image


Dekken reclamemakers zich in tegen hun mogelijk schadelijke invloed op het gedrag van consumenten of moet de oorzaak voor vetbuik inderdaad buiten de voedingsindsutrie worden gezocht?

Een Engelse reclamemaker heeft in ieder geval duidelijk standpunt: graag, schaf de reclame af en je zult zien dat vetbuik gewoon doorgaat! Dan mag er daarna tenminste weer gewoon reclame worden gemaakt.

De negatieve invloed van reclame-uitingen wordt overschat, omdat reclame niet altijd een slechte invloed hoeft te hebben. Volgens Christopher Graham, baas van de Britse Advertising Standards Authority (ASA), wordt er in Groot-Brittannië te veel naar de reclame gekeken als oorsprong van de te dikke, te dunne, te veel drinkende en te veel gokkende Britten. Reclame krijgt hier steeds vaker de schuld van.
Volgens Graham is het echter zaak relativerend te kijken naar de problemen, omdat reclame niet altijd een negatieve invloed heeft op de maatschappij. Zo eten de Britten al vele jaren slecht. Daarnaast worden veel Britse kinderen met de auto naar school gebracht en voor sport is ook geen ruimte, omdat de sportvelden bij de scholen vaak verkocht zijn. Het logische gevolg is een grotere kans op overgewicht en obesitas. De ASA houdt de reclame bovendien in de gaten, maar alle opgelegde restricties hebben niet tot een vermindering van bijvoorbeeld het alcoholgebruik geleid. Volgens Graham moet er dan ook meer zelfregulering komen in de reclamewereld en bij de consument zelf. Eventuele restricties door de ASA komen de branche uiteindelijk alleen maar ten goede, omdat dan blijkt dat niet alleen reclame de boosdoener is.


bron: Adformatie, p. 34
Dit artikel afdrukken