Op deze manier krijg je een dieper inzicht in de dynamiek, belangen en innovaties die het voedselsysteem vormgeven.”
We zien profeten en tovenaars aan het werk
’s Avonds bij de borrel na de eerste dag met bedrijfsbezoeken was het slachthuis hét gespreksonderwerp. Op de borrelplank lag naast nootjes en kaas ook fuet. Een medecursist stak het zonder na te denken in haar mond om het er daarna verschrikt weer uit te halen. Varkensvlees eten na ons bezoek voelde ongepast. Hoofddocent Wilbert van de Kamp besloot zelfs “om niet langer varkensvlees te eten dat op deze manier is geslacht.”
Zeker als je nog nooit in een slachterij geweest bent, maakt een bezoek indruk. Zo ook op medecursist Carlijn Teunissen (30 jaar, Join Program): “Ik vind het indrukwekkend hoe efficiënt het hele slachtproces is ingericht. Degene die ons rondleidde sprak over ‘varkens produceren’. Een varken wordt letterlijk gezien als een product. Waarvan trouwens niets wordt verspild! Rationeel bekeken is dat – een varken zien als product – eigenlijk ook zo. Een varken leeft 6 maanden totdat het wordt geslacht voor de vleesconsumptie. Dat besef is me ontzettend bijgebleven!” Ook over de hoeveelheid werknemers wordt veel gesproken. Teunissen: “Er werken zoveel mensen. Ons vlees gaat door heel veel handen, zoals Joszi Smeets ons op de eerste lesdag liet inzien, maar dat beseffen wij als consument helemaal niet. Het feit dat het werk in onze voedselproductie-industrie bijna niet meer wordt gedaan door Nederlanders, werd tijdens ons bezoek duidelijk.”
Na het slachthuis waar al onze zintuigen op scherp stonden, landen we op het rustige Erve Kiekenbos. Kiekebos is een regeneratieve gemeenschapsboerderij. Burgers kunnen mede-eigenaar worden, meewerken en zich abonneren op groentepakketten. We krijgen een lekkere, zelfgemaakte lunch. Eigenaren Jaap Fris en Niels Moshagen zien niets in schaalvergroting en geloven in regionaal samenwerken met andere agrarische ondernemers. De kleinschalige insteek van de nieuwe boeren en hun drang het goede te doen voor de natuur, spreekt aan. Medecursist Miruna Moiceanu (26 jaar, Health & Sustainability Specialist bij Ahold Delhaize): “Ik hoop dat in de toekomst alle of de meeste regio’s in staat zijn om hun eigen voedsel te produceren en voor hun eigen omgeving te zorgen.”
We eindigen de eerste van twee dagen bedrijfsbezoeken bij Unifarm en het Netherlands Plant Eco-phenotyping Centre in Wageningen. Hier worden plantjes blootgesteld aan discolichten, temperatuurwisselingen en voedseltekorten onder toeziend oog van camera’s en sensoren. De testen moeten bijdragen aan toekomstbestendige planten. Programmamanager bij NPEC Rick van de Zedde is het eens met Lohman dat de technische oplossing niet altijd de meest sexy is. “Maar, wees realistisch”, waarschuwt hij, “iedereen heeft voedsel nodig en techniek speelt daarin een cruciale rol.” Techniek kan de agrarische sector bovendien weer aantrekkelijk maken voor jongere generaties.
Leren hoe samen te werken
Na een goede nachtrust en ontbijt bij Boerderij Dichtbij stappen we in de bus naar Rotterdam. We verblijven bij Mensa Mensa, een lunchroom en cateraar, waar buurtbewoners samen, onder leiding van een kok en voor weinig geld maaltijden kunnen preppen. Oprichter Floris Visser vindt dat voedsel een basisvoorziening moet zijn, net als kraanwater, openbaar vervoer en sociale woningbouw. Dit toekomstbeeld resoneert bij medecursist Florine Bruijn (26 jaar, Strategy Consultant bij Deloitte): “Er is veel ongelijkheid tussen mensen. Ik wil me ervoor inzetten dat iedereen gelijke kansen heeft op gezonde voeding op een duurzame manier.”
Bij Mensa Mensa ontmoeten we onder meer Carolien Martens (Senior Public Affairs & stakeholdermanager, Nederlandse Hartstichting). Martens voert campagnes met als doel een gezondere voedselomgeving. Carlijn Teunissen heeft veel opgestoken van Martens’ verhaal: “Van haar leerde ik hoe je kunt zorgen voor verandering”, vertelt ze. “Identificeer waar de pijn zit, formuleer oplossingen die aansluiten bij verschillende frames en vind gelijkgestemden om mee samen te werken.”
“We hebben alle verschillende kanten van de industrie gezien. Elke kant heeft zijn eigen perspectief op de toekomst van ons voedsel en handelt daarnaar”, blikt Teunissen terug op twee dagen bedrijfsbezoeken. “Is het nuttig om deze kanten als tegenstrijdig neer te zetten?”, reflecteert een andere deelnemer. “Deze vormen van voedselproductie kunnen toch naast elkaar bestaan.”
Wat een goed en realistisch toekomstbeeld is, laat de Academy in het midden. We gaan verward naar huis. Gelukkig hebben we dag vier en vijf nog. Daarover lees je in het derde en laatste artikel in deze serie. Onder leiding van Wilbert van de Kamp, Arthur de Wilde (mede-oprichter van de Academy en manager bij Deloitte) en Joris Lohman maken we dan onze toekomstvisie concreet. Alsof het nog niet uitgebreid genoeg is allemaal, voegt culinair schrijver en presentator Nadia Zerouali nog een dimensie toe aan eten: culturele waarden.
Dit artikel afdrukken
Tijdens de eerste lesdag al geeft Lohman toe dat het verhaal van de profeet veel sexyer en aansprekender is. Bij de bedrijfsbezoeken op dag 2 en 3 is dat duidelijk voelbaar. Tussen de fluitende vogels bij Erve Kiekebos en het kleinschalige Mensa Mensa is het fijner toeven dan in een lawaaierige varkensslachterij. Lohman: “Denkend aan de ideale toekomst kom je al snel uit bij het frame dat ik als profeet in de film neerzet.”
Laat je frames los en stap blanco in de modder, tipte Joszi Smeets (mede-initiator van de Academy) de deelnemers tijdens de eerste lesdag: “Als transitiemaker is het belangrijk om het landschap waarin je een transitie teweeg wilt brengen te observeren. Op deze manier krijg je een dieper inzicht in de dynamiek, belangen en innovaties die het voedselsysteem vormgeven.”
We zien profeten en tovenaars aan het werk
’s Avonds bij de borrel na de eerste dag met bedrijfsbezoeken was het slachthuis hét gespreksonderwerp. Op de borrelplank lag naast nootjes en kaas ook fuet. Een medecursist stak het zonder na te denken in haar mond om het er daarna verschrikt weer uit te halen. Varkensvlees eten na ons bezoek voelde ongepast. Hoofddocent Wilbert van de Kamp besloot zelfs “om niet langer varkensvlees te eten dat op deze manier is geslacht.”
Zeker als je nog nooit in een slachterij geweest bent, maakt een bezoek indruk. Zo ook op medecursist Carlijn Teunissen (30 jaar, Join Program): “Ik vind het indrukwekkend hoe efficiënt het hele slachtproces is ingericht. Degene die ons rondleidde sprak over ‘varkens produceren’. Een varken wordt letterlijk gezien als een product. Waarvan trouwens niets wordt verspild! Rationeel bekeken is dat – een varken zien als product – eigenlijk ook zo. Een varken leeft 6 maanden totdat het wordt geslacht voor de vleesconsumptie. Dat besef is me ontzettend bijgebleven!” Ook over de hoeveelheid werknemers wordt veel gesproken. Teunissen: “Er werken zoveel mensen. Ons vlees gaat door heel veel handen, zoals Joszi Smeets ons op de eerste lesdag liet inzien, maar dat beseffen wij als consument helemaal niet. Het feit dat het werk in onze voedselproductie-industrie bijna niet meer wordt gedaan door Nederlanders, werd tijdens ons bezoek duidelijk.”
'Iedereen heeft voedsel nodig en techniek speelt daarin een cruciale rol'Sexy
Na het slachthuis waar al onze zintuigen op scherp stonden, landen we op het rustige Erve Kiekenbos. Kiekebos is een regeneratieve gemeenschapsboerderij. Burgers kunnen mede-eigenaar worden, meewerken en zich abonneren op groentepakketten. We krijgen een lekkere, zelfgemaakte lunch. Eigenaren Jaap Fris en Niels Moshagen zien niets in schaalvergroting en geloven in regionaal samenwerken met andere agrarische ondernemers. De kleinschalige insteek van de nieuwe boeren en hun drang het goede te doen voor de natuur, spreekt aan. Medecursist Miruna Moiceanu (26 jaar, Health & Sustainability Specialist bij Ahold Delhaize): “Ik hoop dat in de toekomst alle of de meeste regio’s in staat zijn om hun eigen voedsel te produceren en voor hun eigen omgeving te zorgen.”
We eindigen de eerste van twee dagen bedrijfsbezoeken bij Unifarm en het Netherlands Plant Eco-phenotyping Centre in Wageningen. Hier worden plantjes blootgesteld aan discolichten, temperatuurwisselingen en voedseltekorten onder toeziend oog van camera’s en sensoren. De testen moeten bijdragen aan toekomstbestendige planten. Programmamanager bij NPEC Rick van de Zedde is het eens met Lohman dat de technische oplossing niet altijd de meest sexy is. “Maar, wees realistisch”, waarschuwt hij, “iedereen heeft voedsel nodig en techniek speelt daarin een cruciale rol.” Techniek kan de agrarische sector bovendien weer aantrekkelijk maken voor jongere generaties.
Leren hoe samen te werken
Na een goede nachtrust en ontbijt bij Boerderij Dichtbij stappen we in de bus naar Rotterdam. We verblijven bij Mensa Mensa, een lunchroom en cateraar, waar buurtbewoners samen, onder leiding van een kok en voor weinig geld maaltijden kunnen preppen. Oprichter Floris Visser vindt dat voedsel een basisvoorziening moet zijn, net als kraanwater, openbaar vervoer en sociale woningbouw. Dit toekomstbeeld resoneert bij medecursist Florine Bruijn (26 jaar, Strategy Consultant bij Deloitte): “Er is veel ongelijkheid tussen mensen. Ik wil me ervoor inzetten dat iedereen gelijke kansen heeft op gezonde voeding op een duurzame manier.”
Bij Mensa Mensa ontmoeten we onder meer Carolien Martens (Senior Public Affairs & stakeholdermanager, Nederlandse Hartstichting). Martens voert campagnes met als doel een gezondere voedselomgeving. Carlijn Teunissen heeft veel opgestoken van Martens’ verhaal: “Van haar leerde ik hoe je kunt zorgen voor verandering”, vertelt ze. “Identificeer waar de pijn zit, formuleer oplossingen die aansluiten bij verschillende frames en vind gelijkgestemden om mee samen te werken.”
'Deze vormen van voedselproductie kunnen toch naast elkaar bestaan'(Niet) tegenstrijdig
“We hebben alle verschillende kanten van de industrie gezien. Elke kant heeft zijn eigen perspectief op de toekomst van ons voedsel en handelt daarnaar”, blikt Teunissen terug op twee dagen bedrijfsbezoeken. “Is het nuttig om deze kanten als tegenstrijdig neer te zetten?”, reflecteert een andere deelnemer. “Deze vormen van voedselproductie kunnen toch naast elkaar bestaan.”
Wat een goed en realistisch toekomstbeeld is, laat de Academy in het midden. We gaan verward naar huis. Gelukkig hebben we dag vier en vijf nog. Daarover lees je in het derde en laatste artikel in deze serie. Onder leiding van Wilbert van de Kamp, Arthur de Wilde (mede-oprichter van de Academy en manager bij Deloitte) en Joris Lohman maken we dan onze toekomstvisie concreet. Alsof het nog niet uitgebreid genoeg is allemaal, voegt culinair schrijver en presentator Nadia Zerouali nog een dimensie toe aan eten: culturele waarden.
Dit artikel is mede mogelijk gemaakt door het Net Positive Network. Foodlogs Bianca van der Ha deed op uitnodiging mee aan de derde editie van de Net Positive Young Academy. De Academy is gestart in 2022. In een serie van drie artikelen geeft Foodlog een inkijkje in de vijfdaagse Academy en wat deelnemende young professionals drijft.
Hierboven vind je het tweede artikel. Dit gaat over lesdag 2 en 3, de dagen ‘met de voeten in de modder’. We bezochten onder andere een slachthuis, Rotterzwam en het Netherlands Plant Eco-phenotyping Centre. Bij ngo Mensa Mensa spraken we met Carolien Martens (Nederlandse Hartstichting) en Bram Wits (oud-politiek assistent staatssecretaris Dijksma en oud-landbouwraad Ghana en Nigeria).
Het eerste artikel ging over de Net Positive Young Academy, lesdag 1 en waarom young professionals meedoen.
Artikel 3 gaat over de laatste twee lesdagen, waarin we kookten met culinair ondernemer Nadia Zerouali en onze visies concreet en praktisch maakten. Cursisten blikken terug en vooruit: wat gaan ze doen met het geleerde?
Wil je ook een Net Positive Leader worden? Meld je hier aan voor de volgende editie van de Academy. Dat kan tot en met maandag 12 februari 2024.
Hierboven vind je het tweede artikel. Dit gaat over lesdag 2 en 3, de dagen ‘met de voeten in de modder’. We bezochten onder andere een slachthuis, Rotterzwam en het Netherlands Plant Eco-phenotyping Centre. Bij ngo Mensa Mensa spraken we met Carolien Martens (Nederlandse Hartstichting) en Bram Wits (oud-politiek assistent staatssecretaris Dijksma en oud-landbouwraad Ghana en Nigeria).
Het eerste artikel ging over de Net Positive Young Academy, lesdag 1 en waarom young professionals meedoen.
Artikel 3 gaat over de laatste twee lesdagen, waarin we kookten met culinair ondernemer Nadia Zerouali en onze visies concreet en praktisch maakten. Cursisten blikken terug en vooruit: wat gaan ze doen met het geleerde?
Wil je ook een Net Positive Leader worden? Meld je hier aan voor de volgende editie van de Academy. Dat kan tot en met maandag 12 februari 2024.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Ik denk dat de zaken iets anders liggen in de landelijke gebieden. Onze vlees producten komen van de plaatselijke slager. Twee binnen afstand van een paar kilometer. En de Summer saussage wordt zonder meer aangesneden als die van de slager komt.
Bottom up geeft zeker andere beelden en wensen. Maar het risico van zoiets is dat de gefragmenteerde lappendeken op geen enkele wijze aan het noodzakelijk volume komt.
Met andere woorden ik mis de rekenmachine. Met alleen ‘mooi’ en ‘lief’ kom je nergens in wat in essentie de meest basale levensbehoefte is. Daar schuurt dit. Met alle respect voor de deelnemers en leraren leven zij (en ook wij allemaal) zó ver in het topje van Maslow dat we vergeten zijn wat ‘te weinig voedsel ‘ voor consequenties heeft
Is het alleen maar of/of, of kan het ook en/en zijn?
Als je die vraag top down stelt zul je wel op of/of uitkomen. Iets van een berekening die geldt voor het hele land met een conclusie die alleen geldt voor het hele land, of heel Europa. Maar wat als je de vraag bottom up, dwz vanuit de lokale situatie stelt? Dan zie je andere dingen. Als er geen mensen zijn die in een groot slachthuis willen werken en je wilt niet heel veel buitenlanders in je dorp heb je wel een probleem. Een zelfde redenering geld voor het landschap: word je vrolijk van grote lappen Engels raaigras, of vind je afwisseling en biodiversiteit ook belangrijk? Als we lokaal keuzes maken, zeg maar zonder de supers tussen boer en burger, dan denk ik dat de keus een stuk eenvoudiger wordt. En weet je wat? Zo krijg je ook nog verser en dus gezonder eten, schoner water en lucht en een beter rendement voor de boer. Dat kan met aandacht voor het Microbioom in de grond.
Ik ben daar voor!