Dewi is programmamanager bij Stichting Innovatie Glastuinbouw Nederland (SIGN), Pim is directeur van HortiTech, dat kennis ontwikkelt en deelt in de internationale glastuinbouw. Pim: “Nederlandse tuinbouwondernemers zijn zoveel meer dan producenten van gezond voedsel en bloemen en planten. Hun kracht is innovatie. In het buitenland weten ze dat al lang. Daarom kopiëren andere landen het Nederlandse systeem.”
De kracht van de glastuinbouw is innovatie. In het buitenland weten ze dat al langZonnecollector zorgt voor gezonde voeding
De reden van dat succes begint met de belangrijkste functie van de glastuinbouw, namelijk het zeer efficiënt produceren van gezonde voeding. Voornamelijk voor Europa, dus dichtbij de consumenten. Om een idee te geven: in 2022 produceerde een Nederlandse tomatenteler gemiddeld zo’n 43 kg tomaten van 1 m2, maar sommigen halen zelfs 100 kilo/m2. “Een glazen kas is namelijk een ideale zonnecollector. Zo is de glastuinbouw ooit in het Westland ontstaan. De kas benut het licht en de warmte van de zon maximaal en verlengt het teeltseizoen. Teelt in een stadsgebouw kan dat nooit evenaren,” legt Dewi uit. Pim vult aan dat de teelt nagenoeg chemie-vrij gebeurt, omdat de supermarkteisen stringent zijn. “De hoge inzet van biologische gewasbescherming zorgt voor een ware dierentuin in de kas”, vertelt Pim.
Nagenoeg gesloten water- en nutriëntenkringloop
De kas is bovendien goed op weg om circulair te worden. De water- en nutriëntenkringlopen zijn al nagenoeg gesloten. “Omdat we gebruik maken van substraat, kunnen we het niet-gebruikte water opvangen en recirculeren. En ook in grondteelten zorgen we met drainagesystemen voor hergebruik van water. De oogst, verdamping en water in gewasresten zijn de enige verliezen. Door recirculatie gebruikt de teler bovendien de meststoffen optimaal. Nutriënten gaan niet verloren, zoals bij teelt in de grond wel het geval is”, legt Pim uit.
Als aan het eind van de teelt water toch overblijft, zuivert de glastuinbouw dit voordat het in het riool terechtkomt. Individueel, maar soms ook collectief. “Zo’n driehonderd telers in het Westland hebben met het Hoogheemraadschap Delfland de Waterzuiveringscoöperatie opgericht. Deze gaat het water zuiveren voor de glastuinbouw én voor de steden.”
Steeds efficiënter gebruik van energie
Ook op het gebied van energie-input staat de glastuinbouw niet stil. De hoge gasprijzen prikkelden ondernemers de afgelopen jaren hun verbruik terug te dringen. Waar zij voorheen 60 kuub gas/m2 gebruikten, halen glastuinders zelfs met 40 of zelfs 20 kuub gas een mooie productie. “’Never waste a good crisis’, zeggen we in de tuinbouw. De hoge energieprijzen zorgen voor innovaties die inspelen op de nieuwe situatie”, vertelt Pim.
Er is fors ingezet op geothermie, dat steeds vaker fossiele aardgas vervangtBovendien is en blijft de warmtekrachtkoppeling (WKK) - een kleine elektriciteitscentrale - een uiterst efficiënte manier van energiegebruik: de teler benut namelijk zowel de opgewekte elektriciteit als de warmte en CO2. Zijn die laatste twee voor vele sectoren een restproduct, voor de tuinbouw zijn deze onmisbare grondstoffen. Zo’n WKK biedt naast efficiëntie nog meer voordelen.
“De sector kan bij een tekort of overschot het stroomnet stabiliseren, omdat deze zo’n 11% van de elektriciteit levert,” vertelt Dewi. Zo noemt Pim het voorbeeld van een Zeeuwse gemeente, die een beroep deed op een teler toen de elektriciteitscentrale uitviel. Ook bij een overbelast net, wat vaker voorkomt door het groeiend aantal zonnepanelen, wordt de glastuinbouw ingezet om die pieken af te vlakken. Dewi: “Elektriciteitsbedrijven zijn blij met deze buffer vanuit onze sector.”
Geothermie vervangt gas
De glastuinbouw blijft innoveren om de energie-input verder terug te brengen, legt Pim uit. Zo zijn er telers die warmte-koude-opslag toepassen, een eenvoudige manier om gewonnen warmte tijdelijk op te slaan en later weer te gebruiken. Andere telers slaan bronnen - op zo’n twee kilometer in de grond - om aardwarmte te winnen. “Vooral in het Westland is fors ingezet op geothermie, dat steeds vaker het fossiele aardgas vervangt. Deze bronnen worden aangesloten op de warmterotonde in Zuid-Holland, die nu in maak is. De pijpleiding WarmtelinQ gaat restwarmte van de bedrijven in de Rotterdamse haven en geothermie benutten voor de verwarming van duizenden woningen en glastuinbouwbedrijven.”
Warmte-uitwisseling is bovendien heel goed mogelijk tussen datacentra en glastuinbouwbedrijven, zo meent Dewi. “Zowel in de Haarlemmermeer als in de Wieringermeer - Agriport A7 - zijn daar concrete plannen voor gemaakt. Helaas zijn die niet uitgevoerd. Het eerste plan liep stuk op planologie, het andere op onvoldoende borgen vanuit de gemeente. Dat moet in de toekomst anders.”
“Overal ter wereld vragen ze: ‘Kunnen wij de ondernemers kopen? We bouwen een paleis voor ze’”Gewasresten verwerken tot biobased verpakkingen en biogas
Een andere innovatie die de glastuinbouw graag omarmt om volledig circulair te worden, is het hoogwaardig verwerken van reststromen, die voor het grootste deel bestaan uit gewasresten.
Dewi: “Vezels uit tomatenstengels verwerken ondernemers tot nieuwe biobased verpakkingen, zoals Duijvestijn Tomaten dat al sinds 2016 doet. Maar er is meer mogelijk. Uit het tomatenblad kan rubisco-eiwit worden gewonnen. Het sap uit gewasresten van komkommers en tomaten kan verwerkt worden tot biologische meststoffen. Perssappen kunnen in een biogasinstallatie vergist worden. En dat biogas willen glastuinders weer inzetten voor de kas. Nu staan regels dat in de weg, omdat het niet in bestemmingsplannen is toegestaan. Maar technisch kan het.”
Door samenwerken volledig circulair
Kan de glastuinbouw volledig circulair worden? “Absoluut”, is het stellige antwoord van Dewi en Pim. Dat kan volgens hen als de samenwerking tussen de glastuinbouw, steden en andere sectoren de ruimte krijgt. Dewi: “De ondernemers in de glastuinbouw willen op 0,2% van de oppervlakte in Nederland méér zijn dan een leverancier van gezonde en verse voeding en gelukbrengende bloemen en planten. Ook de rol van waterzuiveraar, energie-balanceerder en biorestenverwerker nemen ze graag op zich, als ze daar de kans voor krijgen. Zo ondernemend zijn ze.”
(pinch om te vergroten)
Pim benadrukt dat juist dankzij de Nederlandse tuinbouwondernemers de sterke sector is ontstaan, compleet met een kenniscluster dat internationaal opereert. “Van Shanghai tot Mumbai: wereldwijd wordt het Nederlandse model in metropolen toegepast. Regelmatig krijgen wij de vraag: ‘Kunnen wij de ondernemers ook kopen? We bouwen een paleis voor ze.’ We moeten als land dus heel zuinig op onze ondernemers zijn. We hebben namelijk álle Nederlandse glastuinders hard nodig om niet alleen als kenniscluster succesvol te zijn, maar ook om ons land circulair te maken.”
Nederland is de ontwikkelaar voor de wereldInnovatiekracht versus spreiding
De tuinbouw moet zich meer spreiden over Europa. Net als in oude tijden moet iedere stad zijn eigen tuinen hebben. "Nee", zegt Dewi. "De vraag is niet zozeer of de glastuinbouw meer of minder areaal- en gebouwgebonden moet zijn of dat circulariteit en energieneutraliteit de basis moeten zijn." Dat hangt af van definitie en de ruimte die bestuurders en politiek de sector willen geven. En ook nog eens van het benul van de mogelijkheden die een kas allemaal biedt. Dewi: "Mag er straks meer dan 10% verpakkingshal, logistiek of huisvesting onder een opgetilde kas? Realiseert een gemeente zich straks de uitwisselingsmogelijkheden om warmte en elektriciteit uit te wisselen tussen datacentra en glastuinbouw en nieuwe biobased activiteiten?"
Volgens Dewi en Pim zijn de huidige dikke 10.000 ha. grondbeslag van de tuinbouw de juiste maat om de ontwikkeling van kennis aan de gang te houden. Die mening hebben ze onderbouwd in een uitgebreidere white paper. Natuurlijk kan Nederland met veel minder tuinbouw toe maar past die gedachte van strikte low tech circulariteit nog in de ver doorontwikkelde techwereld? Nederland is voor tuinbouw één van de belangrijkste centra - en misschien wel het belangrijkste - ter wereld om tot zo ver mogelijk doorgevoerde circulariteit rond de kas te komen. Voor Dewi en Pim is het behoud van innovatie een goede reden om de glazen stad van het Westland of de Wieringermeer niet zomaar te krimpen. Nederland is de ontwikkelaar voor de wereld.
De voedselstad en het Nederlandse tuinbouwcluster
Naast het grote cluster staat een betere benutting van de stad als gebouwgebonden voedselproducent. Wie de efficiëntie daarvan laat liggen, heeft iets niet begrepen betoogden eerder dit jaar de Italiaanse-Oostenrijkse stedenbouwer en architect Daniel Podmersig en Chinees-Nederlandse ingenieur Tiffany Tsui op Foodlog. En reken maar dat wat zij ontwikkelen kan profiteren van de kennis die de tuinbouw als biobased activiteit ontwikkelt. Daarom zou het helemaal niet zo gek zijn om de principes voor de efficiënte biobased stad ergens in de buurt van de straks biobased clusters van het Westland en de Wieringermeer te ontwikkelen.
De meningen die Dewi Hartkamp en Pim van Adrichem hierboven weergeven zijn persoonlijk en reflecteren niet noodzakelijk de keuzen van de organisaties waar zij voor werken. De tekst kwam tot stand in nauwe samenwerking met Karin van Hoogstraten (Zinnige zinnen).
Op 30 november krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Enorm belangrijk dat we de kennis en ervaring vanuit tuinbouw nog veel beter verbinden met andere sectoren, waaronder ruimtelijke planning. En zoals Dewi Hartkamp zegt, 'als de samenwerking tussen de glastuinbouw, steden en andere sectoren de ruimte krijgt'. De combinatie van gezonde en verse voeding met de rol van waterzuiveraar, energie-balanceerder en biorestenverwerker lijkt me een kansrijk onderdeel van een stedelijke regio. Dan volgen locatie en schaal dus uit die 'symbiotische' context. Hoe kijken jullie dan aan tegen de huidige schaal van het Westland, de kop van noord Holland, de Noordoostpolder etc? Uitgaande van een gelijkblijvend areaal, wat zou dan een toekomstgericht spreidings- of juist clusteringsbeeld zijn? Zeker als je rekening houdt met die balanceer-functie van water en energie? Pieternel van Velden Pim van Adrichem
Tot 1000 ppm is denk ik voor de meeste gewassen het meest ideaal. Daarboven neemt de effectiviteit af. Zo heb ik altijd geleerd. Daar hangt natuurlijk wel een kostenplaatje aan. Maar kun je zomaar zeggen wat daarvan door de plant wordt opgenomen? Dan moet je laag bij de grond en hoog bij een luchtraam meten. CO2 is zwaarder maar de luchtramen werken als schoorsteen. Het is natuurlijk ook afhankelijk van de rest van de factoren voor assimilatie. Een slecht groeiend gewas neemt minder CO2 op waardoor er meer door de luchtramen verdwijnt.
Ik weet dat je op een lange zomerse dag 1kg zuivere CO2 per m2 per dag kwijt bent als je 600ppm wilt realiseren. Met deksproeiers.
Hier https://www.kasalsenergiebron.nl/besparen/het-nieuwe-telen/ik-wil-meer-weten/#wat-is-het-nieuwe-telen is te zien wat er allemaal gebeurd. Ga je bij besparen naar CO2, dan kun je rechts zien dat er een proef loopt bij chrysant en paprika.
Dick, mijn rekenwerk was uit de vorige eeuw, niet meer te vinden. Wat ik online vind is dat bij tomaat prima opbrengst te halen is met dosering van tussen de 10 en 20 kg CO2 per m2 per jaar. Dat is het equivalent van 7 tot 11 m3 aardgas. Dit is veel minder dan in het verleden gebruikelijk was, toen CO2 ruimschoots op de bedrijven beschikbaar was van de ketel.
Maar hiermee is het CO2 gehalte in de kas steeds hoger dan buiten, wat betekent dat continu CO2 naar buiten waait. Ik denk dat bij teelt in de kas in combinatie met ontvochtiging de dosering flink omlaag kan, omdat dan minder gelucht hoeft te worden. Dit geeft aan dat de opname door het gewas in absolute getallen erg klein is.
Dank Erik, dat doen we ook steeds vaker, beter uitleggen wat de directe waarde en indirecte waarde is van de sector (zie panelen Het verhaal van de glastuinbouw) en hoe we werken aan het voorkomen van verliezen. Ik heb geen idee hoe lang geleden u de verliezen van dichtbij heeft gezien maar er wordt van alles ondernomen om onze eigen reststromen weer tot waarde te brengen, met enig succes. (er wordt ook door de sector serieus geïnvesteerd in het voorkomen van voedsel verspilling verder op in de keten en door consumenten....)
Voor een duurzame circulaire toekomst van alle agrosectoren, wordt ontwikkelruimte gevraagd, zowel planologisch als qua activiteiten die nog nog erg star gedefinieerd en omkaderd zijn vanuit het oude denken. De verwaarding van reststromen en daarmee duurzaamheid wordt bijvoorbeeld ernstig belemmerd en vertraagd. Wellicht brengt (eenzijdige) footprinting inzicht en beweging. Maar het zal flexibiliteit en innovatie in de planologie vragen. Wat zijn definities van productiesectoren nog waard? Een kas die voedsel produceert, water bergt, energie opwekt, huis vest, organische meststoffen benut die anders uitspoelen, biodiversiteit levert, technologische vernuft ontwikkelt, warenhuisfuncties en logistiek organiseert.....is dat nog ''(glas)tuinbouw''?
Tot slot is het lastig in de huidige tijd een verhaal te brengen over de economische waarde van een sector voor BV Nederland. Fijn dat je het woord ''afweging'' in de mond neemt Pieternel!
Vraag jezelf eens af, wat is er niet meer als we de postzegel (niet alleen productie maar het hele cluster) vervangen met een digitaal high tech diensten sector. Wilt u wonen en werken in huizen en steden zonder groen? Wilt u gezond verse groenten in laten vliegen met gekoelde vliegtuigtransport of drones, zullen matrixborden met natuurbeelden onze steden leefbaar maken? Kunt u zonder stroom op zonnige dagen (piekbelasting stroomnet)? Denk u dat u bloemen dan van de akker komen? Hoeveel land is daarvoor nodig? Wilt u helemaal geen bloemen meer in uw leven. Valt er niks meer te vieren in het versoberde Nederland? Kunnen we in Nederland zonder voedsel, groen, preventie, welzijn en export?
Als kind ook voor schooltijd in de kassen gewerkt. Tropisch warm (want onze aardgasvoorraad werd voor een scheet en twee knikkers daar verstookt) en daarna door de sneeuw naar school. Het doordraaien van groente (tomaten en komkommers dus feitelijk fruit) ook volop meegemaakt en dit gebeurt ongetwijfeld nog steeds.
Dus leg het mij als eenvoudige consument nog maar eens langzaam uit aub.