Nederland zou de bouw moeten overwegen van een 'megabatterijenfabriek', schrijft het Financieele Dagblad. InnoEnergy, een samenwerkingsverband van Europese bedrijven en kennisinstellingen is daarvoor in Nederland verkennende gesprekken aan het voeren.

ING Bank, pensioenuitvoerder APG en de Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM) zouden in beeld zijn. Ook zou InnoEnergy in gesprek zijn met ondernemer Kees Koolen, "die grote plannen had voor een batterijenfabriek in China en een batterijencampus in Twente wilde opzetten." Koolen verdiende zijn fortuin met Booking.com en is ook bekend van eerdere plannen voor een megamelkveehouderij.

Europese bedrijfstak?
Het initiatief voor een 'eigen', Europese bedrijfstak rondom batterijen is als European Battery Alliance anderhalf jaar geleden gelanceerd door eurocommissaris Maros Sefcovic (energiezaken). Om onafhankelijk te worden van leveranciers in Oost-Azië en Noord-Amerika, zou Europa zelf moeten inzetten op het produceren van batterijcellen. Sefcovic voorziet dat er meer dan 10 megabatterijfabrieken nodig zouden zijn om in de snelgroeiende behoefte aan batterijen voor elektrische auto's te voorzien.

Met de productie van grondstoffen voor batterijen is veel mis, maakte Amnesty International dit weekend nog eens duidelijk. Elektrisch rijden is helemaal niet 'schoon'. Ja, wel vanuit het oogpunt van de lokale uitstoot. Maar bepaald niet als je de lokale omstandigheden bij de winning van de benodigde grondstoffen in aanmerking neemt. Milieuproblemen, dramatische arbeidsomstandigheden en mensenrechtenschendingen (kinderarbeid) zijn schering en inslag.

Kritische grondstoffen
In accu's en batterijen, en ook in zonnepanelen en magneten voor windmolens zitten een aantal bekende en minder bekende metalen. Denk aan bekende metalen als aluminium, nikkel, lithium en kobalt, maar ook aan 'zeldzame aarden' als neodymium, praseodymium en dysprosium. Van dat eerste zit in een gemiddelde elektrische fiets zo'n 85 gram, in een elektrische auto 800 gram. Voor sommige van deze 'kritieke grondstoffen' kan de toevoer al in 2030 problematisch worden.

Het probleem met die stoffen is niet zozeer dat ze schaars zijn, schrijft Dieter de Cleene in EOS (via Blendle). Ze zijn - nu nog - te duur om te winnen.
Een groter probleem is dat een aantal van die essentiële grondstoffen uit "politiek instabiele of corrupte landen komt" en dat sommige elementen een beperkt aantal leveranciers kennen. Zo komt 95% van de zeldzame aarden uit China en 65% van het kobalt uit Congo. De winning gebeurt met de gevolgen voor milieu en mens waar Amnesty op wijst. De Europese Unie heeft nieuwe regelgeving opgesteld. In 2021 mogen geen 'conflictmineralen' meer worden ingevoerd, maar die regel geldt alleen voor tin, tantaal, wolfraam en goud. De meeste 'groene conflictmineralen' vallen er niet onder.

"In West-Europa willen we schone technologie, maar we willen niet dat de metalen die daarvoor nodig zijn hier worden ontgonnen. Laat ze dat maar in China of Congo doen. Zo wentelen we de milieu-impact af op het Zuiden. Sta mij toe dat hypocriet te noemen"
Alternatieven, recyclen, mijnen
Europa kan, om de afhankelijkheid van een beperkt aantal leveranciers die-niet-altijd-netjes-binnen-de-lijntjes-kleuren, aan drie oplossingen denken: alternatieven vinden en gebruiken voor kritieke grondstoffen, recyclen, of nieuwe mijnen openen. De eerste twee oplossingen zijn technisch ingewikkeld en, zolang er goedkope grondstoffen beschikbaar zijn, commercieel niet haalbaar. In het kader van de European Battery Alliance zijn wel proefprojecten gaande om de mogelijkheden te verkennen.

Mijnbouw in Europa is wel denkbaar. In Zweden en Groenland zijn zeldzame aarden te mijnen; in Griekenland, Cyprus en Macedonië bevindt zich kobalt. Er is nog wel een probleem op te lossen: zonder overheidssteun is de exploitatie niet rendabel op te zetten. Maar staatssteun staat binnen Europa gelijk aan schending van het principe van de vrije marktwerking. "Als je ziet hoe andere landen zoals China, de Verenigde Staten en Japan wél effectief hun belangen beschermen, zijn we in Europa naïef," zegt Peter Tom Jones, expert duurzaam materialenbeheer aan de KU Leuven, in EOS.

En dan is er nog een probleem. "In West-Europa ", zegt Jones, "willen we schone technologie, maar we willen niet dat de metalen die daarvoor nodig zijn hier worden ontgonnen. Laat ze dat maar in China of Congo doen. Zo wentelen we de milieu-impact af op het Zuiden [lage inkomenslanden, red.]. Sta mij toe dat hypocriet te noemen."

'Geen wens vanuit de markt'
Terug naar de Nederlandse megabatterijfabriek of een Europese batterijtak. Is het daar eigenlijk niet al te laat voor? Jacob Ruiter van InnoEnergy is optimistisch. "Het geld is er," zegt hij. "Dat is het probleem niet meer. Nu de overheid. Het project is zo groot dat je die erbij moet hebben. Het kan alleen slagen als het een publiek-private samenwerking wordt." Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat laat weten "vooralsnog geen wens van de markt te hebben gehoord om in te zetten op grootschalige batterijproductie."
Dit artikel afdrukken