Wiet is van alle tijden

Cannabis is een neef van humulus, beter bekend als hop. De neven splitsten zich mogelijk 27,8 miljoen jaar af van hun voorouderlijke plant, waarschijnlijk op grote hoogte op een Tibetaanse hoogvlakte. Genetische analyse suggereert dat de twee belangrijkste soorten cannabis die we vandaag de dag roken - Cannabis sativa en Cannabis indica - 1,05 miljoen jaar geleden uiteen gingen. Suggereert, want de iconische bladeren van de plant lieten de afgelopen millennia maar heel weinig gefossiliseerde indrukken achter. Onderzoekers moeten het doen met de sporen van de zaden, het stuifmeel en de genetica.

Zo'n 12.000 jaar geleden was het een van de eerste gewassen die mensen verbouwden voor toepassingen als touw, stof, papier en boogpezen. Eenmaal aan de kweek, verspreidde de plant zich als onkruid over de hele wereld. Het nomadische Yamnaya-volk bracht het ongeveer 5000 jaar geleden van de Euraziatische steppe naar delen van Europa en het Midden-Oosten. Rond 2000 voor Christus had wiet zich over het hele continent verspreid. Chinese boerenhandel bracht de Koreanen aan wiet, Arische indringers verspreidde het naar de rest van Zuid-Azië. Nomadische ruiters brachten de plant van het Midden-Oosten naar wat nu Rusland en Oekraïne is. Germaanse stammen namen de plant mee naar het westen, met Angelsaksische invasies ontkwam ook Groot-Brittannië niet aan wiet. Het duurde tot 1400 na Christus tot cannabis zich verspreidde in Noord-Afrika. Tussen 1500 en 1800 vervoerden Europese kolonisten het over de Atlantische Oceaan waar zich verspreidde over Noord- en Zuid-Amerika.

Harde bewijzen wanneer mensen het voor het eerst gebruikte om high te worden, zijn vaag. Keizer Shen Nung, bekend als de vader van de Chinese geneeskunde, vermeld cannabis in een boek met kruidengeneesmiddelen uit 2800 voor Christus. Het eerste solide rookbewijs van een bijzonder krachtige wiet lijkt van 2500 jaar geleden uit West-China te komen. Onderzoekers vonden daar in vuurpotten sporen van tetrahydrocannabinol (THC), de belangrijkste psychoactieve chemische stof in marihuana, in veel hogere concentraties dan wat wordt aangetroffen in typische wilde cannabis.

Ook hotboxing - wiet roken in een afgesloten ruimte - is niet alleen van deze tijd. De Griekse historicus Herodotus schreef in de 5^e eeuw over plunderende Scythen die in een tent hennepzaden gooiden over gloeiend hete stenen. "De Scythen huilen van vreugde om het dampbad." Dus ook hotboxing is niets nieuw onder de zon. Wel is wiet recent potenter geworden en misschien ook wat gevaarlijker. Door toepassing van nieuwe productietechnieken nam de concentratie van de werkzame stof THC van 5% in 2006 tot 10% in 2016.