Gezondheidsfunctionarissen waarschuwen het publiek al tientallen jaren voor antibioticaresistentie. Hoe nijpend het probleem is, blijkt uit een voorlopig rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie. Daaruit blijkt dat maar 27 antibiotica op dit moment in de klinische testfase zitten. In 2020 waren meer dan 1.300 medicijnen tegen kanker in het klinische teststadium aangeland.

Of de nieuwe antibiotica het gaan redden, is ook nog niet zeker. Tussen 2017 en 2021 werd slechts één nieuw antibioticum, cefiderocol, goedgekeurd, aldus NBC News.

Volgens de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC) krijgen alleen al in de VS ieder jaar meer dan 2,8 miljoen mensen te maken met een geneesmiddelenresistente infectie. Dat leidt inmiddels tot meer dan 35.000 doden.

Wereldwijd zijn we hard op weg naar de 10 miljoen resistentiedoden per jaar in 2050. Bacteriën zijn overigens niet de enige boosdoener: in het Engels spreken we over 'antimicrobial resistence'. Bijvoorbeeld ook schimmels kunnen geneesmiddelresistent zijn.

Resistentie versnelt
"Antimicrobiële resistentie is een van de grootste mondiale gezondheidsbedreigingen voor de mensheid", zegt Valeria Gigante van de WHO. "We moeten het geen stille pandemie meer noemen. We moeten luid en duidelijk zijn: het is inderdaad een pandemie."

Het gematigde gebruik dat biologisch gewenst is, is strijdig met de principes van de vrije economie
Volgens de WHO neemt de 'snelheid' waarmee resistentie zich ontwikkelt toe. Tussen 1970 en 2000 duurde het gemiddeld twee tot drie jaar voordat resistentie tegen nieuwe antibiotica ontstond, waar dat tussen 1930 en 1950 gemiddeld 11 jaar duurde. Tijdens de eerste dagen van de coronapandemie schoot de ontwikkelingssnelheid van resistentie helemaal de lucht in, omdat de zorg wereldwijd overmatig gebruik maakte van antibiotica. Tevergeefs, want covid wordt veroorzaakt door een virus, niet door een bacterie.

Het traditionele economisch model voor nieuwe geneesmiddelen is dat farmaceutische bedrijven grote bedragen investeren om de veiligheid en doeltreffendheid van een geneesmiddel te testen. Die investeringen verdienen ze terug met de verkoop zodra het medicijn is goedgekeurd. Maar bij antibiotica werkt dat niet. De ontwikkeling van een nieuw antibioticum kan twee decennia duren en kost zo'n $568 tot 700 miljoen. Slechts 1 op de 30 van deze geneesmiddelen wordt uiteindelijk goedgekeurd. Maar dan nog mag de farmaceut niet 'los', omdat er internationaal naar gestreefd wordt om overmatig of onnodig antibioticagebruik te voorkomen. Dat werkt immers resistentie in de hand. "Bij een nieuw antibioticum zeggen we 'gebruik het niet' of 'gebruik het spaarzaam zodat het langer meegaat'," zegt Venkatasubramanian Ramasubramanian, van de Indiase Clinical Infectious Diseases Society "Het is voor niemand in de industrie een aantrekkelijk voorstel."
Het gematigde gebruik dat biologisch gewenst is, is strijdig met de principes van de vrije economie.

'Netflixmodel'
Hoe kan het dan wel? Een ander financieel model is een optie. In de VS wordt momenteel een wet ontwikkeld,die het mogelijk maakt farmaceutische bedrijven te betalen om cruciale nieuwe geneesmiddelen beschikbaar te stellen. "Het zou een Netflix-achtig abonnementsmodel zijn," aldus NBC News. Geneesmiddelenbedrijven zouden zo niet afhankelijk zijn van de minimale inkomsten die ze zouden krijgen bij de verkoop van hun antibiotica (aantal verpakkingen) op de commerciële markt. Lidmaatschap en bescherming moeten de basis vormen van het nieuwe business-model. Het aantal verkochte verpakkingen maakt dan niet meer uit.

Ook zou er, in plaats van te blijven investeren in dure medicijnenontwikkeling, nader gekeken moeten worden naar de middelen die in de natuur al beschikbaar zijn, zoals Tedje van Asseldonk recent op Foodlog bepleitte voor schimmelresistentie.
Dit artikel afdrukken