1. de kengetallen van Agrovision houden geen rekening met de grootte van bedrijven
2. grote bedrijven hebben een significant lager sterfte % dan kleinere bedrijven
3. waarschijnlijk is het klantenbestand van Agrovision geen goede steekproef van alle bedrijven
4. de veronderstelde groei is voor een deel zeker het gevolg van de wijze van berekening, en voor het resterende deel in ieder geval waarschijnlijk ook
Op 10 juni 2009 kwam de Stichting Varkens in Nood (ViN) met een persbericht over het grote aantal biggetjes dat overlijdt voordat zij rijp zijn voor de slacht. In het persbericht stond onder meer:
In Nederland worden per jaar ruim 30 miljoen biggen geboren. Van die miljoenen biggen sterven er jaarlijks zo’n 3 miljoen in de eerste weken van hun leven. Ruim 2 miljoen biggen worden doodgeboren. Naast deze massale biggensterfte laten nog eens 500 duizend vleesvarkens en 60 duizend zeugen het leven op de boerderij. Dat blijkt uit cijfers van destructiebedrijf Rendac, dat kadavers ophaalt bij boerderijen, en Agrovision, de belangrijkste leverancier van boekhoudsystemen voor de agrarische sector. Deze onvoorstelbaar grote ‘uitval’, zoals dit in de sector wordt genoemd, is een direct gevolg van de wijze waarop in Nederland wordt omgegaan met productiedieren.
Vooral deze laatste zin intrigeerde mij, omdat Nederland nu juist een hele grote exporteur van varkens is (1,3 maal de eigen consumptie); naast Denemarken heeft Nederland al jaren verreweg de laagste kostprijs in de EU. Hoe kan men dan vanuit
Ik besloot de cijfers eens goed tegen het licht te houden. Al snel bleek dat ViN met kengetallen was gaan rekenen die een zekere mate van onnauwkeurigheid hebben (soms wel 10%), en dat die dus ook tot onnauwkeurige conclusies leiden waarbij men zich moet afvragen of die wel kloppen. Zie mijn commentaar op hier op foodlog.nl, waarin ik tevens een opmerking maakte over de aard van de kengetallen. Hoe zijn ze tot stand gekomen en wat betekenen ze precies? Ofwel, zijn de kengetallen van Agrovision representatief voor de hele branch? Daar ben ik nog eens ingedoken nadat het ministerie van LNV een commentaar naar de Tweede Kamer stuurde op 22 juni 2009.
Nu ik dat heb gedaan, weet ik het zeker. De kengetallen kunnen zeker niet gebruikt worden zoals ViN en LNV dat doen. De interpretaties van ViN en van het minister van LNV kloppen niet. Dat is ongetwijfeld geen opzet van ViN geweest, men heeft gewoon niet goed opgelet. En LNV dus ook niet. Laten we eens kijken naar het volgende staatje (afkomstig van de bedrijfskengetallen van Agrovision zelf, over het jaar 2008).
Ook LNV slaat de plank mis
Nu naar de reactie op de Varkens in Nood cijfers die het ministerie van LNV op 22 juni 2009 wereldkundig maakte. Het ministerie laat het volgende staatje zien:
1. Door de rekenwijze per bedrijf zijn de sterfte-percentages de laatste jaren te hoog ingeschat.
2. Door het ondervertegenwoordigd zijn (in het klantenbestand van Agrovision) van de kleinere bedrijven, die toen wellicht zulke software niet konden betalen en nu voor het merendeel verdwenen zijn, zijn de cijfers in de eerste jaren waarschijnlijk
Plotseling is die hele groei die ViN en LNV hier zien (en betreuren) verdwenen als sneeuw voor de zon. Die 11,9% kan best in werkelijkheid 12,6% zijn, en die 12,9% in 2008 is zeker niet meer dan 12,6%.
Tenslotte wil ik nog even wijzen op een tweede staatje in de brief van LNV, waaruit blijkt dat we het (met betrekking tot dit sterfte %) duidelijk beter doen dan een paar andere landen in de EU (1,2% tot 1,8% beter!). De Nederlandse varkenshouders een stelletje domme boeven? Nee dus.
Fotocredits: logo Varkens in Nood
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Klasse! Ik ben onder de indruk. Kort samengevat (1) er is te snel een numeriek en geen gewogen gemiddelde gebruikt, (2) de mate van onnauwkeurigheid is niet correct verwerkt (nu natuurlijk wel). ViN en LNV zijn weer aan zet. Wat mij betreft hebben deze organisatie voorlopig laten zien geen wiskunde A kennis in huis te hebben :-) . Foodlog bewijst weer eens een gedegen journalistiek medium dat echte kennis vanuit zijn publiek actief kan maken.
Hier staat doodeenvoudig uitgelegd dat grotere bedrijven (waar 'iedereen' tegen is), een kleinere biggensterfte hebben dan de kleintjes (waar 'iedereen' voor is). Verrassend! Kranten zouden er bovenop moeten duiken.
Mogelijk zijn grotere houderijen professioneler en hebben ze betere procedures om sterfte te voorkomen door betere observatietechnieken. Let wel, dat wil niet zeggen dat groter 'beter' is, maar wel dat 'groot' procedures zou kunnen hebben die professioneler zijn en daarom tot meer dierwelzijn leiden. De crux voor het door ViN gesignaleerde probleem zit 'm dan ook in het achterhalen van die procedures.
Dat betekent nogal wat voor de weg die de varkenshouderij nu op wordt gedwongen door de NGO Varkens in Nood. De oplossing zit'm niet in de genetica, maar in het procedures en regels waarmee de stallen worden beheerd.
Een ministerie dat zich door ViN laat meeslepend, maakt een fundamentele keuze. Helaas echter slechts bij implicatie. Het valt voor dat mode-fenomeen dat ons allemaal schijnt te ontlasten van de de plicht onze hersens naar vermogen te gebruiken: 'maatschappelijke druk'.
Vanwaar die mode (of is het een vlucht?) om toe te geven aan ongeïnformeerde meningen en keuzen? Past die wel bij een moderne, hoogopgeleide democratie?
Er speelt een fundamentele ethische keuze (in hoeverre vinden we dat we dieren mogen manipuleren?) en er is een technocratisch vraag in het geding (onder welke omstandigheden kun je dieren optimaal houden, zowel economisch als voor hun eigen welzijn?) Stel ze als zodanig en gooi ze niet door elkaar door middel van een demagogische campagne die nu zomaar leidend dreigt te worden voor officieel beleid.
In aanvulling op mijn laatste zin - want ik vergeet het belangrijkste punt - nog dit.
ViN zet aan tot het genetisch terugveranderen van zeugen. Dat gaat jaren en jaren duren. Met alle hogere sterfte als gevolg, terwijl managementverbeteringen en eisen die betere procedures verplicht stellen op korte termijn kunnen worden ingevoerd.
Hoewel Varkens in Nood over het algemeen betere kennis van dieren heeft dan Wakker Dier, blijkt het in deze affaire geen haar beter dan Wakker Dier in de varkensballenaffaire. Het staat met zijn actie maatregelen die dierwelzijn snel kunnen verbeteren in de weg.
Sterk verhaal, maar de kop zegt toch niet iets wat door Varkens in nood wordt ontkend? Natuurlijk leidt grootschaligheid tot beter welzijn, want heel veel kleine bedrijfjes zijn lastig te controleren. Maar moeten we afscheid nemen van varkenshouderijen van zelfstandige boeren en mega-boerderijen laten ontstaan, puur voor de winst in dierenwelzijn (en vast ook wel weer duurzaamheid)? In de VS is het platteland een heel leeg gebied geworden (heb ik van horen zeggen) door de schaalvergroting. De functie van leefgemeenschap verdwijnt door schaalvergroting. In Nederland misschien geen nijpend probleem, want je kunt forensen van het platteland naar de stad en boerderijen en boerderettes zijn schattig om in te wonen, zeker met hobbykip en hobbyvarken.
Waar staat dat ze het ontkennen? Waar staat dat 'groot' beter is? Ik lees in Jan's stuk wat ik al zei: professionaliteit (een bijkomend aspect van groot) en goede observatie- en interventieprocedures zorgen voor sterke daling van de voor-speense sterfte. Dierenartsen bevestigen dat.
Ikzelf vind dat het varken terug moet naar de stad. Van oudsher horen ze niet op het platteland. Daar komt nog een stukje over dezer dagen. Maar laten we deze draad vrijlaten van waar een varken gehouden moet worden.
Hier is in het geding welke oplossingsrichting gekozen moet worden om een hoger biggenwelzijn en minder sterfte te bereiken. Volgens ViN zit het 'm in de genetica en moeten er zeugen komen die minder biggen baren. Volgens een rationele analyse zit het 'm in een goed managementsysteem. Het tweede is veel sneller te implementeren dan het eerste. Door onkunde maken de ViN dus een grove fout.