Er zijn van die dingen waar we al jaren over jammeren maar waar we niets aan doen. Mensen uit de praktijk hebben vaak de beste ideeën om er wél wat aan te doen.
Gisteren werd bekend dat er Amsterdamse wijken te vinden zijn waar 50% van de jeugd te dik is. De wethouder reageert geschrokken. Maar zo reageren politiek en rapportenmakers al jaren. Ondervoeding is een ander onderwerp. Mensen worden te dik, maar krijgen niet de goede voedingsstoffen binnen. Af en toe luidt iemand de noodklok en dan … ja wat dan?
In de nieuwe serie ‘hoe zou jij het doen?’ vraag ik mensen in de praktijk hoe zij onderwerpen die maar hangen en wurgen zouden aanpakken. De eersteling in deze serie kwam spontaan op in een gesprek met Richard Verheesen, reumatoloog en in voeding geïnteresseerd medicus uit het Máxima Medisch Centrum in Eindhoven.
“Neem – puur ter illustratie – de conclusies uit dit RIVM onderzoek uit 2010. De leidende instanties concretiseren de adviezen die erin verborgen zitten niet.
Het rapport toont aan dat de jodiuminname in zeer kwetsbare groepen (foetus, zuigeling, zwangere en lacterende vrouw) beduidend lager is dan de aanbevolen hoeveelheid. In 2006 liet een soortgelijk onderzoek precies dezelfde conclusie zien.
En wat was de concrete actie? Een advies om te monitoren.
Maar wat hebben we met dit onderzoek en het vorige dan in hemelsnaam gedaan?
Als ik op deze manier als arts met resultaten uit onderzoek omga (18 doden bij pilgebruik Diane 35) en alleen ga monitoren is heel het land in rep en roer. In het geval van voeding vinden we dat geen probleem. Maar ook het monitoren zelf wordt niet geconcretiseerd. Er worden geen tijdslijn en geen follow-up bepaald en er wordt geen dossierhouder aangewezen.
Als je niet begint met het concretiseren van onderzoeksresultaten, dan blijft onderzoek een lege huls. Zo ontstaat een cultuur van rapporten om de rapporten en om CV's en posities te verantwoorden. Helaas zijn er nogal wat onderzoeken zoals dit te vinden.
Als ik het mocht zeggen, zou ik beginnen met het benoemen van eindverantwoordelijke dossierhouders, die dossiers up-to-date houden. Ik zou een cultuur creëren waarin het publiceren van rapporten niet langer vrijblijvend is, door kaders van verplichtingen en verantwoordelijkheden te definiëren voor de onderzoekers en opdrachtgevers. In het geval van jodium – en zo zijn er vele – is niemand eindverantwoordelijk. Geregeld winden velen zich op, maar niemand maakt het zijn probleem. Het ministerie hoor je niet, de Gezondheidsraad zie je nergens en het RIVM werkt alleen in opdracht van. De burger en in dit geval het (on)geboren kind hebben het nakijken.
Het gaat mij niet zozeer om jodium (ook al is daarmee mijn passie voor preventie begonnen), maar vooral om het structurele onderliggende probleem van rapporten en onderzoeken. De vertaalslag naar het hier en nu ontbreekt telkens weer. Nog boeiender is het om na te denken over het waarom daarvan.”
Fotocredits: 'Goed voorbereid zijn voor een missie', uitsnede, Gerard Stolk
Dit artikel afdrukken
In de nieuwe serie ‘hoe zou jij het doen?’ vraag ik mensen in de praktijk hoe zij onderwerpen die maar hangen en wurgen zouden aanpakken. De eersteling in deze serie kwam spontaan op in een gesprek met Richard Verheesen, reumatoloog en in voeding geïnteresseerd medicus uit het Máxima Medisch Centrum in Eindhoven.
“Neem – puur ter illustratie – de conclusies uit dit RIVM onderzoek uit 2010. De leidende instanties concretiseren de adviezen die erin verborgen zitten niet.
Het rapport toont aan dat de jodiuminname in zeer kwetsbare groepen (foetus, zuigeling, zwangere en lacterende vrouw) beduidend lager is dan de aanbevolen hoeveelheid. In 2006 liet een soortgelijk onderzoek precies dezelfde conclusie zien.
En wat was de concrete actie? Een advies om te monitoren.
Maar wat hebben we met dit onderzoek en het vorige dan in hemelsnaam gedaan?
Als ik op deze manier als arts met resultaten uit onderzoek omga (18 doden bij pilgebruik Diane 35) en alleen ga monitoren is heel het land in rep en roer. In het geval van voeding vinden we dat geen probleem. Maar ook het monitoren zelf wordt niet geconcretiseerd. Er worden geen tijdslijn en geen follow-up bepaald en er wordt geen dossierhouder aangewezen.
Als je niet begint met het concretiseren van onderzoeksresultaten, dan blijft onderzoek een lege huls. Zo ontstaat een cultuur van rapporten om de rapporten en om CV's en posities te verantwoorden. Helaas zijn er nogal wat onderzoeken zoals dit te vinden.
Als ik het mocht zeggen, zou ik beginnen met het benoemen van eindverantwoordelijke dossierhouders, die dossiers up-to-date houden. Ik zou een cultuur creëren waarin het publiceren van rapporten niet langer vrijblijvend is, door kaders van verplichtingen en verantwoordelijkheden te definiëren voor de onderzoekers en opdrachtgevers. In het geval van jodium – en zo zijn er vele – is niemand eindverantwoordelijk. Geregeld winden velen zich op, maar niemand maakt het zijn probleem. Het ministerie hoor je niet, de Gezondheidsraad zie je nergens en het RIVM werkt alleen in opdracht van. De burger en in dit geval het (on)geboren kind hebben het nakijken.
Het gaat mij niet zozeer om jodium (ook al is daarmee mijn passie voor preventie begonnen), maar vooral om het structurele onderliggende probleem van rapporten en onderzoeken. De vertaalslag naar het hier en nu ontbreekt telkens weer. Nog boeiender is het om na te denken over het waarom daarvan.”
Fotocredits: 'Goed voorbereid zijn voor een missie', uitsnede, Gerard Stolk
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Dat snap ik Liesbeth. Ik bedoel het in verlengde van Richards opmerking: er zijn heel veel initiatieven, maar wie heeft het overzicht en ziet door de uitvoering ervan zich kennis over wat werkt en wat niet ontwikkelen? Als niemand daar verantwoordelijk is, leren we te weinig.
Dick, ik bedoel het een beetje anders. Want jouw voorstel klinkt weer als weer een nieuw instituut. Ik bedoel 'gewoon' dat mensen die geld krijgen voor activiteiten dit ook verantwoorden naar diegene waarvan ze het geld krijgen.
Klopt de gedachte dat er behoefte is aan een soort Rekenkamertje dat onafhankelijk in kaart brengt en doorrekent wat projecten zoals Liesbeth die noemt - en er zijn veel andere, door vele andere partijen - opleveren en aan kennis opleveren?
@Richard, ik ben blij dat ook iemand anders dat constateert. Mijn timeline op twitter ging helemaal niet inhoudelijk over preventie. Maar ik zag allerlei tweets van partijen die geen flauw idee hebben wat ze aan preventie moeten doen, maar wel alvast probeerden geld binnen te harken. O.a. iemand van de GGD in Amsterdam was daar druk doende mee.
Een preventieproject van de GGD (in Amsterdam) waar ik met verwondering naar heb gekeken: in een uitzending van Nieuwsuur waar een GGD ruim 2,5 ton verspilt aan zogenaamd gezonde lunches met wit brood en Cola Light. Zie: http://nieuwsuur.nl/video/334412-overgewicht-kinderen-wiens-verantwoordelijkheid.html Over het totaal mislukte project communiceren ze in een uiterst vage rapportage dat het project geslaagd is. Zie voor de rapportage: http://www.ggd.amsterdam.nl/ggd/publicaties/rapporten/ doorscrollen naar projecten 2012, lunchen op scholen eindrapport pilot 2010/2011. Er is blijkbaar niemand die controleert waar de GGD mee bezig is, anders was zo'n vaag rapport nooit goed gekeurd. Goed kwantificeren is erg lastig, maar voor 2,5 ton mag je toch wel verwachten dat daartoe minstens een poging wordt gedaan. Als er geen enkele controle is, is het weg gegooid geld.
Ja ik heb het gelezen. Op zich kan het een start zijn, waarbij overigens mij in het geheel niet duidelijk over welke verantwoordelijkheden we het hier hebben, noch over de manier waarop die verantwoordelijkheid wordt afgelegd. De bevoegdheden zijn mij evenmin duidelijk en de kaders komen mij erg vaag voor. Doelstellingen hoor ik niet. Verder is het bijzonder dat we er meteen maar even een bedrag aan vastkoppelen van 18 miljoen. Kortom de borging en visie op een dergelijke ambtenaar is volstrekt onduidelijk, vooral populistisch.
Het bericht stapt moeiteloos over op het zoutprobleem, waarmee direct mijn punt duidelijk wordt gemaakt. Wie is daar de eindverantwoordelijke? Hoe zijn mandaten, verslaglegging, doelstellingen etc in dat dossier vastgelegd. Het dossier loopt al vele jaren en er verandert helemaal niets terwijl er wel zeer veel kosten worden gemaakt. De gemiddelde directeur van een bedrijf wordt voor minder ter verantwoording geroepen, maar wie is dat hier? De minister? Die weet niet hoe snel zij moet zeggen dat er wel degelijk veel gebeurd. Maar waarom meten we dan geen enkel verandering in al die jaren? Wat zijn uberhaupt de jaarlijkse doelstellingen in dit dossier? Zonder doelstellingen vooraf kom je met alles weg. Maar er is geen enkel "stappenplan". De discussies worden dan ook niet scherp gevoerd en men spaart kool en geit in Den Haag. Want met een stappenplan met vooraf vastgestelde doelstellingen en jaarlijkse verantwoording wordt de discussie volstrekt anders, maar ook lastiger voor de verantwoordelijken. En vandaag in de oppositie kan betekenen dat je morgen in het kabinet zit. En vervolgens heeft de oppositie dan zelf last van dergelijke borging van projecten en zelfopgelegde verantwoordelijkheden.