Regenwormen worden van alle kanten toegejuicht als bodemverbeteraars en indicatoren van een gezonde bodem. Veel wormen, goeie grond. Helaas ook: veel wormen, veel broeikasgas. Da's even schrikken.
Ingrid Lubbers, promovenda bij de groep Bodembiologie en biologische bodemkwaliteit van Wageningen University voerde samen met collega-onderzoekers van het Trinity College Dublin, de University of California in Davis en het International Center for Tropical Agriculture in Cali, Colombia een metastudie uit naar de invloed van regenwormen op de nettoproductie van twee broeikasgassen: lachgas (N2O) en kooldioxide (CO2) en wat ze doen met organische koolstof in de bodem. De resultaten zijn schrikbarend. Wageningen UR rapporteert erover.
Het blijkt dat regenwormen de uitstoot van koolzuurgas vanuit de bodem met 33% doen toenemen, en van lachgas met maar liefst 42%. Aan het gehalte organisch materiaal (koolstof) in de bodem doen de regenwormen niets.
Wat de regenwormen wel doen, is het mengen van organische plantenresten door de bodem. Die resten worden daardoor gemakkelijker afgebroken en daarbij komt CO2 vrij. Het spijsverteringssysteem van de regenwormen bevat daarnaast veel micro-organismen die de lachgas-producerende bacteriën aan het werk zetten. Door de gangen die de wormen maken kan dat lachgas gemakkelijk uit de bodem ontsnappen voor het daar wordt omgezet in het onschadelijke stikstofgas. Als er in de bodem veel organische koolstof aanwezig is - en dat is op landbouwgronden het geval, vooral ten gevolge van (kunst)bemesting - is de uitstoot aan lachgas het hoogst.
Promotor Jan Willem van Groenigen zegt in het WUR-bericht: “Bodems zijn een sterspeler in het klimaatverhaal. Er zit meer koolstof in organische vorm in de bodem dan als kooldioxide in de atmosfeer.” Daardoor zouden relatief kleine veranderingen in de broeikasgasbalans van de bodem grote gevolgen kunnen hebben voor de klimaatsverandering waar we mee te maken hebben. “Het is ironisch dat regenwormen, die we in de duurzame landbouw trachten te bevorderen omdat ze goed zijn voor de bodemvruchtbaarheid, tegelijkertijd een ongewild effect hebben op de uitstoot van broeikasgassen," stelt van Groeningen.
Ingrid Lubbers besluit daarom “we hebben vooral meer lange termijn experimenten, en experimenten met groeiende planten nodig voor we weten in hoeverre wereldwijde verworming leidt tot wereldwijde verwarming”.
Gunnen we de wormen tot die tijd het voordeel van de twijfel of maken we ze alvast dood uit naam van de uitstootreductie?
Fotocredits: Compost with earthworms, Sustainable sanitation
Dit artikel afdrukken
Het blijkt dat regenwormen de uitstoot van koolzuurgas vanuit de bodem met 33% doen toenemen, en van lachgas met maar liefst 42%. Aan het gehalte organisch materiaal (koolstof) in de bodem doen de regenwormen niets.
Wat de regenwormen wel doen, is het mengen van organische plantenresten door de bodem. Die resten worden daardoor gemakkelijker afgebroken en daarbij komt CO2 vrij. Het spijsverteringssysteem van de regenwormen bevat daarnaast veel micro-organismen die de lachgas-producerende bacteriën aan het werk zetten. Door de gangen die de wormen maken kan dat lachgas gemakkelijk uit de bodem ontsnappen voor het daar wordt omgezet in het onschadelijke stikstofgas. Als er in de bodem veel organische koolstof aanwezig is - en dat is op landbouwgronden het geval, vooral ten gevolge van (kunst)bemesting - is de uitstoot aan lachgas het hoogst.
Promotor Jan Willem van Groenigen zegt in het WUR-bericht: “Bodems zijn een sterspeler in het klimaatverhaal. Er zit meer koolstof in organische vorm in de bodem dan als kooldioxide in de atmosfeer.” Daardoor zouden relatief kleine veranderingen in de broeikasgasbalans van de bodem grote gevolgen kunnen hebben voor de klimaatsverandering waar we mee te maken hebben. “Het is ironisch dat regenwormen, die we in de duurzame landbouw trachten te bevorderen omdat ze goed zijn voor de bodemvruchtbaarheid, tegelijkertijd een ongewild effect hebben op de uitstoot van broeikasgassen," stelt van Groeningen.
Ingrid Lubbers besluit daarom “we hebben vooral meer lange termijn experimenten, en experimenten met groeiende planten nodig voor we weten in hoeverre wereldwijde verworming leidt tot wereldwijde verwarming”.
Gunnen we de wormen tot die tijd het voordeel van de twijfel of maken we ze alvast dood uit naam van de uitstootreductie?
Fotocredits: Compost with earthworms, Sustainable sanitation
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Ik ben geen wetenschapsman, maar wat ik wel weet is dat het natuurlijk ecosysteem een geweldige kringloop is, dat geen mens ooit zelf had kunnen bedenken. Wormen zijn nodig om het dooie groenafval te composteren tot vruchtbare zwarte aarde. Mijn logica zegt: wormen zorgen voor broeikas effect? Dan hadden ze dat miljoen jaar geleden ook gedaan? Wat ze ook doen, ze doen het goed.
Ja, dat is inderdaad schrikken. Maar als ik bedenk, dat een dichtgeslagen bodem meer lachgas uitstoot, dan een bodem met een goede structuur (onderzoek van Dr. GD (Bert) Vermeulen ea / WUR), dan plaats ik bij de uitkomsten van het nieuwe onderzoek toch een vraagteken. In het eindrapport uit 2004 "Precisiebemesting van een niet verstoorde bodem" staat namelijk in de conclusies: "De uitstoot van lachgas is duidelijk minder voor een niet verdichte bodem." Hier wordt het rijpadensysteem onder biologische omstandigheden vergeleken. De grond is dan vaak losser en beter bewerkbaar (ik neem an ook voor wormen).
In Flevoland zijn op bepaalde (ook gangbare) bedrijven soms problemen met overmatig veel wormen in de toplaag van de bodem. Dan kan ik me wel iets van lachgas voorstellen (gangen, waar meerdere wormen doorheen gaan bijvoorbeeld, kunnen lekker uitdijen). Maar als wormen, zoals doorgaans het geval is, helpen de structuur van de grond te verbeteren of goed te houden, hebben ze het in de regel druk genoeg onder het maaiveld en zorgen goede opbrengsten (en nateelt van groenbemesters) voor extra opname van CO2 uit de lucht.
Ben benieuwd naar vervolgonderzoek met meerdere varianten. Bijvoorbeeld wat betreft de gegeven bodemkwaliteit, grondsoort, al of niet storende lagen, organische stofgehalte, gewas en vruchtwisseling, pH etc...
Mooi en zinvol woordenspel van Ingrid Lubbers: “we hebben vooral meer lange termijn experimenten, en experimenten met groeiende planten nodig voor we weten in hoeverre wereldwijde verworming leidt tot wereldwijde verwarming”. En "of en zo ja hoe dit eventueel beïnvloedbaar is".
Hoe moet ik dit artikel nu lezen? Ik zie het zo.
Normaal gesproken is er per m2 landbouwgrond zonder regenwormen een bepaalde hoeveelheid koolzuur- en lachgasvorming gedurende een heel jaar. En met regenwormen krijg je op dezelfde m2 dezelfde hoeveelheid koolzuur-en lachgasvorming, maar nu gedurende 2/3 jaar.
De hoeveelheid koolzuur- en lachgas die per m2 ontstaat blijft hetzelfde, alleen de regenwormen versnellen dat proces met 33% voor koolzuur en 42% voor lachgas..
En ja, met of zonder regenwormen, met meer of minder mest per m2 krijg je ook meer of minder koolzuur- en lachgasvorming.
Ik kan niks met dit onderzoek zolang er niet is aangegeven in welk tijdsbestek de koolzuur- en lachgasvorming, met of zonder regenwormen, plaatsvindt.
En die regenwormen van voor de explosieve stijging van broeikasgassen, hoe zit het daarmee? Vraag: Wat is er dan met die regenwormen aan de hand?
Regenwormen zijn er al een tijdje.
Misschien zelfs al een jaar of 20 minder in getal door die verplichte mestinjectie.
Je zou dan eerder een afname verwachten van de "footprint" van regenwormen.
Ik probeer dit soort toch vrij schokkende wetenschap altijd te vertalen naar therapeutische consequenties: dus vooral NIET bovengronds mest gaan uitrijden?
Anders kan misschien Monsanto of Chemchina iets bedenken om die schadelijke regenwormen te eradiceren?