De landbouwuniversiteit drukte de milieueffecten van sojateelt in de levenscyclusanalyse alleen uit in CO2-uitstoot en liet andere milieuaspecten zoals biodiversiteit buiten beschouwingNieuwe uitgangspunten
Questionmark stelt in een afgelopen vrijdag (zie FL 1) uitgebrachte studie dat twee uitgangspunten bepalend zijn voor de conclusies van het Wageningse onderzoek. De landbouwuniversiteit drukte de milieueffecten van sojateelt in de levenscyclusanalyse alleen uit in CO2-uitstoot en liet andere milieuaspecten zoals biodiversiteit buiten beschouwing. Bovendien deelden de onderzoekers de milieubelasting van boskap aan alle landbouwgrond in alle landen toe, zodat de belasting van specifieke eco-systemen niet tot uiting kwam. Daarom werd de milieu-impact van de boskap in Zuid-Amerika voor de aanleg van sojaplantages niet gealloceerd aan sojateelt. In de nieuwe studie van Questionmark zijn deze twee uitgangspunten aangepast. Nu zou blijken dat sojateelt in Europa 'vijf tot negen maal duurzamer is' dan in Zuid-Amerika.
Het gaat niet om de uitkomsten
Hendrik Rietman is gewasveredelaar. Hij vroeg ons hier de vraag te willen stellen aan akkerbouwers: zijn de uitgangspunten van Questionmark daadwerkelijk evenwichtiger dan die van WUR?
Rietman erkent de winst die Questionmark claimt op het gebied van biodiversiteit. Die wordt echter tenietgedaan als de bij-effecten niet op de juiste manier gewogen worden en niet wordt gekeken naar zowel de teeltvolumina die over de aarde verschuivenDaar heeft hij de volgende redenen voor:
- het vervoer van soja vanuit Zuid-Amerika kost een verwaarloosbare CO2-uitstoot
- wij moeten ploegen om soja te verbouwen terwijl dat in met name Argentinië, Uruguay en Paraguay in minder dan 20% van de teelt nog wordt gedaan; dat is belangrijk als maatregel voor bodembehoud
- wij moeten meer herbiciden gebruiken omdat we geen Round-Up Ready gewassen gebruiken
- in Zuid-Amerika is slechts één ronde met Round-Up voldoende om verder zo middel-vrij mogelijk te kunnen telen.
In termen van biodiversiteit erkent hij de winst die Questionmark claimt. Die wordt echter tenietgedaan als de bij-effecten niet op de juiste manier mee worden genomen in de score en niet wordt gekeken naar zowel de teeltvolumina die over de aarde verschuiven als de milieu- en bodemimpact die onze teelttechnieken en gewasbeschermingsmethoden met zich meebrengen.
Akkerbouwers en kenners van landbouwgif: heeft Rietman een punt en moet Questionmark eveneens van bevooroordeelde - want uitgangspuntafhankelijke - uitkomsten worden beticht, terwijl juist de keuze van uitgewogen uitgangspunten de kern van het vraagstuk is?
Fotocredits: Soja, Bruno_Caimi
Op 30 november krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Jacomijn, waarom heb je het in dit verband steeds weer over duurzaam en het sluiten van kringlopen. Landbouw is, was, wordt nooit duurzaam en jouw kringlopen zijn zo lek als een mandje.
Lees nu net voor de tweede keer The Shocking History of Phosphorus: A Biography of the Devil's Element van John Emsley.
How much phosphorus do crops remove? Seed crops remove most because seeds store phosphate, as inositol hexaphosphate, for when it germinates, so it is not surprising that a crop of beans will remove 11 kg of phosphorus from a hectare of land. Potatoes also remove a similar amount, while wheat takes 7 kg and sheep 1 kg and trees only 0,5 kg.
Kringloop sluiten? Duurzaam? Amenooit niet!
Allereerst Hendrik Rietman bedankt voor het onder de aandacht brengen van het rapport.
Hierbij een reactie (excuses voor de vertraging)
Dit rapport heeft inzicht willen geven in de voorwaarde die gesteld is in de afspraken van het Verbond van Den Bosch uit 2011, dat januari 2010 minimaal 50% van het eiwitrijke diervoer uit Europa komt “onder de voorwaarde dat de eindbalans duurzamer is”. Op basis van de cijfers betoogt Milieudefensie dat aan deze voorwaarde ruimschoots wordt voldaan.
Allereerst een reactie op de vragen over de rol van Questionmark en de methodiek (op hoofdlijnen)
Questionmark is een onafhankelijke stichting. Zij heeft als doel het transparant en toegankelijk maken van de actuele duurzaamheidsprestaties van consumentenproducten. Hierbij betrekt Questionmark zoveel mogelijk stakeholders uit de productieketens. Dit onderzoek is uitgevoerd door de onderzoekers van Questionmark als aanvulling op het rapport van De Boer e.a. 2014, met zoveel mogelijk dezelfde methode.
De ReCiPe methode is een internationaal breed geaccepteerde methode om de duurzaamheidsprestatie van een product te vangen in één getal om zo verschillende producten of productieketens met elkaar te vergelijken. De weging van de verschillende indicatoren ligt vast in de methode zie hier. Questionmark heeft voor dit rapport dezelfde ReCiPe-versie gebruikt als gebruikt is in het rapport van De Boer e.a. uit 2014, waar dit rapport een aanvulling op is.
Questionmark heeft getracht de werkelijke situatie zo goed mogelijk te benaderen als mogelijk is met een kwantitatieve studie. Alle uitgangspunten staan in het rapport. Echter, zoals ook opgemerkt in de discussie van het rapport, neemt de gebruikte methode niet alle duurzaamheidsaspecten mee. Milieuaspecten als bodemkwaliteit en het sluiten van kringlopen worden niet of nauwelijks meegenomen. Ook sociale aspecten als toegang tot land, gezondheid en veiligheid van werknemers en de lokale bevolking zijn onderdeel van duurzaamheid maar zijn geen onderdeel van deze methode.
Dan de overige vragen en reacties.
Over Round-Up gebruik was al duidelijkheid gekomen in reactie # 19. Ik zal in deze reactie proberen zoveel mogelijk de overige vragen en reacties te bespreken
Vervoer vanuit Zuid-Amerika zouden wij niet per sé verwaarloosbaar willen noemen. Vooral het vervoer per vrachtauto (binnen Brazilië al snel meer dan 1000 km) veroorzaakt behoorlijk wat uitstoot en gebruik van fossiele energie. Ten opzichte van het effect van boskap in Zuid-Amerika, is het effect van vervoer beperkt. Zoals figuur 3 van het rapport laat zien, veroorzaakt boskap 78% van de milieuschade van de sojateelt in Zuid-Amerika.
Wat betreft effecten op de bodem zoals ploegen, deze worden in een LCA studie zoals deze inderdaad niet goed meegenomen (Life Cycle Analysis of wieg-tot-graf analyse). Dit vinden wij ook erg jammer, omdat duurzaam omgaan met de bodem en het sluiten van kringlopen essentieel zijn voor een duurzame landbouw.
#3 Zé, wat betreft mest is voor de stikstofgift inderdaad uitgegaan van organische mest, voor fosfaat van kunstmest (voor de Europese teelt). Deze gegevens zijn overgenomen van De Boer e.a., om een heldere vergelijking te kunnen maken met als enige verschil de toewijzing van boskap en het meenemen van meer dan alleen CO2 uitstoot.
# 12 Liesbeth, dat dubbel oogsten is een goed punt. De Boer e.a. schrijven hier niets over. Questionmark beschrijft haar aannames hieronder op pagina 24 van het rapport (en in de bijlage). Uit bronnen blijkt dat soja meestal dubbel geteeld wordt met mais. In Brazilië op ongeveer 40% van het areaal, in Argentinië op 25%. Landgebruik en landgebruiksverandering zijn proportioneel toegewezen aan soja en mais volgens deze getallen.
#15 Prettig om te lezen dat Nevedi niet zozeer onvolkomenheden in de data of de methode van de onderzoekers ziet. Naar een reactie op de gepresenteerde data, en hoe Nevedi hiermee aan de slag zal gaan richting een circulaire economie, zijn wij benieuwd.
In de consequentiële LCA van de Boer e.a. (2014), die Nevedi verder noemt, is uitgegaan van verdringing van de teelt van mais naar Noord-Europa. In het Questionmark rapport is dat uitgangspunt overgenomen, en is de consequentiële LCA van De Boer aangevuld met de aanname over boskap van Questionmark (boskap toerekenen aan specifiek land en gewas i.p.v. verdelen over alle landbouwgrond in de wereld). Hieruit blijkt dat de netto milieuwinst van het verplaatsen van sojateelt van Zuid-Amerika naar Europa (mét verdringing van andere teelten naar buiten Europa dus), geen 0,13 ton CO2 per ton sojabonen is (De Boer e.a.), maar 3,5 ton CO2 per ton sojabonen (Questionmark).
Op het IvP in Wageningen werd begin 80er jaren al wat onderzoek gedaan naar het verbouwen van een soja-vervanger, maar dat was Vicia faba (tuinboon, veldboon). Was geloof ik geen succes, maar weet niet waarom. A.Ph. de Vries deed dat, als ik me niet vergis. Lupines zouden waarschijnlijk beter werken.
Verder kan ik helemaal niets met dat meer of minder onduurzaam zijn van Europese vs Braziliaanse soja. Veel te veel variabelen die onmogelijk op een neutrale wijze gekwantificeerd en aan elkaar genormeerd kunnen worden. De beste aanpak lijkt me inderdaad de basis-grondregel van toegevoegde-waarde systemen, of landbouwketens: laat het duurste produkt de meeste kosten dragen. Bijv: het is beter om (dure) karkassen over grote afstand te transporteren dan goedkope voedingsingredienten (alhoewel, voor karkassen heb je koelschepen nodig, en soja kan zo los in het ruim...). Maar langs die lijnen. En milieu- of duurzaamheidsfactoren kunnen op dezelfde manier in overweging worden genomen. Helemaal sluitend wordt het nooit, maar je wordt gek als je rapportcijfers moet gaan geven voor alle verschillende factoren die een rol spelen, en die dan ook nog eens tegenover elkaar op waarde moet schatten. Ik denk dat daar Frank's (nr7) probleem vandaan komt.
Lupinus Luteus Dirk. (gele lupine) De tuincentra versies hebben niet zoveel te maken met de zoete soorten voor productie, ze zijn giftig. Ook de wilde lupine is wel familie, maar heeft heel andere kenmerken dan de zoete soorten. Albus (witte lupine) heeft grote bonen, bekend van rond de M. Zee. Angustifolius (blauwe lupine) heeft kleine kogelvormige boontjes. Deze drie zoete soorten werden tussen 1927 en 1930 veredeld door de Duitsers (o.a. Baur) en zijn kenmerkend vanwege het lage alkaloidegehalte. Daarvoor kwam nog wel eens lupinevergiftiging voor bij dieren die ermee gevoerd werden. Eiwitgehalte en stikstofvorming zijn altijd de attracties van lupine geweest. Kunstmest en de opkomst van soja deed de lupine wat in vergetelheid brengen.
In Australie (80% van de wereldproductie) is Angustifolius de hoofdsoort, in bijvoorbeeld Frankrijk wordt nog overwegend Albus verbouwd. Belangrijkste bestemmingen zijn veevoer en bakkerijgrondstoffen.
@Jos en Hendrik: de diepblauwe, meterhoge lupine uit de tuincentra, ook wel verwilderd, is niet de L. angustifolia, en de NLse voederlupine/bodemverbeteraar van vroeger was een botergele, laag blijvende. In Portugal kreeg ik ooit lupine zaadjes bij de borrel, L.albus. Lekkere beet had die!