Informatie over herkomst, die essentieel is om de duurzaamheid te kunnen beoordelen, gaat door de lengte van de keten makkelijk verloren. Dat is jammer, want vis kan een super alternatief zijn voor vlees in de eiwittransitie. De eiwittransitie in Nederland gaat over de vervanging van dierlijk eiwit door plantaardig eiwit met een veel lagere klimaatimpact.
De klimaatimpact van haring is vergelijkbaar met die van soja, en de voedingswaarde is vele malen hogerVis wordt meestal genegeerd, terwijl het de meest duurzame bron van dierlijk eiwit kan zijn. De klimaatimpact van haring is vergelijkbaar met die van soja, en de voedingswaarde is vele malen hoger.
Viskeurmerk
Consumenten die een viskeurmerk zien, verwachten dat het iets zegt over duurzaamheid: is er sprake van overbevissing? Wat zijn de effecten van de vangst of kweek op de omgeving? Dat kan allemaal enorm variëren, afhankelijk van de soort, het vangstgebied, en de vangst- of kweekmethode. Visserij of viskweek gebeurt helaas niet naast de deur, en vaak zelfs aan de andere kant van de aardbol. Daarom hebben we er weinig zicht op en dat laat ruimte voor zaken die profiteren van het gebrek aan toeziend oog.
Om een verantwoorde keuze te kunnen maken kun je een app zoals de VISwijzer gebruiken. Maar dan nog moet je maar hopen dat je de informatie kunt vinden die je nodig hebt om de juiste keuze te maken. Zo is het bij verse en diepgevroren vis verplicht om de vangstmethode en het vangstgebied te vermelden, maar hoeft dat op verwerkte en ingeblikte vis niet.
Ook al is het verplicht, op de markt en vaak ook in een viswinkel ontbreekt die herkomstinformatie vaak, of is deze onvolledig. Daar komt bij dat die informatie eigenlijk ook nog te beperkt is. Betekent bijvoorbeeld ‘lijnen’ een hengel of een longline met duizenden haken? En komt de kabeljauw op de markt uit een overbevist gebied (de Noordzee) of uit de Barentszzee waar de kabeljauwstand nog goed is? Ook als de visboer netjes een vangstgebied erbij vermeldt, dan is het maar de vraag of het klopt. Traceerbaarheid is lastig in de vissector, en kun jij het verschil zien tussen wilde zeebaars en gekweekte zeebaars? De wilde variant is in elk geval een stuk duurder.
Je kunt er niet eens achter komen wat je eet, laat staan hoe het gevangen of gekweekt isOntransparante vis
Vorige week kreeg ik in een bedrijfsrestaurant in Brussel een gepaneerd stukje vis. Bij navraag kreeg ik te horen dat het kabeljauw was. Ik vroeg de jongeman in de bediening of hij dat toch even kon controleren. Er zat ‘witvis’ in, dat was alles wat hij kon vinden. Dit is legaal: een bewerkt visproduct hoeft geen verdere informatie te hebben.
Je kunt er dus niet eens achter komen wat je eet, laat staan hoe het gevangen of gekweekt is. Idem dito met vis in blik: er hoeft geen herkomst vermeld te worden. En zo kunnen tonnen tonijn die mogelijk overbevist is (want je weet niet uit welk gebied), bijvangst heeft van bedreigde soorten (want je weet niet hoe die gevangen is) en onder dubieuze arbeidsomstandigheden en misschien zelfs illegaal gevangen is, op de Europese markt terecht komen.
Van boot tot bord gevolgd
Keurmerken zijn dus nodig voor de garantie dat vis duurzaam is omdat het product van boot tot bord is gevolgd. Er zijn gelukkig een paar viskeurmerken die voldoen aan de eisen van een betrouwbaar keurmerk. Die geven de garantie dat de vis voldoet aan een set minimale eisen. De bekendste keurmerken voor vis zijn Marine Stewardship Council MSC (wildvangst) en Aquaculture Stewardship Council ASC (kweek). Milieu Centraal heeft ze beoordeeld als Topkeurmerk.
MSC is het enige programma dat in het wild gevangen vis-, schaal- en schelpdierproducten levert die tegelijkertijd voldoen aan de best practice-eisen van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN, het Global Sustainable Seafood Initiative (GSSI) en de verificatie-instantie voor duurzaamheidsstandaarden, ISEAL. De visserij en de keten worden gecertificeerd door onafhankelijke externe beoordelaars. De MSC beslist niet welke visserijen worden gecertificeerd. De certificering heeft een sterke stimulans om visserijpraktijken te verbeteren. Vissers zijn vaak al jarenlang met een verbetertraject bezig voordat ze een certificering instappen.
Een veelgehoord kritiekpunt op visserijcertificering zijn de hoge kosten. De certificering is inderdaad niet goedkoop. Het beoordelingstraject van de certificeringsinstantie is kostbaar, en er moeten voor het behoud van het certificaat vaak ‘condities’ worden vervuld, wat meestal inhoudt dat aanvullend onderzoek gedaan moet worden, bijvoorbeeld naar de effecten op bijvangstsoorten. Gelukkig vertaalt een certificering zich meestal ook in betere marktwaarde van de vis. Daarnaast beheert de Marine Stewardship Council een fonds (het Ocean Stewardship Fund) waarmee vissers een deel van de kosten die ze moeten maken, kunnen dekken.
Uitsluiten gevaar overbevissing
Is er bij meer vraag naar MSC gecertificeerde vis geen gevaar voor overbevissing van die vissoort? Nee! Certificering houdt duurzaam beheer in. Dus er wordt niet meer vis geoogst dan het bestand aankan. Maar duurzaam beheerde bestanden kunnen op de lange termijn veel meer vis leveren dan overbeviste bestanden. Immers, alleen de rente van het kapitaal (het visbestand) wordt opgevist. In een overbeviste toestand wordt het kapitaal ook weggevist.
Vaak is een keurmerk nodig om duurzaam visbeheer te bewerkstelligen. Sommige landen hebben inmiddels al een redelijk goed bestandsbeheer met lange termijn afspraken. Zo is het bestandsbeheer van de belangrijke commerciële Noordzee-soorten inmiddels goed geregeld. Helaas is het nu de klimaatverandering die roet in het eten gooit van vangstafspraken. Door de opwarming van de oceanen verschuiven belangrijke Noord Atlantische visbestanden naar het noorden. Onenigheid over de herverdeling van de vangstrechten is de reden dat makreel het MSC-keurmerk heeft verloren. Goede afspraken zijn immers essentieel voor het behoud van de makreelpopulatie op de lange termijn.
De duurzaamheid van vis van ver is zeker beter gegarandeerd met een keurmerk. Maar het voorbeeld van de garnalen laat zien dat het ook bij vangst op de Noordzee nodig isEnkele garnalenvissers en verwerkers stapten even uit MSC
Alleen gereguleerde visserijen kunnen een MSC-keurmerk krijgen. Garnalen groeien heel snel, dus de overheidsgedachte was dat daar geen beheer nodig was. De internationale biologen adviseerden toch anders. De Nederlandse garnalenvissers hebben daarom samen met de Duitse en Deense vissers zelf een beheerplan opgesteld, zodat ze het MSC-keurmerk konden krijgen. De overheid vond dat prima want handhaving was zo ook de verantwoordelijkheid van de vissers zelf. Onderdeel van het beheerplan is het inkorten van de visperiode wanneer er minder garnalen zijn. Maar, dit bovenwettelijke zelfbeheer werkt alleen wanneer voldoende vissers meedoen.
Eerder dit jaar was de garnalenstand gedurende een lange periode erg laag, dus mocht er weinig gevist worden. Enkele vissers besloten toen om uit het MSC-groepscertificaat te stappen zodat ze zonder beperkingen konden gaan vissen. De handel zat erg verlegen om garnalen, dus een paar verwerkers gooiden hun principes even van tafel en kochten de niet-gecertificeerde garnalen, maar werkten zo mee aan de ondermijning van het duurzaam beheer.
De duurzaamheid van vis van ver is zeker beter gegarandeerd met een keurmerk. Maar het voorbeeld van de garnalen laat zien dat het ook bij vangst op de Noordzee nodig is.
Op 30 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Er is inderdaad een en ander bekend over de klimaat impact van vis(vangst). Het is in elk geval duidelijk dat de variatie enorm is, waarbij de boomkor(sleepnet)visserij op platvis alleen al vanwege het brandstofverbruik erg ongunstig afsteekt ten opzichte van de trawl en purse seine visserij op pelagische vissoorten zoals haring en makreel. Volgens de Seafood Carbon Emissions Tool komt de CO2 uitstoot voor tong neer op 11,5 – 13,7 CO2 per kg gevangen vis. Wanneer deze in eiwit-waarden wordt uitgedrukt, komt dit neer op 120,6 – 143,9 CO2 per kg eiwit. Dat is vergelijkbaar met biefstuk. Haring, gevangen met ringzegen (purse seine), komt op 1,7 – 3,9 CO2 per kg eiwit.
Daarnaast komt er CO2 die in de zeebodem is vastgelegd vrij door bodemverstoring tijdens het vissen. Deze CO2 kan weer in de atmosfeer terechtkomen en bijdragen aan klimaatverandering. De mate waarin dit gebeurt is nog onduidelijk. Het in #1 genoemde artikel van Sala staat ter discussie.
Pulstrawlen betekent een behoorlijke reductie van het brandstofverbruik, maar her-onderhandelen over toelating van de pulskor zal vrijwel onmogelijk zijn, zoals Pim Visser ook in Visserijnieuws heeft toegelicht.
Zie ook:
Schadelijke visserijsubsidies
Er is wel iets bekend over de klimaatimpact van vis(vangst). Zie ook hier en hier.
Een grote impact heeft het gebruik van fossiele brandstoffen op de schepen, zie bij voorbeeld hier. Toelaten van pulsvisserij kan hier een belangrijke verduurzamingsslag bewerkstelligen.
Nog wel een vraagje bij deze quote uit bovenstaand artikel: "De klimaatimpact van haring is vergelijkbaar met die van soja, en de voedingswaarde is vele malen hoger". Hebben we het hier over broeikasgasemissie per kg product, per kg drogestof, per kg eiwit, per kilocalorie? En hoe is 'voedingswaarde' gedefinieerd?