Willen we met meer en meer techniek iedere plaag beheersen en daardoor nog meer oproepen? Of gaan we weer gebruik maken van natuurlijke balansen die de processen van het leven reguleren? Die vraag stelt Bert van Ruitenbeek, directeur van Demeter, het keurmerk voor biodynamische boeren.
In de intensieve veehouderij lopen we al jaren steeds verder vast in een systeem van controle en hygiëne, waarmee we uit alle macht ziekten buiten 'de deur' proberen te houden. Met grote aantallen dieren die met stress en zonder buitenlucht dicht op elkaar leven, verhoog je de risico's dat virussen virulent worden en muteren. Toch investeren we niet in verkleining van de veestapel, weerbaarheid en veerkracht, maar vooral in symptoombestrijding middels isolatie van de buitenwereld en controle om dit systeem in stand proberen te houden.
We hebben ondanks al die pogingen van afscherming en hygiëne-maatregelen de afgelopen decennia al talloze ruimingen en massaslachtingen van varkens (varkenspest), kippen, (vogelgriep) koeien (BSE en MKZ) en geiten (Q-koorts) meegemaakt zonder daaruit conclusies te trekken. Het risico op van dier tot mens overdraagbare infectieziekten zoals ook al bij Q-koorts aan de orde was, wordt volgens virusdeskundigen als Thijs Kuiken en Marion Koopmans steeds groter.
En nu… nu met onze avondklok, mondkapjes, gesloten horeca en theaters en alle quarantainemaatregelen hokken we ons zelf op. Tot nog toe hebben we als mensen heel goed begrepen dat we juist gezond blijven door van jongs af aan buiten te kunnen bewegen en onze weerstand op te bouwen. Maar nu dreigen we ook de weg in te slaan van controle en hygiëne, antibiotica en vaccinaties, met relatief weinig aandacht voor preventie en weerbaarheid. Ik weet dat dit beeld en een vergelijking met onze intensieve veehouderij gevoelig ligt, maar het stelt ons wel voor heel fundamentele vragen.
In deze tijd van een overbelaste gezondheidszorg, hoor ik overigens bij de groep die vindt dat we ons voor de ‘korte’ termijn gewoon aan de overheidsmaatregelen moeten houden. Maar niet zonder de toezegging tot een echte lange termijn oplossingsstrategie.
Waarom eisen we geen radicale afbouw van de vee-industrie om het risico op verdere toekomstige pandemieën te verkleinen? Voor meer ruimte voor natuur, nu telkenmale blijkt hoe belangrijk de natuur is voor onze gezondheid? Is dit niet ook het moment om te kijken naar de relatie tussen ongezonde, bewerkte en suikerrijke voedingsmiddelen en obesitas? (die nog veel verder gaat dan de huidige oververtegenwoordiging van obese mensen op de IC’s) Waarom leggen we de rekening van alle maatschappelijke kosten van de vleesconsumptie niet bij de productieketens?
De politiek kan eenvoudig een vlees- en suikertaks instellen en juist groenten en fruitconsumptie bevorderen met een lager of nul-btw-tarief (en ook bij voorkeur van biologische of biodynamische oorsprong). Landen als Engeland, Finland en Frankrijk hebben al een suikertaks ingevoerd.
Vitaliteit
In de biodynamische landbouw is vitaliteit een sleutelwoord. Een veestapel die genoeg ruimte en buitenlucht krijgt, weinig stress ervaart, vooral voer van eigen bodem krijgt, heeft veel minder vaak gezondheidsproblemen. Als er toch een besmettelijke dierziekte uitbreekt, is deze door de beperktere schaal eenvoudiger beheersbaar. Bovendien zorgt een gezonde veestapel voor hoge kwaliteit mest voor de bodemvruchtbaarheid en voor dierlijk en plantaardig voedsel.
Alles grijpt in elkaar. Natuurlijk kunnen ook in de biodynamische landbouw dieren ziek worden. Maar dan kijken we altijd naar het totale systeem om naar oplossingen te zoeken (een goede balans tussen voerkwaliteit/ bewegingsruimte/stressfactoren en hygiëne). En zo zullen we ook naar onze humane gezondheid moeten kijken. Veel meer gericht op preventie middels leefstijl en stressreductie.
Nu doen we alles om ons feitelijk failliete en vanuit belangen en lobby gesteunde dierhouderijsysteem zo lang mogelijk in de benen te houden (volgens het CBS gingen in 2018 15 miljoen varkens, 2,2 miljoen runderen en 605 miljoen vleeskuikens naar de slachtbank. Dat komt neer op ruim vier koeien, 28 varkens en 1150 vleeskuikens per minuut.) En nogmaals, ik hoor niet bij de complotdenkers, maar de farmacie heeft dezelfde belangen in dierhouderij als in de humane gezondheidszorg. Dat vraagt extra alertheid.
We zullen deze pandemie moeten benutten voor een beleid gericht op werkelijk gezonde en volhoudbare systemen, in onze omgang met dieren en mensen, in balans met de natuur. Niet proberen te beheersen wat niet te beheersen valt, maar verzorgen wat verzorgd dient te worden.
Anders zullen we eraan moeten wennen dat we steeds vaker worden opgehokt, net als de miljoenen varkens en plofkippen in ons land.
Dit artikel afdrukken
We hebben ondanks al die pogingen van afscherming en hygiëne-maatregelen de afgelopen decennia al talloze ruimingen en massaslachtingen van varkens (varkenspest), kippen, (vogelgriep) koeien (BSE en MKZ) en geiten (Q-koorts) meegemaakt zonder daaruit conclusies te trekken. Het risico op van dier tot mens overdraagbare infectieziekten zoals ook al bij Q-koorts aan de orde was, wordt volgens virusdeskundigen als Thijs Kuiken en Marion Koopmans steeds groter.
Een veestapel die genoeg ruimte en buitenlucht krijgt, weinig stress ervaart, vooral voer van eigen bodem krijgt, heeft veel minder vaak gezondheidsproblemen. Als er toch een uitbraak van een besmettelijke dierziekte uitbreekt, is deze door de beperktere schaal eenvoudiger beheersbaarOphokken
En nu… nu met onze avondklok, mondkapjes, gesloten horeca en theaters en alle quarantainemaatregelen hokken we ons zelf op. Tot nog toe hebben we als mensen heel goed begrepen dat we juist gezond blijven door van jongs af aan buiten te kunnen bewegen en onze weerstand op te bouwen. Maar nu dreigen we ook de weg in te slaan van controle en hygiëne, antibiotica en vaccinaties, met relatief weinig aandacht voor preventie en weerbaarheid. Ik weet dat dit beeld en een vergelijking met onze intensieve veehouderij gevoelig ligt, maar het stelt ons wel voor heel fundamentele vragen.
In deze tijd van een overbelaste gezondheidszorg, hoor ik overigens bij de groep die vindt dat we ons voor de ‘korte’ termijn gewoon aan de overheidsmaatregelen moeten houden. Maar niet zonder de toezegging tot een echte lange termijn oplossingsstrategie.
Waarom eisen we geen radicale afbouw van de vee-industrie om het risico op verdere toekomstige pandemieën te verkleinen? Voor meer ruimte voor natuur, nu telkenmale blijkt hoe belangrijk de natuur is voor onze gezondheid? Is dit niet ook het moment om te kijken naar de relatie tussen ongezonde, bewerkte en suikerrijke voedingsmiddelen en obesitas? (die nog veel verder gaat dan de huidige oververtegenwoordiging van obese mensen op de IC’s) Waarom leggen we de rekening van alle maatschappelijke kosten van de vleesconsumptie niet bij de productieketens?
De politiek kan eenvoudig een vlees- en suikertaks instellen en juist groenten en fruitconsumptie bevorderen met een lager of nul-btw-tarief (en ook bij voorkeur van biologische of biodynamische oorsprong). Landen als Engeland, Finland en Frankrijk hebben al een suikertaks ingevoerd.
Vitaliteit
In de biodynamische landbouw is vitaliteit een sleutelwoord. Een veestapel die genoeg ruimte en buitenlucht krijgt, weinig stress ervaart, vooral voer van eigen bodem krijgt, heeft veel minder vaak gezondheidsproblemen. Als er toch een besmettelijke dierziekte uitbreekt, is deze door de beperktere schaal eenvoudiger beheersbaar. Bovendien zorgt een gezonde veestapel voor hoge kwaliteit mest voor de bodemvruchtbaarheid en voor dierlijk en plantaardig voedsel.
Alles grijpt in elkaar. Natuurlijk kunnen ook in de biodynamische landbouw dieren ziek worden. Maar dan kijken we altijd naar het totale systeem om naar oplossingen te zoeken (een goede balans tussen voerkwaliteit/ bewegingsruimte/stressfactoren en hygiëne). En zo zullen we ook naar onze humane gezondheid moeten kijken. Veel meer gericht op preventie middels leefstijl en stressreductie.
Nu doen we alles om ons feitelijk failliete en vanuit belangen en lobby gesteunde dierhouderijsysteem zo lang mogelijk in de benen te houden (volgens het CBS gingen in 2018 15 miljoen varkens, 2,2 miljoen runderen en 605 miljoen vleeskuikens naar de slachtbank. Dat komt neer op ruim vier koeien, 28 varkens en 1150 vleeskuikens per minuut.) En nogmaals, ik hoor niet bij de complotdenkers, maar de farmacie heeft dezelfde belangen in dierhouderij als in de humane gezondheidszorg. Dat vraagt extra alertheid.
We zullen deze pandemie moeten benutten voor een beleid gericht op werkelijk gezonde en volhoudbare systemen, in onze omgang met dieren en mensen, in balans met de natuur. Niet proberen te beheersen wat niet te beheersen valt, maar verzorgen wat verzorgd dient te worden.
Anders zullen we eraan moeten wennen dat we steeds vaker worden opgehokt, net als de miljoenen varkens en plofkippen in ons land.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Bert, u geeft samengevat aan dat biologische (dynamisch) dieren een betere weerbaarheid hebben tegen ziektes. Waarom betalen biologische en freiland pluimveehouders dan extra aan het diergezondheidsfonds? Is dit niet simpelweg omdat de infectiedruk alsook een gerichte aanpak veel moeilijker is dan in de gangbare sector?
Ik proef in dit stuk namelijk niet alleen een afkeer naar de grootschalige veehouderij maar naar de gehele gangbare sector, waarvan u toch als directeur van Demeter wel inziet dat de sectoren moeten verbinden? Wilt u dat alle gangbare veehouderijen biologisch worden? En stel dat de gehele sector biologisch (dynamisch) wordt wat is dan de bijdrage en zeker het verdienmodel van Demeter?
Anders gesteld zonder gangbare sector is er geen biologische sector en andersom.
De overeenkomst tussen de landbouw en intensieve menshouderij is er. Ophokken van de mens doen we al langer in legbaterij-achtige constructies genaamd flats, kantoren, stadions e.d., nu hebben we alleen de vrije uitloop wat verder beperkt. Zoveel verschil is er niet en virussen maken geen onderscheid.
In aanloop naar de verkiezingen zien we dit soort oproepen om vermindering van de veestapel meer en meer, zoals wakker dier .
Virussen muteren van nature, veelal naar lagere virulentie, dat is nu eenmaal voordeliger voor het virus. Een gastheer te snel doden of schade toebrengen is nu eenmaal nadelig voor het virus en de verspreiding. Dit duurt echter heel lang en zien wij niet in 1 generatie.
De genoemde ruimingen en problemen belichten slechts 1 zijde. MKZ, varkenspest, vogelgriep is een (sector/politieke) keus om te ruimen, de export valt stil als we het als endemisch beschouwen of het risico op mutaties (griep & vogels / corona & nertsen (geval van antroponose)) word te groot geacht voor de samenleving. De humane vorm van MKZ komt ook steeds vaker voor, maar is niet gerelateerd aan de diervorm. Q-koorts is een ander geval, dit heeft zichzelf in een nieuwe niche weten te nestelen via de geit en zo daadwerkelijk een nieuwe plek gevonden en vervolgens ook de mens te pakken genomen.
Wat ik hierbij echter mis zijn de andere vormen van zoönosen, waar is bijvoorbeeld een van de bekendste, de ziekte van Lyme? Met 27.000 gevallen per jaar en 3-10% langdurige klachten. Spill-overs worden voornamelijk gerelateerd aan het feit dat wij dichter in en op de natuur leven (inclusief recreatie). Hetzelfde geld voor Ebola, Nipah, Hanta, Weil en vele andere virussen. Wij komen steeds meer in contact met “wilde” dieren doordat we doordringen in de natuurlijke habitat of dat deze dieren naar ons toe trekken wegens verdrijving/ voedsel overschotten (gemak).
Virussen zijn gastheren nodig, het maakt ze niet zoveel uit of dat mensen of dieren zijn, zolang ze zichzelf maar kunnen vermenigvuldigen. Door eenzijdig de blik op de veestapel te richten waar met strenge biosecurity protocollen word gewerkt is gemakkelijk, de intensieve menshouderij moet nu immers beschermd worden. Feit is nu eenmaal dat de mens ook met velen is en ook een goede gastheer.
In plaats van elkaar veroordelen en eisen op te leggen, kunnen we inderdaad beter leren van elkaar. Voorkomen is altijd nog beter dan bestrijden/genezen. Leren moet namelijk aan beide zijden. Ja biologisch (dynamisch) gebruikt minder(geen) antibiotica, maar dat is niet altijd beter. Ook dan kan door vele generaties bacteriën een nieuwe stam ontstaan, net zoals bij verkeerd gebruik van antibiotica zoals pro-biotica in gangbare landbouw (groeibevorderaar).
Natuurlijke weerstand moet zeker ook getraind worden en dat is zeker iets wat we elkaar kunnen leren. Juist het in contact komen met ziektekiemen traint ons (en dier) immuunsysteem. Opsluiten en wegstoppen werkt inderdaad niet en zal leiden tot meer schade op termijn. De hygiene-paradox is hier op foodlog recent ook langsgekomen, alsmede bijvoorbeeld deze observatie.
We hebben in het verleden gekozen voor dit (schade beperkende) “ophok”systeem en een omslag maken is niet eenvoudig en misschien onverstandig. Daar komt nog eens bij dat we dan tegen andere beperkingen gaan aanlopen, zoals voedselzekerheid. Hier merken we weinig van de Corona-impact op de voedselzekerheid, elders in de wereld verwachten en zien we nu wel problemen.
Onze omgang met natuur zal moeten veranderen, maar ook ons besef dat wij niet alles kunnen controleren. Ook een overgang naar preventie en levenswijze aanpassing voor onszelf zullen we moeten accepteren en sturen, de mens doet dit niet uit zichzelf. Of we dit echter accepteren….. we zijn nogal kort van geheugen en eigenwijs.
Dit systeem heeft ons veel gebracht (incl voedselveiligheid) en we moeten het kind nu niet met het badwater wegggooien obv één extreme situatie, maar een goede analyse maken in een rustige tijd met ALLE afwegingen.
#1 en #2 De biologische sector is omdat ze ook nog percentage gangbare mest gebruiken inderdaad deels afhankelijk van de gangbare landbouw, bij de biodynamische landbouw ligt dat anders. Maar hoe dan ook zijn we als mensen, boeren, consumenten allemaal van elkaar afhankelijk.
Het gaat mij om welke richting we afkoersen, zonder alle antwoorden paraat te hebben over de obstakels die we onderweg tegenkomen. En die richting is minder gif, minder dierlijk, meer plantaardig, meer natuurinclusief, dus minder vooral op voedselproductie en export gericht, maar meer op eigen regio, en op landschaps en natuurwaarden.
Ik begrijp goed dat veel boeren min of meer gevangen zitten in wat ik noem een 'giftig systeem' , maar het begint met erkenning hiervan en kijken of je een eerste stap kunt zetten om je daaruit te bevrijden. Het verdienmodel is mogelijk veel breder als we met een open blik durven te kijken.
En wat betreft de intensieve veehouderij, ja dat is volgens mij toch echt een tikkende tijdbom in een zo dichtbevolkt land. En daar tellen ook alle stikstof en klimaatvraagstukken. Aan alle kanten onhoudbaar. Het heeft de samenleving vele miljarden gekost naast alle dierenleed en stress en luchtwegproblemen bij omwonenden.
Dus wat mij betreft, kijk wat er vanuit de klimaatcrisis, de milieu en gezondheidscrisis noodzakelijk is. Belast wat vervuilend is, beloon maatschappelijke diensten. En laten we in dat proces goed naar elkaar proberen te luisteren en te helpen om de juiste stappen te maken.
Ik vind dat we veel meer vrij gelaten moeten worden en dat er meer extreme ziektes volop onder de mens verspreid moeten worden. Althans, dat is mijn conclusie na het verhaal van Bert, de (sprookjes) wereld die hij voorstaat mbt voedselproductie past niet bij de hoeveelheid monden die we moeten voeden.
Dat betekent keuzes maken, ca 70% van de mensheid weg en we kunnen richting een landbouw systeem zoals Bert voorstelt, of we blijven toch allemaal nog maar ff leven en we boeren zo intensief en efficiënt mogelijk verder. Enigste mogelijkheid om ook nog een stuk van onze aarde als natuur te behouden.
Hopelijk zo snel mogelijk op heel de wereld een fatsoenlijke levensstandaard, beste voorwaarde dat er iets aan (vrijwillige) geboortebeperking gedaan wordt.
#3 Het zou ook wel helpen als we de problemen niet naar believen zouden aandikken, uit zijn verband rukken en misbruiken om je eigen stokpaardjes vooruit te helpen.