In totaal produceerde Nederland 120 miljard kWh aan elektriciteit, dat is 1% meer dan een jaar eerder. In de energiemix was een grote verschuiving zichtbaar: de groene energieproductie steeg met 21% ten opzichte van vorig jaar, terwijl fossiele bronnen 12% minder bijdroegen. Uit kolen en aardgas werd respectievelijk 38% en 4% minder elektriciteit geproduceerd, mede doordat er goedkopere wind- en zonne-energie beschikbaar was.

Meer zon en wind, minder biomassa
Uiteindelijk liep de productie van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen in 2023 op naar 57 miljard kWh. Windenergie pluste met 35% en nam 29 miljard kWh voor zijn rekening, zonne-energie leverde 21 miljard kWh (plus 24%). In beide gevallen groeide de capaciteit, zowel van opgestelde windmolens op zee en land (nu in totaal 11 GW) en als geplaatst vermogen aan zonnepanelen (4,3 GW). De derde grote bron die we als groene energie meetellen, biomassa, leverde 7,0 kWh energie. Dat was 1,7 miljard minder dan het jaar ervoor, onder meer doordat er minder biomassa is gestookt in kolencentrales.

Nederland opnieuw energie-exporteur
Alles bij elkaar resulteerde dit erin dat Nederland een recordhoeveelheid elektriciteit van 25 miljard kWh kon uitvoeren. Dat was 10% meer dan het jaar ervoor. Het meeste daarvan ging naar Duitsland (10 miljard kWh), België (8 miljard kWh) en het Verenigd Koninkrijk (4 miljard kWh). Dat betekent niet dat Nederland het zonder invoer van elektriciteit kon stellen: ook die nam vorig toe en wel met 5% tot 19 miljard kWh. De invoer vanuit Noorwegen - waar de waterkrachtcentrales meer elektriciteit produceerden - nam het meest toe (1,1 miljard kWh). Per saldo bevestigde Nederland voor het tweede opeenvolgende jaar zijn positie als energie-exporteur, dankzij de sterke toename van wind- en zonne-energie.

Warmtepompenmakers in problemen
Ziet het er met de energietransitie aan de productiekant goed uit, aan de verbruikskant tekent zich een minder gunstige ontwikkeling af. Voor het eerst in 15 jaar daalden de verkoopcijfers van warmtepompen in de meeste Europese landen. In 2023 werden er in Europa 2,6 miljoen warmtepompen verkocht, een daling van 5%, met als gevolg een ontslaggolf en algemene onzekerheid binnen de branche. In Nederland groeide de verkoop vorig jaar overigens met 40.000 stuks naar 150.000, maar wij behoren tot de uitzonderingen

'Stroom-gasratio'
De belangrijkste oorzaak is dat de aantrekkelijkheid van warmtepompen afhankelijk is van de prijsverhouding tussen gas en elektriciteit. Met de recente daling van de gasprijzen in Europa en de relatief hoge elektriciteitsprijzen worden warmtepompen als een minder aantrekkelijke optie gezien, zegt Jozefien Vanbecelaere van de Europese Associatie voor Warmtepompen (EHPA) in Euractiv. Met andere woorden: gas is te goedkoop om de hoge investeringskosten die een warmtepomp vraagt snel genoeg terug te verdienen.

Een warmtepomp is rendabel als de elektriciteitsprijs niet meer bedraagt dan het dubbele van de gasprijs. In Nederland was de stroom-gasratio vorig jaar 1,91, en dus gunstig. In andere Europese landen lag de ratio hoger, net als voor de EU als geheel met 2,43, aldus het FD.
Dit artikel afdrukken