Minder vlees, minder voedselverspilling en minder overconsumptie helpen de aarde te ontzien en klimaatverandering te remmen. Daar is al veel aan gerekend om te bewijzen hoe groot die effecten zijn. De meeste studies tot nu toe gingen er echter vanuit dat de kwalijke effecten van de veeteelt zijn toe te schrijven zijn aan wat mensen eten. Wie dat doet, rekent buiten wat honden en katten eten. Onze harige huisgenoten zijn jaarlijks goed voor de consumptie van circa 9% van alle voor hun vlees gehouden dieren, plus nog eens miljarden zeedieren.
Tot voor kort dachten we dat een plantaardig dieet niet haalbaar zou zijn voor honden en katten. Het zijn immers rasechte omnivoren en carnivoren.
Uit recente studies blijkt echter dat net als voor mensen, ook voor honden en katten een nutritioneel volwaardig veganistisch dieet industrieel kan worden samengesteld. Alle reden voor een team Amerikaanse onderzoekers, onder leiding van Andrew Knight, om de potentiële ecologische en duurzaamheidsvoordelen te onderzoeken van een veganistisch dieet voor honden, katten én mensen. De resultaten verschenen in PloS One.
Niets was Knight en zijn team te dol.
Van het aantal honden en katten op de wereld en hoe zwaar die gemiddeld zijn tot de exacte samenstelling van een kleine 300 merken dierenvoeding en het kwantificeren van het aantal dieren dat jaarlijks van de slacht zou worden gespaard. De getallen vliegen je om de oren. Het uiteindelijke doel was de resulterende besparingen op land- en watergebruik, broeikasgassen, verzurende en eutrofiërende emissies en het gebruik van biociden te berekenen.
The Guardian vat die resultaten van al het rekenwerk pakkend samen. Zouden alle honden veganistisch eten, dan zou dat meer broeikasgasuitstoot schelen dan wat het Verenigd Koninkrijk nu uitstoot, berekende Knight.
Aan landgebruik zou er een gebied ter grootte van Mexico 'vrijvallen' en aan watergebruik meer dan al het zoet water dat er in Denemarken te vinden is. Al die niet voor hondenvoer gebruikte resources zouden 450 miljoen extra mensen van voedsel kunnen voorzien, meer dan het inwoneraantal van de EU.
Hetzelfde sommetje voor alle katten ter wereld heeft andere uitkomsten. Veganistisch etende katten besparen volgens Knight een broeikasgasuitstoot groter dan die van Nieuw-Zeeland, een landoppervlak groter dan Duitsland en meer zoet water dan in Jordanië te vinden is. Genoeg om zo'n 70 miljoen mensen extra te kunnen voeden, meer dan de populatie van het Verenigd Koninkrijk.
Volgens Knight zijn veel huisdierbezitters zich niet bewust van de ingrijpende gevolgen voor het milieu die de productie van het eten voor hun dieren veroorzaakt. Als je een beetje geeft om de planeet, dan geef je je kat of hond nutritioneel volwaardig veganistisch eten, zegt Knight. Dat is inmiddels te kust en te keur te koop. De waarde van de markt voor veganistisch hondenvoer groeit. Wereldwijd gaat er nu al voor €13,3 miljard aan alleen al vegan hondenvoer over de toonbank. Geschat wordt dat de markt in 2033 stijgt naar €24 miljard (van de dan naar schatting totale hondenvoer-markt van ruim €77 miljard).
Dit artikel afdrukken
Uit recente studies blijkt echter dat net als voor mensen, ook voor honden en katten een nutritioneel volwaardig veganistisch dieet industrieel kan worden samengesteld. Alle reden voor een team Amerikaanse onderzoekers, onder leiding van Andrew Knight, om de potentiële ecologische en duurzaamheidsvoordelen te onderzoeken van een veganistisch dieet voor honden, katten én mensen. De resultaten verschenen in PloS One.
Niets was Knight en zijn team te dol.
Van het aantal honden en katten op de wereld en hoe zwaar die gemiddeld zijn tot de exacte samenstelling van een kleine 300 merken dierenvoeding en het kwantificeren van het aantal dieren dat jaarlijks van de slacht zou worden gespaard. De getallen vliegen je om de oren. Het uiteindelijke doel was de resulterende besparingen op land- en watergebruik, broeikasgassen, verzurende en eutrofiërende emissies en het gebruik van biociden te berekenen.
The Guardian vat die resultaten van al het rekenwerk pakkend samen. Zouden alle honden veganistisch eten, dan zou dat meer broeikasgasuitstoot schelen dan wat het Verenigd Koninkrijk nu uitstoot, berekende Knight.
Aan landgebruik zou er een gebied ter grootte van Mexico 'vrijvallen' en aan watergebruik meer dan al het zoet water dat er in Denemarken te vinden is. Al die niet voor hondenvoer gebruikte resources zouden 450 miljoen extra mensen van voedsel kunnen voorzien, meer dan het inwoneraantal van de EU.
Hetzelfde sommetje voor alle katten ter wereld heeft andere uitkomsten. Veganistisch etende katten besparen volgens Knight een broeikasgasuitstoot groter dan die van Nieuw-Zeeland, een landoppervlak groter dan Duitsland en meer zoet water dan in Jordanië te vinden is. Genoeg om zo'n 70 miljoen mensen extra te kunnen voeden, meer dan de populatie van het Verenigd Koninkrijk.
Volgens Knight zijn veel huisdierbezitters zich niet bewust van de ingrijpende gevolgen voor het milieu die de productie van het eten voor hun dieren veroorzaakt. Als je een beetje geeft om de planeet, dan geef je je kat of hond nutritioneel volwaardig veganistisch eten, zegt Knight. Dat is inmiddels te kust en te keur te koop. De waarde van de markt voor veganistisch hondenvoer groeit. Wereldwijd gaat er nu al voor €13,3 miljard aan alleen al vegan hondenvoer over de toonbank. Geschat wordt dat de markt in 2033 stijgt naar €24 miljard (van de dan naar schatting totale hondenvoer-markt van ruim €77 miljard).
Wat gaat er nu in honden-, katten- en mensenvoer?
Uit het onderzoek kwam dat nu al net iets minder dan de helft van de ingrediënten - op gewichtsbasis - in Amerikaans honden- en kattenvoer niet dierlijk is door bijmenging van plantaardig materiaal. Niet-dierlijke ingrediënten leverden 71,3% van de voedingsenergie die door de Noord-Amerikaanse bevolking werd geconsumeerd, en 66,3% van de voedingsenergie die werd geconsumeerd door de Amerikaanse honden- en kattenpopulatie.
Uit het onderzoek kwam dat nu al net iets minder dan de helft van de ingrediënten - op gewichtsbasis - in Amerikaans honden- en kattenvoer niet dierlijk is door bijmenging van plantaardig materiaal. Niet-dierlijke ingrediënten leverden 71,3% van de voedingsenergie die door de Noord-Amerikaanse bevolking werd geconsumeerd, en 66,3% van de voedingsenergie die werd geconsumeerd door de Amerikaanse honden- en kattenpopulatie.
- De niet-dierlijke ingrediënten in honden- en kattenvoer bestonden onder meer uit volle granen (gerst, maïs, haver en tarwe), gemalen granen (zoals gemoute gerst, maïsglutenvoer, maïsmeel, rijstmeel), sojaproducten (zoals sojameel, soja-eiwitconcentraten), fruit en groenten (bijvoorbeeld gedroogde bonen, wortelen, groene bonen, selderij, tomaten, pompoen), wortelgroenten (pinda's, pindakaas, cichoreiwortel), plantaardige oliën (sojaolie, koolzaadolie, kokosolie) en zoetstoffen (suiker, maïssuiker).
- Dierlijke ingrediënten maakten 53,1% van al het honden- en kattenvoer uit.
- Voor menselijke consumptie geschikte ingrediënten in honden- en kattenvoer zijn vlees (inclusief gevogelte en orgaanvlees), vetten en oliën, bouillon, visserijingrediënten (een verscheidenheid aan vis en visproducten zoals zalm, tonijn, witvis, kabeljauw, visolieproducten, ansjovis, maar ook krabben, mosselen, kelp, kelpmeel, algen en zeewiermeel), zuivel en eieren.
- Bij hondenvoer was 47,4% van alle ingrediënten van dierlijke oorsprong geschikt voor menselijke consumptie en bestond 66,2% daarvan uit vlees
- Bij kattenvoer was 49,% van alle ingrediënten van dierlijke oorsprong en maakte vlees 50% daarvan uit.
- Vlees maakte in het Amerikaanse honden- en kattenvoer 29,5% van de ingrediënten op dierlijke basis uit en bestond uit kip, orgaanvlees, rundvlees, kalkoen, lam, gevogelte, varkensvlees, eend, hertenvlees en bacon.
- De drie meest voorkomende vleessoorten in hondenvoer waren kip, rundvlees en 'orgaanvlees'.
- In kattenvoer waren dat kip, 'orgaanvlees' en kalkoen.
- Orgaanvlees werd gedefinieerd als lever, hart en longen.
- Organen zoals de lever, nieren, hart, hersenen, darmen, tong en milt zijn geschikt voor menselijke consumptie en worden ook wel 'variatievlees' genoemd.
- Bij de niet voor menselijke consumptie geschikte ingrediënten ging het met name om dierlijke bijproducten, vlees- en beendermeel. Diermeel maakte 43,9% uit van de ingrediënten op dierlijke basis in honden- en kattenvoer.
- Bij hondenvoer bestond 52,6% van van alle ingrediënten van dierlijke oorsprong uit niet voor menselijke consumptie geschikte ingrediënten, en was daarvan 88,1% diermeel, afkomstig vooral van ongespecificeerd vlees en botten, kip, en rundvlees en botten
- Bij kattenvoer maakten niet voor menselijke consumptie geschikte ingrediënten 50,8% van het voer uit. Daarvan was 74,0% diermeel, afkomstig van kippen, niet nader gespecificeerd gevogelte en niet nader gespecificeerd vlees en botten.
- Voor menselijke consumptie geschikte ingrediënten in honden- en kattenvoer zijn vlees (inclusief gevogelte en orgaanvlees), vetten en oliën, bouillon, visserijingrediënten (een verscheidenheid aan vis en visproducten zoals zalm, tonijn, witvis, kabeljauw, visolieproducten, ansjovis, maar ook krabben, mosselen, kelp, kelpmeel, algen en zeewiermeel), zuivel en eieren.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Ik zal meteen toegeven: ik woon al mijn hele leven met vierpotige huisdieren. Thans met twee katten, vroeger vier en vroeger als kind thuis met een hond.
Meer en meer denk ik: hoe komt dat eigenlijk? Honden hielden mensen om het erf en/of de kudde te bewaken. Katten om het ongedierte (muizen, ratten) weg te houden.
Toen die erf- en kuddefuncties verdwenen en mensen in de stad gingen wonen, ging de band met het dier door en kwamen de dieren in huis. Het is onze band met andere wezens die waardevol en intiem kan zijn.
Nu gaan we zover ze te voeren zoals ze totaal niet bedoeld zijn en dat kost nog steeds veel onduurzaam bestede energie en de planeet vervuilend verpakkingsmateriaal. Zou het niet beter in onze hoogtechnologische samenleving om een op honden en katten lijkend huisdier genetisch aan te passen aan plantaardige voedsel? Met andere woorden: veredel met gentech honden en katten met een lang darmkanaal en een gebit voor plantaardig voedsel.
Carolien Makkink, Gert Hemke en Hans de Haan, jullie zijn zoötechnici: is dat een malle gedachte?
#1 Misschien kan je ook een robot-huisdier ontwikkelen met AI; hoeft alleen maar aan de laadpaal (zou ie dan zelf kunnen doen), wellicht op den duur direct met zonne/licht-energie.
By the way, wij hebben bij ons ook katten, zogenaamd voor de muizen (en ratten), maar dat functioneert maar ten dele. Onze katten brengen vaak muizen mee, die ze dan wel eens los laten. De vogelstand wordt ook beinvloed, maar lijkt mij mee te vallen. Verder brengen ze af en toe een slangetje mee, wat ik soms kan redden omdat ie zich dood houdt.
Ze eten hier ook de muizen op, daardoor minder voer: vind vaak alleen maar een kopje, en een maagje van de muis. Op die restanten zitten nu vaak chinese horzels te eten.
Trouwens, het nogal vega-kattenvoer (écht dierlijk zit er niet zo veel in) lijkt mij voor katten niet zo goed, want de kat, is meer dan de hond, een carnivoor. Al die céreales maken ze dik, tot diabeet aan toe.
Ja, Dick, dat is een malle gedachte.
Neem dan gewoon een van nature veganistisch huisdier, een geit of een schildpad ofzo.
Of voer je katten met de kliekjes van je eigen eettafel (al kun je die altijd nog beter zelf opeten). Of laat ze buiten vogeltjes vangen (o nee, daar zaten ook nadelen aan ...).
Honden en katten eten al voornamelijk plantaardig, zie hier en doen het dus 'beter' dan mensen.
En de dierlijke ingrediënten die gezelschapsdieren eten zijn voor een groot deel producten die wij mensen niet kunnen of willen eten. Beetje apart dat in het PlosOne artikel de HC en NHC dierlijke ingrediënten bij elkaar worden opgeteld en dat de auteurs de uitkomst dan omrekenen naar hoeveel vee er bespaard zou worden als honden en katten veganistisch zouden eten. En opmerkelijk dat ze alles berekenen op basis van energie (calorieën), terwijl die dierlijke componenten in het voer bedoeld zijn als bron van eiwit / aminozuren.
De dierlijke componenten van petfood zijn grotendeels bijproducten uit de humane voedselketen die een nuttige bestemming vinden in voeding voor hond en kat. Als we dat niet meer willen, waar laten we die bijproducten dan? De auteurs geven in hun discussie wel aan dat het onderscheid tussen HC (human consumable) en NHC (non human consumable) redelijk arbitrair is. Ze schrijven bijvoorbeeld dat kippenveren ook verwerkt kunnen tot eiwithydrolysaten die je kunt verwerken in soepen en sauzen. En dat andere dierlijke bijproducten verwerkt kunnen worden tot grondstoffen voor andere consumentenproducten. Natuurlijk, alles kan. Maar de onderzoekers laten zich er niet over uit hoe efficiënt die processen zijn en wat het energieverbruik en de klimaatimpact ervan is.
En dan nog iets: Als we honden en katten genetisch ombouwen tot planteneters, dan krijg je een soort koe (met een pens waarin methaan wordt gevormd). In die hele broeikasgasemissiediscussie wordt er juist soms voor gepleit om koeien meer als eenmagigen te voeren om de methaanuitstoot te reduceren.
Altijd goed dus om dit soort onderwerpen op systeemniveau te bekijken: wat zijn de trade-offs en welke 'waterbedeffecten' creëer je? Oftewel: hoe benut je elke bron van biomassa het beste?
Misschien moeten we stoppen met het redden van de wereld, zoals bepleit door Lisa Doeland. Zij zet zich af tegen de groene ideologie: „Dat is de mythe van de circulaire economie, groene groei, groen kapitalisme. Allemaal een voortzetting van de status quo, maar dan op een manier die je kunt verkopen.”
De kop boven het artikel in het NRC: de mensheid moet leren goed uit te sterven.
Op onze Facebookpagina laten zich mensen horen die negatieve ervaringen hebben met vegan voer voor kat en hond en mensen die het dierenmishandeling vinden.