Op zich niet bijzonder, de naam van een chef op keukengereedschap. Bij Blokker hangen theedoeken te koop met de initialen er in geborduurd van Herman den Blijker, die ook reclame maakt voor bonenconserven van Hak. En er is een keur aan messen, pannen, barbecues, snijplanken en prullaria te koop onder de naam: Jamie Oliver. Dat is handel. Een agentschap leurt langs fabrikanten en handelshuizen met de naam van de beroemdheid, die is te koop. Het gaat er maar om dat burgers denken dat een pan, vernoemd naar Oliver, beter is. Genept!

Edwin Vinke op het vismes is andere koek. Hij serveert vooral vis in zijn restaurant en is een bedreven visfileerder; hij laat het niet doen, hij doet het zelf.

Er zijn veel messen waarmee dat aardig goed gaat. Maar het moest beter kunnen. Vinke kwam in contact met Frau Herder te Solingen en samen ontwikkelden ze een mes dat in de wereld zijn weerga niet kent.

Een volkomen logisch verlengstuk van de hand van de mens die vissen in keurige filets wil snijden (in een sterreneethuis heeft nog nooit iemand op een graatje gebeten).


Aan het enigszins gebogen driehoekige mes is meer dan een jaar gesleuteld en in Zeeuws Vlaanderen testte Vinke telkens de prototypen die in Solingen werden gemaakt, met de hand. Hee, we kunnen het begrip ambachtelijk weer eens gebruiken. Een laatste verbetering, het lijkt een klein detail maar het blijkt het mes perfect te maken, is het topje. Dat was bij eerdere modellen een scherpe punt. Het is een ronde punt geworden, maar vlijmscherp. Het maakt, zegt Vinke, dat het mes het werk bijna vanzelf doet. Beetje bijsturen langs de graten is genoeg.

Wie Vinke met zijn nieuwe mes vissen ziet snijden en zelf thuis de vissen doet, gaat het mes op slag hevig begeren. Klein probleem. Het handgemaakte mes kost rond de 200 euro. Alleen als je weet dat het ook makkelijk tweehonderd jaar mee gaat, redeneer je in je hebzucht, dat het dus eigenlijk goedkoop is. Je koopt als het ware een erfstuk.
Dit artikel afdrukken