Vlaamse peuters krijgen met hun eten bij opvangouders ('onthaalouders', zeggen Vlamingen) en in kinderdagverblijven te veel zout binnen.

Dat concludeert voedingskundige Eva Decock in haar bachelorproef aan de Hogeschool Gent op basis van een onderzoek onder 831 ouders, onthaalouders en kinderdagverblijfmedewerkers.

Brood, kaas, boter, margarine, vleeswaar
Decock bracht in kaart wat haar respondenten weten over het zoutgehalte van producten als brood, kaas, boter, margarine en vleeswaren. Ook onderzocht ze of de respondenten op de hoogte waren van de aanbevolen hoeveelheden zout voor een peuter. Tenslotte onderzocht ze wat de respondenten de aan hen toevertrouwde peuters aan eten voorzetten.

Ze kwam tot de conclusie dat de Vlaamse peuters gemiddeld per dag 657 mg natrium binnenkregen. Dat is 31% meer dan de aanbevolen hoeveelheid van 500 mg voor peuters. Verreweg het meeste zout kregen de peuters binnen met het brood. Net iets minder dan de helft van de ondervraagden wist hoeveel zout er in de genoemde producten zit, en slechts een derde wist de aanbevolen hoeveelheid voor een peuter te noemen.

Voedingscentrum
In Nederland raadt het Voedingscentrum voor kinderen van 1 tot 3 jaar een maximale hoeveelheid van 1,2 gram natrium per dag aan. De Vlaamse peuters zouden met hun werkelijke inname bij ons nog altijd binnen de normen scoren.

Decock stelt dat de recente wetgeving met betrekking tot het vermelden van de hoeveelheid zout op de verpakking 'een goede stap in de richting is' naar meer kennis over zout. Verder pleit ze voor alternatieven (te ontwikkelen door producenten) en meer informatie over de gezondheidsrisico's van een te hoge zoutinname (door de overheid).

Fotocredits: 'Two Shakers', Kai Schreiber
Dit artikel afdrukken