Gisteren bracht het AD een scoop. Het blad meende dat het Mesdagfonds had berekend dat het om 23% zou gaan. Het blijkt een beetje minder, maar het verschil blijft groot en wel degelijk bijna de helft van het stikstofprobleem zoals het tot op heden op basis van de officiële rekenmodellen van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne (RIVM) wordt gezien.
Boerenbusiness bracht vandaag een feitelijk verslag van de persconferentie waarin het Mesdagfonds zijn bevindingen presenteerde. Mesdag berekende de neerslag van boerendepositie op natuurgebieden. De cijfers verschillen sterk van de cijfers waarmee het kabinet en de Commissie Remkes rekenen om die natuurgebieden te beschermen, want daar gaat volgens de Europese natuurbeschermingsregels de discussie over. Overheid en Remkes rekenen, volgens Mesdag, met cijfers die gelden voor Nederland als totaal. Boerenbusiness brengt twee vergelijkende grafieken die verschillen tussen de cijfers van overheid en Mesdag duidelijk maken.
In Café Weltschmerz legt Geesje Rotgers namens het Mesdagfonds uit wat de nieuwe cijfers betekenen:
De persconferentie van vanmiddag is te bekijken via het youtubekanaal van Nieuwspoort in Den Haag:
Mesdag verzet zich al jaren tegen de modelberekeningen van het Rijksinstituut. De industrie is volgens Mesdag voor 6% verantwoordelijk voor de stikstofuitstoot in Nederland, verkeer en scheepvaart 42%. In het RIVM-rapport wordt de industrie voor slechts 1 procent verantwoordelijk gehouden voor de stikstofuitstoot en het verkeer voor 12 procent. Volgens het RIVM bedraagt de gemiddelde onzekerheidsmarge in de uitstoot door de landbouw 25 tot 30 procent. Per boerderij kan dat echter oplopen tot 70 procent.
Een woordvoerder van het RIVM liet gisteren het Algemeen Dagblad weten dat het gebruik van modellen "een gebruikelijke, wetenschappelijke manier van werken’’ is, ook "de weersvoorspelling is gebaseerd op modellen". De laatste opmerking is opmerkelijk. De vraag is immers of en hoe wetgeving en met name handhaving in de agrarische sector structureel en langjarig gebaseerd kunnen worden op onzekerheden zoals weersvoorspellingen terwijl bovendien andere mogelijke bronnen voor het weer zijn geïdentificeerd.
Het RIVM heeft niet mee mogen kijken bij totstandkoming van de analyses en bevindingen van Mesdag en toonde zich daarover teleurgesteld in de krant.
Boerderij citeert Jan Cees Vogelaar (van het Mesdagfonds) en Mesdag-onderzoeker Geesje Rotgers. Volgens hen kloppen de gelekte en geciteerde cijfers waar het AD de hand op wist te leggen niet.
Boerderij schrijft: "De conclusie dat de landbouw voor niet meer dan 23% van de stikstofdepositie in Nederland verantwoordelijk is, klopt niet. Dat zegt onderzoeker Geesje Rotgers.
Zij geeft in opdracht van Mesdag Zuivelfonds leiding aan onderzoek naar de stikstofcijfers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Rotgers weerspreekt berichtgeving in het Algemeen Dagblad." Vogelaar gaat nog een stap verder en zegt dat er niets klopt van wat hij in het bericht heeft gelezen.
Bij de persuitnodiging voor de presentatie van de cijfers door Mesdag morgenmiddag in Nieuwspoort werd uitdrukkelijk vermeld dat de cijfers niet vooraf met journalisten gedeeld zouden worden.
@ADnl @GerbenKuitert Graag bijgaand artikel rectificeren; @UvA_Amsterdam heeft nog geen gegevens verstrekt en de metingen volgen nog. Wellicht zijn literatuurgegevens bedoeld? @rivm @JanCeesVogelaar https://t.co/PTN326q0sq
— Annemarie van Wezel (@wezelannemarie) February 19, 2020
'Uitgelekt stikstofonderzoek Mesdag Zuivelfonds niet gebaseerd op cijfers van Universiteit van Amsterdam' https://t.co/xFYWZvuWvz #rtvoost
— RTV Oost (@rtvoost) February 19, 2020
Namens MOB, reageerde Johan Vollenbroek aan het begin van de avond op de presentatie van Mesdag:
De onderstaande analyse is op basis van alleen de presentatie in Nieuwspoort van vandaag. De presen- tatie zelf hebben we niet ontvangen noch de onderbouwing van de gepresenteerde grafieken.
Algemeen
Presentatie van het Mesdag team rammelt, is op punten intern tegenstrijdig, elke onderbouwing ont- breekt tot nog toe.
Aeriusmodel en onderliggende emissiedata en programmering
Het Aeriusmodel wordt kennelijk voorlopig toch omarmd door het Mesdag team als een adequaat mo- del. Dit geldt voor een van de sprekers kennelijk ook voor de emissiedata. Volgens een andere spreker klopt er van de ammoniakemissies in het data bestand niet veel.
Onjuiste/onduidelijke standpunten in de presentatie:
1. Er zou stikstofruimte in het PAS zitten die ten onrechte niet wordt uitgeven in vergunningen. Dit is
onjuist. Dat was het geval ten tijde van het PAS. Kennelijk is nog niet doorgedrongen dat het begrip
“ontwikkelruimte” is vervallen met het vervallen van het PAS.
2. Het begrip KDW is niet goed begrepen. Dit is geen norm uit de Habitatrichtlijn. Betekenis van
KDW: “KDW is de grens waarboven het risico niet kan worden uitgesloten dat de kwaliteit van het habitattype significant wordt aangetast als gevolg van de verzurende en/of vermestende invloed van atmosferische depositie. Het risico op effecten wordt groter naarmate de overschrijdingsduur en de mate van overschrijding toeneemt”. Het is dus geen norm of absoluut getal. Het team heeft dit niet begrepen.
3. De NOx-emissie van Shell Pernis is geen 3.300 ton/jaar zoals Mesdag beweert maar ruim 2.000 ton/jaar. Verder is de schoorsteenhoogte 213 m, zodat de stikstof tot in Zweden deponeert. De verdunning is enorm. Emissiepunten van boerderijen liggen veel dichter bij de grond, vaak maar op enkele meters hoogte.
4. Het Mesdag team leek te beweren dat ammoniakemissies per veehouderij in de orde van grootte van kilogrammen/jaar zouden bedragen. In ons vergunningdossier zien wij vergunde emissies tussen 2.000 en 15.000 kg/jaar ammoniak van veehouderijbedrijven. Dit is dus onjuist.
5. De drempel van 10.000 kg/jaar die wordt genoemd heeft betrekking op het Europese register (PRTR). Dit PRTR register speelt geen enkele rol in het Aeriusmodel en staat daar geheel los van.
6. Het Mesdag team beweert dat ammoniak heel dichtbij de bron terecht komt. Ook dit is niet juist. Verspreiding vindt plaats tot op vele tientallen kilometers.
7. Monitoring van ammoniakemissies is in grote bedrijven juist wel uitstekend op orde als gevolg van de voorgeschreven continue monitoring. Dit leidt bij de grote bedrijven (zoals Shell, etc.) tot rela- tief nauwkeurige emissiegegevens. Dat is in de landbouw wel anders.
8. De schattingen van de ammoniakemissies van landbouwbedrijven zijn gebaseerd op zogenaamde RAV-“sjoemel”-codes waarin heel grote onzekerheden zitten en in het geheel geen monitoring plaatsvindt na installatie en ingebruikname.
MOB, website: www.mobilisation.nl
9. Bijdrage verkeer aan emissie zou 41% zijn. Echter, dit is volledig in tegenspraak met de bewering van het team dat snelheidsbeperking nauwelijks iets oplevert in termen van reductie van stikstof- depositie vermindering. Het is het één of het ander. Als Mesdag gelijk heeft pleit dit zou dit pleiten voor dag en nacht max. 90 km/uur rijden én invoering van rekening rijden.
10. De taartpunt (zie hieronder) laat volgens het Mesdag team zien dat verkeer en landbouw de groot- ste bronnen zijn. Dus moet landbouw nog steeds aan de bak qua emissiereductie.
11. Er wordt veel aandacht besteed aan modellen. Je kunt toch zelf ook zien dat veel natuurgebieden veel te zwaar belast worden met stikstof en in deplorabele toestand zijn als gevolg van decennia lang voortdurende te hoge stikstofdeposities.
12. Er wordt gesteld dat stikstofdepositie alleen wordt berekend. Ook dit is niet juist. Immers, alge- meen bekend is dat de natte depositie wordt gemeten. De droge stikstofdepositie wordt berekend en erbij opgeteld.
13. Technische presentatie onduidelijk en technisch gezien onnavolgbaar. Juridische presentatie op punten ook onvolledig.
14. Veel vage onduidelijke presentaties en grafieken. Getoonde data niet traceerbaar.
15. Schade aan volksgezondheid blijft ten onrechte onbenoemd, kennelijk irrelevant.
Tweet van Vogelaar van gisteren:
“Er is geen rapport, er worden morgen alleen geodata gepresenteerd en die 46% van Remkes depositie in Nederland afkomstig van landbouw zou zo maar wel eens wel kunnen kloppen.”
Gisteren nog dacht Vogelaar dat er alleen geodata gepresenteerd zouden worden, en dat de land- bouwbijdrage 46% was. Het lijkt wel “balletje balletje” zoals hijzelf ook aangaf.
Een aantal heel uiteenlopende reacties op twitter:
Juist dit is verwarring zaaien, een wetenschapper onwaardig.
— Patrick Jansen(@PatrickAJansen) February 22, 2020
Dit zijn de relevante getallen van @rivm. De geschatte bijdrage van landbouw aan de depositie op *stikstofgevoelige* habitats is 45%.
En als je depositie vanuit het buitenland (40%) niet meetelt is het zelfs 75%. pic.twitter.com/NYdlVagOAP
Na veel grote woorden is het beeld dat bij mij blijft hangen :
— Alex Datema (@AlexDatema) February 20, 2020
RIVM cijfers kloppen, verschillen met Mesdag-cijfers te verklaren door keuze welke natura 2000 gebieden je meeneemt in de berekening.
Zuivelfonds slaat geen bres in stikstofcijfers van RIVM https://t.co/mAivU5V9on
De winst van afgelopen week is dat er samenwerking is ontstaan tussen Mesdag en RIVM. Als dat leidt tot bruikbare analyses voor een eerlijk en effectief pakket aan maatregelen waarbij elke sector proportioneel bijdraagt dan is dat winst. Beter voor de boer en beter voor de natuur
— Hermen Vreugdenhil (@H_Vreugdenhil) February 22, 2020
Het erge is dat de omvolkingstheorie nu zelfs al bij een voorzitter van Mesdag ZUIVELfonds omhoog komt borrelen. De bruine derrie komt door alle spleten en gaten op het internet en FDF dan wel andere boeren gaan er rustig in mee. Waar zijn we aanbeland? pic.twitter.com/veoj8PdK7P
— Onbehoorlijk_NL (@NlOnbehoorlijk) February 21, 2020
Op 8 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Frans Aarts ben je niet met een achterhoedegevecht bezig?
JC Vogelaar 303. Leer toch eens lezen. Begin met de tekst op bl 10 en 11 van jullie rapport:
“Vanuit de door het RIVM beschikbaar gestelde dataset is het mogelijk de benodigde analyses uit te voeren voor onze vragen (zie 1.2). De doorrekeningen vonden plaats met OPS (Operationele Prioritaire Stoffen model 13). …... Er is gerekend volgens dezelfde rekenmethodieken die bij het RIVM worden toepast binnen het Aerius Portaal14. ….. Uit de resultaten vanuit de analyses en doorrekeningen blijkt dat het uitmaakt of het aandeel van de landbouw in de stikstofdepositie wordt becijferd over de totale oppervlakte van Nederland (46%), het totale oppervlakte van Natura 2000 gebieden (35%) of het totale oppervlakte van stikstofgevoelige habitats (41%).”
Dit is toch glashelder.
Bijstellen van excretie- en emissienormen, na kennisvermeerdering en veranderingen in de landbouwpraktijk, is goed gebruik. Je verdachtmaking dat onderzoekers de emissienorm voor mest uitrijden naar beneden hebben bijgesteld met angst als motief is smerig.
Frans Aarts
Om je nog een keer te voorzien in je informatie achterstand staat hieronder hoe wij het zien .
By the way Frans waarom ga je niet in op de 10% herstelde afwijking door Jan Huismans in het door jouw eerder gebruikte model?
Onjuiste conclusie getrokken uit rapport ‘Stikstof in een verstikkend politiek debat’
03-04-2020 - Gisteren hebben enkele media uitgepakt met de constatering dat Mesdagfonds op hetzelfde resultaat zou zijn uitgekomen als het RIVM, voor wat betreft het aandeel van de landbouw in de stikstofdepositie, namelijk 41 procent. Deze 41 procent betreft echter geen bevinding van de onderzoekers, maar een bronverwijzing naar het RIVM. Dit staat ook als zodanig in het rapport.
Door de berichtgeving in de media is het onjuiste beeld ontstaan dat bovenstaande de uitkomst zou zijn van het onderzoek van Mesdagfonds, waarin de stikstofdepositie op natuurgebieden wordt gemeten. Dit onderzoek is in januari van start gegaan. De Universiteit van Amsterdam is sindsdien voortvarend aan de slag om deze ontbrekende kennis in kaart te brengen. Meten is weten.
Bronverwijzingen
Geesje Rotgers en Richard Zijlstra benoemen de in de media aangehaalde 41 procent in hun rapport, als bronverwijzing naar het RIVM (dit is de uitkomst als je het OPS-model en de dataset van het RIVM gebruikt, en toepast zoals het RIVM dat doet). Ook de door sommige politici opgevoerde 67% wordt genoemd, deze politici laten een aantal bronnen weg en tellen landbouwgrond daarentegen wél mee. Geen bevinding van de onderzoekers, maar bronverwijzingen naar bestaande informatie.
Bevindingen onderzoekers
Het punt dat Rotgers en Zijlstra maken in hun rapport ‘Stikstof in een verstikkend politiek debat’, is dat de overheid selectief omgaat met berekeningen (met hun eigen model en eigen data dus!), waarbij relevante berekeningen achterwege blijven. Zo worden de effecten van maatregelen voor de landbouw niet doorgerekend (dan wel niet openbaar gemaakt). Uit doorrekening van Rotgers en Zijlstra blijkt dat de maatregelen weinig bijdragen aan de natuur. Verder wordt ook de berekening waarin het aandeel van de landbouw 35% is, weggelaten. Terwijl deze berekening de beste zou zijn volgens de onderzoekers, omdat hierin wordt uitgaande van de huidige juridische grondslag.
Validatie berekeningen met metingen
Zoals gesteld, het betreffen berekende waarden. Het model werd nooit gevalideerd met depositiemetingen. Alleen deze metingen kunnen bepalen wat het model waard is en aan die metingen wordt nu gewerkt. Pas als de meetuitkomsten bekend zijn, kunnen conclusies worden getrokken over de juistheid van de berekende cijfers. De uitkomsten van de metingen zullen naar verwachting in de loop van komende jaren beschikbaar komen.
JC Vogelaar #301 . Begrijpend lezen is minder een kunst als de schrijver punten en komma’s zet, waar dat gebruikelijk is. Maar ook dan kan het lastig zijn. Al eerder dacht je iets te lezen, in een studie voor Mesdag, wat er volgens de auteurs niet stond.
In dit geval gewoon bl 8 lezen.
Een rapportage van een studie moet iets aan kennis toevoegen. Dat het RIVM zegt dat de bijdrage van landbouw 41% bedraagt, voor de stikstofgevoelige Natura2000-gebieden, is geen toevoeging. Dat wisten we al van het RIVM zelf. Wel een toevoeging is dat het Mesdagonderzoek tot dezelfde conclusie komt, al wordt die conclusie in de samenvatting verzwegen.
Frans Aarts lezen is een kunst Mesdag zegt dat Rivm op 41% zit als bronvermelding niet meer en niet minder