Dat schrijft de Volkskrant vandaag.

Het ministerie van Landbouw (LNV) houdt nog steeds vol dat het oordeel waarmee de Raad van State in mei 2019 het Programma Aanpak Stikstof (PAS) doorhaalde, "flink steviger was dan waar we rekening mee hielden in onze scenario’s." Uit gesprekken die de Volkskrant voerde, blijkt dat het ministerie al jaren op de hoogte was van de problemen die zouden gaan komen.

In april 2018 formuleerde een ambtelijke werkgroep scenario’s waarin, volgens de krant, "de ernstige consequenties werden beschreven van een mogelijk negatief vonnis door het Europees Hof. Niet alleen zou het stelsel dan instorten, ook zou de overheid mogelijk verplicht zijn om al afgegeven vergunningen weer in te trekken." De krant merkt tevens op dat de studie is weggehouden van minister Carola Schouten. Wel geeft Schouten toe er later wel "van gehoord te hebben".

De ministers Schouten en Van Nieuwenhuizen (Infrastructuur en Waterstaat) besloten dat de vergunningverlening kon doorgaan. "Intern verzet werd daarbij terzijde geschoven", schrijft de Volkskrant. De provincies Overijssel en Brabant waren uiterst kritisch, maar gingen onder ministeriële dwang toch overstag. Suggesties van ambtenaren om vergunningen alleen te verlenen met de clausule dat ze zouden vervallen, als de Raad van State negatief zou beslissen, blijken door de top van het ministerie te zijn genegeerd.

De coalitie van Rutte III staat nu voor een ernstige situatie. De overheid blijkt te hebben gefaald en vergunningen tegen waarschuwingen in te hebben verstrekt.

Politiek toetsingskader
De schade voor bedrijven en de Nederlandse economie is nog onbekend. De gevolgen zullen echter groot zijn, omdat het falen op zoveel terreinen doorwerkt.

De overheid lijkt zich nog steeds niet te realiseren dat herstel van de vergunningverlening onzeker is omdat ieder politiek toetsingskader ontbreekt om de toepassing van de wetsregels om vergunningen te kunnen beoordelen. Om dat kader te realiseren, moeten ingrijpende keuzen worden gemaakt over de door Nederland gewenste verdeling van de stikstofemissies over de activiteiten die de emissies veroorzaken: landbouw, energieopwekking, industriële activiteit, mobiliteit, transport, bouw en wonen.

Veel van die keuzen kunnen bovendien alleen lokaal - gebiedsgericht, in ambtelijke taal - worden gemaakt. Daar komt nog eens bij dat de verdeling van de schaarse ruimte moet gebeuren op basis van rekenmodellen die volgens de rekenmeesters zelf, het RIVM in De Bilt, grote afwijkingen met de werkelijke schadelijke depositie van stikstof op natuurgebieden kunnen hebben. Dat veroorzaakt een potentieel juridisch kruitvat. Zelfs als lokale en provinciale overheden en politiek tot werkbare verdelingskaders komen, houden bedrijven en burgers in zaken waarin ze hun belang geschaad achten, tal van juridisch steekhoudende gronden om de vergunningenverlening via procedures tot in lengte van jaren lam te leggen.

Wrevel in coalitie
Door schade en schande wijs geworden, heeft een groot aantal Colleges van Gedeputeerden in de provincies dan ook nog steeds twijfels bij de aanpak van het kabinet. Ze vinden die nog steeds te optimistisch. Wie een visioen krijgt van uit de hand gelopen overheidsgeklungel met verstrekkende infrastructurele gevolgen, zit er vermoedelijk niet ver naast. Binnen de coalitie zou wrevel over het dossier zijn ontstaan, weet de Volkskrant. Dat lijkt niet onwaarschijnlijk.


UPDATE: 18:00 uur

De minister gaf vandaag de volgende reactie op het artikel in de Volkskrant naar de Tweede Kamer:


Geachte Voorzitter,

Met deze brief reageer ik op de berichtgeving in de Volkskrant van 28 oktober. Ik hecht er aan uw Kamer zelf te informeren over de gang van zaken in aanloop naar de uitspraak van de afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: de Afdeling) afgelopen mei.

Gedurende de looptijd van de rechtszaken die voorlagen bij de Afdeling heeft mijn ministerie intensief samengewerkt met de PAS-partners. Samen met de landsadvocaat zijn de rechtszittingen voorbereid. Ook is gewerkt aan verbetering en aanvulling van de onderbouwing van het PAS, conform de verwijzingsuitspraak van de Afdeling van 17 mei 2017.

Op 7 november 2018 verscheen het arrest van het Europees Hof van Justitie, naar aanleiding van de prejudiciële vragen van de Afdeling. Het Hof oordeelde dat een juridisch systeem als dat van het PAS toelaatbaar was en dat toestemmingsbesluiten voor stikstofdepositie veroorzakende activiteiten daar in beginsel op konden worden gebaseerd. Omdat het Hof de vraag of de onderbouwing van het PAS voldoende was teruglegde bij de nationale rechter, hebben de PAS-partners besloten het oordeel van de Afdeling af te wachten en niet zelf al te beslissen geen vergunningen meer te verlenen. Ook de rechtbank Overijssel oordeelde diezelfde maand in een voorlopige voorziening over veehouderijvergunningen dat het arrest geen aanleiding vormde om vergunningen te schorsen. Dit maakte dat de meeste ambtelijke capaciteit is ingezet voor verbetering en aanvulling van de onderbouwing van het PAS. Daarnaast zijn door ambtelijke werkgroepen scenario’s ontwikkeld voor het arrest van het Europees Hof van Justitie, en later voor de uitspraak van de Afdeling. Deze scenario’s varieerden van het volledig overeind blijven van het PAS tot het volledig onderuitgaan van het PAS. Hierbij bestonden geen blokkades: alle scenario’s zijn beschouwd.

Het rapport van april 2018 waar de berichtgeving in de Volkskrant naar verwijst – en dat ik met deze brief met uw Kamer deel – is onderdeel van de brede gedachtevorming. Het rapport is geschreven op het moment dat de Advocaat-Generaal van het Europese Hof nog met haar advies moest komen. Het loopt mogelijke kwetsbaarheden in het PAS-systeem langs en benoemt welke acties nodig zijn om deze eventueel te repareren. Het rapport als zodanig is niet met mij gedeeld. Het heeft wel aan de basis van de verdere scenariovorming gelegen, evenals aan de acties van de hierboven genoemde werkgroepen van de PAS-partners ter voorbereiding op de uitspraak van het Europese Hof en de zitting en vervolgens uitspraak van de Afdeling. Die scenario’s zijn met mij besproken. Ook in bestuurlijke overleggen met de PAS-partners hebben alle scenario’s altijd op tafel gelegen.

Ik kan mij voorstellen dat uw Kamer naar aanleiding van de berichtgeving vragen heeft. Ik ben graag bereid die vragen van een antwoord te voorzien. In dit verband wil ik er ook op wijzen dat het adviescollege stikstofproblematiek als onderdeel van zijn eindrapportage in mei volgend jaar een beleidsreconstructie zal presenteren. Bovendien zal, zoals toegezegd aan de Eerste Kamer (Kamerstuk 33 669 nr. M), een onafhankelijke evaluatie van het wetstraject om te komen tot het PAS, ook in relatie tot de uitspraak van de Afdeling, gelijktijdig met de beleidsevaluatie van het PAS met uw Kamer worden gedeeld. Uw Kamer ontvangt deze evaluaties voor de zomer van 2020.

Het is goed om te reflecteren op hoe zaken zijn verlopen. Tegelijkertijd vind ik het belangrijk nu vooral ook vooruit te kijken en alle energie te richten op het werken aan een oplossing voor de stikstofproblematiek. Dat doe ik uiteraard graag in nauwe samenwerking met uw Kamer.


Carola Schouten
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Het scenariorapport kan hier worden gedownload.

Eerder deze maand maakte Trouw een reconstructie van de totstandkoming van het PAS onder de titel Hoe het stikstofgedrocht groeide en ter wereld kwam. In die tekst komt de rol van staatssecretaris Henk Bleker (kabinet Rutte I) als bepalend naar voren. Zijn functie in het kabinet en de politieke verhoudingen in het kabinet leidden tot de fuik waarin de PvdA-politici Diederik Samsom en Sharon Dijkma (als staatssecretaris, opvolger van Bleker in Rutte II) het PAS in samenwerking met CDA'er Ger Koopmans (toen landbouwwoordvoerder in de Tweede Kamer) realiseerden. Een en ander moet bezien worden als een resultaat van politieke verhoudingen, niet van heldere vraagstellingen en rationele antwoorden op de daaruit volgende uitdagingen. De NOS zette in een chronologie onder de titel De stikstofcrisis: hoe heeft de politiek het zo ver laten komen de belangrijkste stappen en al jarenlange juridische waarschuwingen tegen het PAS op een rij. Uit die reconstructie komt Dijksma naar voren als de bewindspersoon die het instrument in 2015 uiteindelijk in stelling bracht met door Bleker geïnspireerde argumenten.
Dit artikel afdrukken