Nu het stof van de stikstofplannen van het kabinet een beetje aan het dalen is, komt de vraag op wat er gaat gebeuren met de boeren die allang proberen zo milieu-, natuur- en diervriendelijk mogelijk te boeren. Pioniers, de voorbeelden die perfect in het plaatje passen van de kringlooplandbouw, die Den Haag voor zich ziet als de toekomst van de landbouw in ons land. We vroegen een aantal van hen, plus een woordvoerder van Caring Farmers, naar hun reactie.
Peter Oomen
Peter Oomen en zijn vrouw Marja vormen samen met hun twee zoons een maatschap. Ze hebben een biologische veehouderij in Oirschot, aan de rand van de natuurgebieden 'Kampina' en de 'Oisterwijkse Vennen'. Oomen beheert voor Stichting Natuurmonumenten 1.100 hectare natuurgebied en laat hier zijn zoogkoeien grazen. Ze hebben een negatieve stikstof- en mineralenbalans doordat ze geheel zelfvoorzienend zijn. Er is dus geen aanvoer van krachtvoer of andere voedermiddelen.
En toch slaap ik slecht, lig ik ’s nachts te denken over waar we in hemelsnaam mee bezig zijn. We willen toch natuur? Die natuur moet toch worden beheerd? Ik word er moedeloos van. We waren vorig jaar in Zweden, Noorwegen en Denemarken. In alle drie de landen zeiden ze: kom hier maar boeren!”
Kees Scheepens
Kees Scheepens is biologisch varkens- en zoogkoeienhouder, dierenarts en varkensfluisteraar. Ook hij boert in Oirschot en is gespecialiseerd in het natuurlijke gedrag van varkens. Sinds de varkenspest eind jaren ’90, waarin hij vele gezonde biggen heeft moeten euthanaseren, wijdt hij zijn werk met name aan de emancipatie van het varken, het slimste landbouwhuisdier. Zijn varkens gebruiken het intelligente varkenstoilet; ze poepen op plek a en plassen op plek b. Zo komt er geen ammoniak vrij en kunnen de varkens zonder stank in een frisse omgeving opgroeien.
Boy Griffioen
De jonge boer Boy Griffioen heeft een biologisch melkveebedrijf en kaasmakerij in Weesp, Noord-Holland. Hij, zijn vrouw en nog een stel runnen samen de boerderij. Er is ook een winkel, ze verhuren vergaderruimte en doen aan educatie. Hun koeien hebben een goede weerstand en ze gebruiken geen preventieve antibiotica, ook geen andere preventieve medicijnen. Hun koeien hoeven geen tophoeveelheid melk te geven.
"Wat ik tot nu toe las vind ik wat onwerkelijk. Je leest dat er in veel gebieden niet direct wordt gekeken naar hoeveel dieren er per hectare zijn, en hoeveel draagkracht er is per gebied. De oplossing zou uit reductie van dieren moeten komen. Maar waarom niet kijken naar wat gebied nodig heeft, hoeveel dieren het kan hebben? Alternatieve mestaanwendingstechnieken en andere technische oplossingen zijn best mogelijk, maar daar kijkt de overheid zo te zien niet naar.
Hanneke is zelf geen boer, maar werkt voor Caring Farmers, een boerenbelangenbehartiger voor boeren op weg naar een natuurinclusieve kringlooplandbouw.
“Ik ben verbaasd over de boosheid bij veel boeren, terwijl het er al zo lang aan zit te komen. Zoals het tot dusver ging, verdwijnen er ook veel boeren, door schaalvergroting. We moeten echter niet het kind met het badwater weggooien. De voorlopers kunnen de weg wijzen voor andere boeren. We kunnen best het aantal boeren behouden, maar het aantal dieren en de chemie verminderen. Wij zijn voor een echte transitie, dat wil zeggen op een andere manier voor eigen land gaan produceren, meer van eigen land eten, inclusief een ander, meer plantaardig dieet. Maar we willen ook een eerlijke stikstofreductie, dus ook minder vliegverkeer en stikstofreductie bij de industrie. Met de huidige uitstoot van vliegtuigen redt de natuur het immers ook niet. De provincie kan er ook voor kiezen om de industrie en luchthavens meer aan te pakken. Zowel voor het klimaat als voor de biodiversiteit hebben we stikstofreductie nodig. We zijn blij met meer duidelijkheid, al zijn we er nog lang niet.”
Dit artikel afdrukken
Peter Oomen en zijn vrouw Marja vormen samen met hun twee zoons een maatschap. Ze hebben een biologische veehouderij in Oirschot, aan de rand van de natuurgebieden 'Kampina' en de 'Oisterwijkse Vennen'. Oomen beheert voor Stichting Natuurmonumenten 1.100 hectare natuurgebied en laat hier zijn zoogkoeien grazen. Ze hebben een negatieve stikstof- en mineralenbalans doordat ze geheel zelfvoorzienend zijn. Er is dus geen aanvoer van krachtvoer of andere voedermiddelen.
We hebben zelfs een negatieve stikstofbalans; we voeren stikstof af in de vorm van vlees“Als ik heel eerlijk ben, en ik hoop dat de overheid dat ook is, dan moet je een bedrijf zoals het onze juist willen behouden. We hebben zelfs een negatieve stikstofbalans, we voeren stikstof af in de vorm van vlees. Natuurmonumenten, waar we natuur voor beheren, noemt ons bedrijf vaak als voorbeeld, van hoe het moet. Onze dieren, zelfs onze paarden, leven van de gronden die we in natuurbeheer hebben. Mijn twee jongens studeerden beide in Wageningen aan de WUR en kunnen aantonen dat we enkel stikstof afvoeren.
En toch slaap ik slecht, lig ik ’s nachts te denken over waar we in hemelsnaam mee bezig zijn. We willen toch natuur? Die natuur moet toch worden beheerd? Ik word er moedeloos van. We waren vorig jaar in Zweden, Noorwegen en Denemarken. In alle drie de landen zeiden ze: kom hier maar boeren!”
Kees Scheepens
Kees Scheepens is biologisch varkens- en zoogkoeienhouder, dierenarts en varkensfluisteraar. Ook hij boert in Oirschot en is gespecialiseerd in het natuurlijke gedrag van varkens. Sinds de varkenspest eind jaren ’90, waarin hij vele gezonde biggen heeft moeten euthanaseren, wijdt hij zijn werk met name aan de emancipatie van het varken, het slimste landbouwhuisdier. Zijn varkens gebruiken het intelligente varkenstoilet; ze poepen op plek a en plassen op plek b. Zo komt er geen ammoniak vrij en kunnen de varkens zonder stank in een frisse omgeving opgroeien.
Mijn runderen grazen in natuurgebieden en zorgen daar voor extra biodiversiteitScheepens maakt zich niet zo druk. “Ik weet niet wat er daadwerkelijk gaat gebeuren. Veel boeren schieten in de stress. Maar de provincies moeten het beleid ook nog gaan uitvoeren. Als ze mij willen stoppen, dan moeten ze dat maar doen. Ik ga geen achterhoedegevecht voeren. Ik ben pionier die het oude wat is versleten is, probeert te vervangen door iets nieuws dat nog niet af is. Het welzijn van mijn dieren staat voorop, boven al het andere. Het stalklimaat moet voor het varken zelf ook goed zijn, dus hun hele leven boven hun eigen pies en poep en dan de ammoniak eruit wassen is niet de weg. Ik denk dat ik niet veel emissies veroorzaak. In de stal scheid ik urine en mest al bij de bron, buiten zakt de urine de bodem in en de mest blijft erop liggen. Samen met de WUR gaan we meten wat dit nog aan eventuele emissies oplevert. Mijn runderen grazen in natuurgebieden en zorgen daar voor extra biodiversiteit. Ook hun pies zakt weg in de grond en de koevlaaien blijven erop liggen. Kalfjes blijven minstens 6 maanden bij de koe. In Brabant zeggen we trouwens al decennia: 'Het is óf als de dood ons scheidt, óf als de schijt ons doodt.’”
Boy Griffioen
De jonge boer Boy Griffioen heeft een biologisch melkveebedrijf en kaasmakerij in Weesp, Noord-Holland. Hij, zijn vrouw en nog een stel runnen samen de boerderij. Er is ook een winkel, ze verhuren vergaderruimte en doen aan educatie. Hun koeien hebben een goede weerstand en ze gebruiken geen preventieve antibiotica, ook geen andere preventieve medicijnen. Hun koeien hoeven geen tophoeveelheid melk te geven.
"Wat ik tot nu toe las vind ik wat onwerkelijk. Je leest dat er in veel gebieden niet direct wordt gekeken naar hoeveel dieren er per hectare zijn, en hoeveel draagkracht er is per gebied. De oplossing zou uit reductie van dieren moeten komen. Maar waarom niet kijken naar wat gebied nodig heeft, hoeveel dieren het kan hebben? Alternatieve mestaanwendingstechnieken en andere technische oplossingen zijn best mogelijk, maar daar kijkt de overheid zo te zien niet naar.
Ik heb meerdere inkomstenbronnen en ben er zo weer bovenopIk vind dat je per gebied moet kijken naar de draagkracht per gebied plus technische mogelijkheden. Daarna zou je per gebied kunnen kijken naar de beste opties. Als je waar ik boer, in Noord-Holland, bijvoorbeeld de helft van de dieren weghaalt, dan neemt het fossiele brandstofverbruik toe. Als we alle dieren in mijn regio zouden weghalen, dan los je volgens mij nog het stikstofprobleem niet op. Bovendien: wat wordt dan het economische model van een gebied? Ik heb daar nog niets over gehoord. Kijk eerst naar reële, haalbare doelen, ook voor de combinatie samenleving-industrie-landbouw. En kijk niet alleen naar de boeren, dat is gewoon niet realistisch. Trouwens, als ik moest stoppen dan vind ik dat jammer, maar geen ramp. Ik heb meerdere inkomstenbronnen en ben er zo weer bovenop."
We willen een eerlijke stikstofreductieHanneke van Ormondt
Hanneke is zelf geen boer, maar werkt voor Caring Farmers, een boerenbelangenbehartiger voor boeren op weg naar een natuurinclusieve kringlooplandbouw.
“Ik ben verbaasd over de boosheid bij veel boeren, terwijl het er al zo lang aan zit te komen. Zoals het tot dusver ging, verdwijnen er ook veel boeren, door schaalvergroting. We moeten echter niet het kind met het badwater weggooien. De voorlopers kunnen de weg wijzen voor andere boeren. We kunnen best het aantal boeren behouden, maar het aantal dieren en de chemie verminderen. Wij zijn voor een echte transitie, dat wil zeggen op een andere manier voor eigen land gaan produceren, meer van eigen land eten, inclusief een ander, meer plantaardig dieet. Maar we willen ook een eerlijke stikstofreductie, dus ook minder vliegverkeer en stikstofreductie bij de industrie. Met de huidige uitstoot van vliegtuigen redt de natuur het immers ook niet. De provincie kan er ook voor kiezen om de industrie en luchthavens meer aan te pakken. Zowel voor het klimaat als voor de biodiversiteit hebben we stikstofreductie nodig. We zijn blij met meer duidelijkheid, al zijn we er nog lang niet.”
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
"'Hé’, zegt de toevallig langs wandelende ambtenaar van de provincie, ‘maar jij hoeft je als biologische boer toch niet druk te maken?’ Dat zou je inderdaad denken, dat ik me niet druk hoef te maken over de stikstofreductieplannen van minister Van der Wal (Natuur en Stikstof). Want ik woon en werk naast een stuk ‘nieuwe natuur’ dat De Onlanden heet, in het noorden van Drenthe, vlak bij de stad Groningen. En dit gebied is nog nooit op één enkele kaart aangemerkt als gevoelig voor stikstof", schrijft gastcolumnist Peter Oosterhof vandaag in de Volkskrant
Helaas staat De Onlanden wel op de kaart van minister Christianne van der Wal. "Want er kwamen gebiedscoördinatoren, procesbegeleiders en landschapskundigen met een visie. En die vele beheerders deden allemaal hun eigen ding, maar de percelen met orchideeën verruigden, het kruidenrijke hooiland verdween, het beheer bleek te duur om dit landschap te behouden. Want: budgetgedreven onderhoud stopt als het budget op is. En dat was nogal eens het geval. Mijn kinderen weten niet meer hoe een kievit klinkt, laat staan hoe ze hun nest kunnen vinden om er vervolgens met veel zorg omheen te werken. Zo verdween kwetsbare natuur.
Met de nieuwe natuur gaat het ook niet goed. Het eens mooie, weidse, open landschap groeit dicht. Nogal logisch, als je het niet goed beheert. We hadden gehoopt dat de bever zou helpen bij het beheer, maar bij het zien van al die spontaan opkomende bomen kregen ze waarschijnlijk meteen een burn-out. En wat doet de overheid vervolgens met de gevolgen van wanbeheer door dure terreinbeherende organisaties? Die flikkert de problemen op het bord van de (bio)boeren, die dan maar moeten worden uitgekocht. Want dat is wat er nu gebeurt."
Oosterhof blijkt te zitten in een gebied met 1.700 hectare ‘wensnatuur’ waar 95% stikstofuitstootreductie geldt. "Dat staat voor mijn biologische boerenbedrijf gelijk aan stoppen."
Volgens mij worden de stikstof-reductiepercentages door velen verkeerd cq te optimistisch gelezen.
Bijv. in mijn gebied (Leenderbos) is het reductiepercentage 70%. M.i is dit niet "slechts" een krimp van de veestapel van 70%.
Als 50% van de stikstofuitstoot door het bemesten van landbouwgronden komt en de andere 50% door vee, dit is globaal de verdeling over Ned. Dan betekend 70% reductie al het vee weg uit het gebied (= 50%-reductie) en voor de overige 20% zou dan 40% (20% delen door 0,5) van het landbouwareaal onbemest moeten blijven (en dus op termijn natuur moeten worden).
Uitstekend artikel. Uiteindelijk gaat het natuurlijk ook om meer dan stikstof (wel belangrijke indicator) Het gaat om het drastisch reduceren van import veevoer en toepassing kunstmest en chemie, daarmee lossen we ook gelijk nog veel meer problemen op. Dan gaan we van een industriële exportlandbouw, naar een meer regiogerichte en verbonden landbouw. Als de meest extensieve bedrijven zouden moeten stoppen dan gooien we inderdaad het kind met het badwater weg. Er is een grote rol en verantwoordelijkheid van de Rabobank, de overheid en de supermarkten die deze problemen hebben laten ontstaan om te zorgen dat boeren die willen bewegen naar bio of andere vormen van gifvrije landbouw die kans ook echt krijgen en dat de voorbeeldbedrijven hun weg kunnen vervolgen.
Willen de 'goeiste' boeren weer een uitzondering ??
Nou NIEMAND is uitgezonderd bij deze VIRTUELE schade berekening en daaruit voorvloeiende kleurplaat.
De schade aan o.a. de Onlanden is pas hersteld als ook de laatste inwoner van Grunn is verdreven.
Rondom en op de Veluwe idem dus pas maar op redactie.....
Voor een juiste weergave van de 'slechte' natuur op de Veluwe :
https://natura2000.eea.europa.eu/Natura2000/SDF.aspx?site=NL9801023
Voor een cursus wegmoffelen van deze en andere SDF cijfers kunt u terecht bij Annemiek Adams van LNV. (lieve dame hoor maar dit zijn haar instructies).
Ja zo gaat dat met de wensnatuur van de ecologen . Velen hebben er een boterham aan van 8 tot 4 en liefst dat maar voor 4 dagen per week.
Ze gaan geen nesten beschermen want als het mis gaat hebben ze een zondebok (de boeren).
Hier rond de Peel gaat het exact hetzelfde. Pitrussen, uitgesteld maaibeheer wat alleen maar geld kost en amper weidevogels.
Hier moet ook 75 -90% reductie plaatsvinden en dan komt er 10% onder de KDW volgens de virtuele modellen.
Al haal je hier alles weg dan kom je nog niet onder de KDW voor de wensnatuur hoogveen. Een veel grotere component is de waterhuishouding maar door de klimaatverandering komt dit steeds verder uit beeld.