In een afgelegen deel van noordelijk Japan, langs de kust van het schiereiland Shiretoko in Hokkaido leven zo’n 500 bruine beren. Het gebied is een Unesco werelderfgoedlocatie, bekend vanwege de natuur en wilde dieren die er leven.

Dit jaar stierven 8 van de 10 bruine berenwelpen, een uitval van 80%. De normale uitval van beren wordt geschat op 50-75%. De oorzaak ligt in de combinatie van een zalmtekort en een slechte eikeloogst daar bovenop. Experts denken dat het slechte zalmjaar komt door stijgende zeetemperaturen, een gevolg van klimaatverandering.

De zeetemperatuur in het gebied was in de zomer van 2021 5°C hoger dan normaal en tegen 2090 zou de zee zelfs 10°C warmer kunnen zijn, vergeleken met de jaren ‘80 van de vorige eeuw, denken experts.

De beren wachten normaal gesproken de vissen op als ze de beken opzwemmen om eieren te leggen. Nu trekken de dieren gedwongen naar de zee omdat er te weinig riviervis is. Daardoor teren ze in op hun vetreserves en groeit hun behoefte aan voedsel.

In heel Hokkaido vallen beren nu mensen aan. Het eiland staat bekend staat om zijn mooie natuurgebieden, bergen, vulkanen, watervallen en wilde dieren waaronder de bruine beer. Beren zijn omnivoren waarvan bekend is dat ze tot 90% plantaardig eten, waaronder de nodige eikels. De vervelende samenloop der omstandigheden wil dat er behalve weinig zalm dit jaar ook weinig eikels zijn. De trekkende beren vallen mensen aan. In april 2022 werden daarom 1.056 beren op Hokkaido gedood. Het aantal mensen dat gewond of gedood werd was in diezelfde periode 14. De schade aan gewassen door beren beliep €1,66 miljoen. Alle 3 de getallen zijn de hoogste ooit.

Veel minder vlees
Het menu van beren in het noorden van Japan houdt onderzoekers al veel langer bezig. Sinds 1920 blijkt hun voeding plantaardiger te zijn geworden. Tot 1920 stonden vooral landdieren - van herten tot insecten - op het menu van de bruine beren. Ze maakten 64% van een gemiddeld dagelijks berenmaal uit. Vanaf 1996 blijkt dat nog maar 6%. Het maagaandeel zalm daalde in dezelfde periode van 19% naar 6%.

Deze cijfers zijn gebaseerd op bot-onderzoek waarmee de voeding van dieren kan worden vastgesteld. Ze laten zien dat de relatieve afhankelijkheid van zalmconsumptie groter is geworden door het wegvallen van grote aantallen landdieren uit hun menu. Ze eten weliswaar fors minder zalm, maar nog veel minder dierlijk eiwit van landdieren. De verhouding vlees-vis is 1-1 geworden, terwijl die 3,4:1 was. De verhouding plant-dier in het menu verschoof nog opmerkelijker. Terwijl de beren in 1920 hun kostje voor 83% uit landdieren en vis haalden, daalde het dierlijke aandeel bijna 7 maal tot 12%. Waarom precies is nog onbekend. De onderzoekers zien in het algemeen de opschaling van industrialisatie in het moderne tijdperk als oorzaak.
Dit artikel afdrukken