In maart 2015 kwam het kankerpanel van de Wereldgezondheidsorganisatie, het IARC (International Agency for Research on Cancer, onderdeel van de WHO) met de bevinding dat glyfosaat waarschijnlijk kankerverwekkend is. Persbureau Reuters ontdekte dat een eerdere conceptversie drastisch gewijzigd werd en uit het definitieve rapport verdween.

In het definitieve rapport werd glyfosaat geclassificeerd in de '2a'-groep, omdat er "genoeg bewijs" was dat glyfosaat kanker veroorzaakt bij dieren en "beperkt bewijs" voor kanker bij mensen. De vaststelling leidde er onder meer toe dat de Europese Unie de toelating van het meest-gebruikte onkruidbestrijdingsmiddel ter wereld slechts tijdelijk verlengde en op dit moment opnieuw verwikkeld is in een moeizaam toelatingsproces.

Reuters ontdekte in het hoofdstuk over de dierenstudies 10 'significante' verschillen. In alle gevallen werd een constatering dat er geen verband vastgesteld was tussen glyfosaat en kanker verwijderd of vervangen door een neutrale of tegenovergestelde formulering. In het artikel beschrijft Reuters in detail welke wijzigingen het betreft.

Geen commentaar
Reuters kreeg bij het IARC geen antwoord op de vragen naar de auteur(s) of redenen van de wijzigingen. Het IARC nam wel een verklaring op op zijn site met het advies aan de meewerkende wetenschappers "zich niet onder druk gezet te voelen om hun bevindingen te bespreken" buiten de IARC-omgeving, aldus Reuters. Het persagentschap benaderde 16 wetenschappers uit de glyfosaat-review groep: "De meesten reageerden niet; vijf zeiden dat ze geen vragen over het ontwerp konden beantwoorden; niemand was bereid of in staat om te zeggen wie de wijzigingen had aangebracht, of waarom of wanneer ze werden gemaakt".

Volgens Scott Partridge, vice president Global Strategy van Monsanto - producent van het glyfosaatmiddel Roundup - bewijzen de wijzigingen dat "IARC-leden wetenschappelijke data manipuleerden en verdraaiden". Monsanto ligt sinds in de openbaarheid komen van het rapport hevig onder vuur en is in de VS in diverse rechtszaken verwikkeld. Het IARC wijst in de hierboven genoemde verklaring "er nogmaals op dat ontwerpversies van de monografieën van deliberatieve aard en vertrouwelijk zijn."

Andere instituten die de mogelijke kankerverwekkendheid van glyfosaat beoordeeld hebben, komen tot een andere conclusie dan het IARC. Onder hen zijn het panel van de Verenigde Naties en de WHO, de Europese Voedselautoriteit EFSA, chemische stoffenautoriteit ECHA en de Amerikaanse EPA. Op Foodlog beschreef Joost van Kasteren vorig jaar nog de 'glyfosaatzeep'.

De Reuters-ontdekking gooit opnieuw olie op het vuur van de politieke discussie die momenteel speelt binnen de EU. De Europese Commissie moet voor het einde van dit jaar besluiten over hernieuwde toelating van glyfosaat. Afgelopen week brachten onderzoekers van onder de meer de Nederlandse WUR een rapport naar buiten waarin zij tegen verlenging van het gebruik van glyfosaat pleiten. Hun argumenten zijn gebaseerd op de verspreiding van het herbicide in het milieu.

UPDATE (25 oktober 9.31 uur): het IARC kwam met een reactie op bovenstaande berichtgeving vanuit Reuters. Daarin zegt de Kankerautoriteit van de WHO dat in consensus is besloten een onderzoek dat mede door een Monsanto-onderzoeker is geschreven buiten het eindoordeel te houden. Het zou onvoldoende wetenschappelijke kwaliteit hebben. Omdat het om een consensus gaat, achten de organisatie en de leden van het wetenschappelijk comité dat het eindoordeel voorbereidde, het ongepast om nadere informatie te geven over de gesprekken en individuele standpunten die tot het besluit hebben geleid. Onderstaand reageert hoofdredacteur Dick Veerman op de reactie van het IARC.
Dit artikel afdrukken