We moeten gezonder en duurzamer eten, daar is iedereen het over eens. Er is alleen veel discussie over welke strategie gevolgd moet worden en welke voedseltransities tot het gewenste effect leiden. Stephan Peters, voedingsdeskundige bij de Nederlandse Zuivelorganisatie (NZO), zet op een rij welke factoren het succes bepalen van een verduurzamende voedseltransitie.
De Verenigde Naties (VN) voorspellen dat de wereldbevolking toeneemt van de huidige 7 miljard mensen tot 10 miljard mensen in 2050. Ook de welvaart zal bij veel mensen toenemen, waardoor er in 2050 anderhalf keer zoveel voedsel moet worden geproduceerd dan nu. Zodra mensen de armoede ontstijgen en meer dan 10 dollar per dag verdienen, kiezen ze voor een voedingspatroon met meer dierlijke producten. Een toenemende welvaart zal ook zorgen voor meer mobiliteit en reizen (vliegen), een hogere consumptie van spullen en kleding, et cetera: activiteiten die het milieu belasten.1
De Verenigde Naties hebben met het vaststellen van de Sustainable Development Goals (SDG) aangegeven dat men overal ter wereld actie moet ondernemen om de ecologische voetafdruk te verlagen. Als het lukt om de SDG’s te realiseren in 2030 - het jaar waarop de doelen moeten zijn behaald - zijn we goed op weg om de wereld in 2050 duurzaam te voeden. Wie de SDG’s echter goed bekijkt, ziet hoe complex het is om verduurzamende voedseltransities in gang te zetten. Er moet rekening gehouden worden met 17 doelen en met de subdoelstellingen die elke SDG bevat. In totaal zijn er bijna 170 doelstellingen te realiseren. Dat is complex, maar het kan. Veel van de Millenniumdoelen voor 2000 zijn ook behaald, tegen veel verwachtingen in. Als alle landen zich achter de SDG’s opstellen, kunnen we ook die behalen.
EAT Lancet
De ‘need to act’ wordt ook in de voedingswereld gevoeld. Zo wordt geprobeerd om voedingsrichtlijnen en -beleid te ontwikkelen om mensen niet alleen gezonder te laten eten maar ook duurzamer. Een grove leidraad is ‘eet minder dierlijke en meer plantaardige voedingsmiddelen’. Het recent gepubliceerde EAT Lancet rapport is hier een voorbeeld van.2 Daarin wordt gepleit voor een meer plantaardig voedingspatroon met een klein beetje vlees en 250 gram zuivel. Dat laatste is veel lager dan de aanbevelingen in de Schijf van Vijf. De basis voor een succesvolle verduurzamende voedseltransitie ligt bij voldoende kennis over hoe je duurzaam én gezond eet en over hóe voedsel wordt geproduceerd. Daarbij moet goed onderzocht worden of een verduurzamende voedseltransitie ook ongewenste (bij)effecten heeft.
De Nederlandse overheid zet al enige tijd in op een algemene eiwittransitie. Geprobeerd wordt om meer plantaardige eiwitten te produceren en te laten consumeren. Dit levert echter niet per definitie voordelen op voor de gezondheid. Op dit moment zien we dat de kwetsbare groepen in de samenleving op het gebied van gezondheid, moeite hebben om voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen. Ondervoeding bij ouderen (te weinig eiwit van goede kwaliteit) en vitamine B12-tekorten bij zwangere vrouwen (te weinig dierlijk eiwit) komen steeds vaker voor.3 Bij een overheid die stuurt op meer of zelfs alleen plantaardige voeding, is er een groeiend risico op ondervoeding of tekorten bij groepen in de samenleving. We weten bijvoorbeeld dat het volgen van een veganistisch voedingspatroon heel moeilijk is. Veganisten moeten weten voor welke voedingsstoffen er tekorten ontstaan en met welke supplementen je die moet aanvullen. Bij mensen - en zeker kinderen - die zich daar onvoldoende van bewust zijn, ligt ondervoeding en in sommige gevallen erger op de loer.
Draagvlak bij veranderingen
Het introduceren van nieuwe plantaardige producten kan tot weerstand leiden bij consumenten. In Nederland zullen consumenten bijvoorbeeld niet geneigd zijn om insecten te eten. We kennen het niet en zijn er niet aan gewend. Een ander effect van een voedseltransitie is een veranderend landschap. Het kenmerkende polderlandschap van Nederland, met koeien in de wei, verandert bij een transitie naar plantaardige voeding in een landschap met graan en andere gewassen dat door wisselrotatie continu wordt bewerkt en verandert. Voor dergelijke veranderingen is draagvlak en een goede voorbereiding nodig, anders zijn ze gedoemd te falen.
Definitie FAO
Wat is nu precies een duurzaam voedselsysteem en hoe kan die worden bereikt? Een veel gehanteerde en bruikbare definitie van een duurzaam voedselsysteem is ontwikkeld door de Wereldvoedselorganisatie (FAO). Net als bij de SDG’s bestaat die definitie uit meerdere dimensies. Met deze FAO-definitie in de hand kan voorspeld worden of verduurzamend beleid of de introductie van nieuwe producten kans van slagen hebben. Allereerst is een voedselsysteem volgens de FAO duurzaam wanneer er een goed evenwicht is tussen 4 factoren: Voedsel en gezondheid, Cultuur, Economie en Ecologie (Figuur 1). Concreet betekent dit dat een duurzamer dieet voor een consument acceptabel kan zijn als deze gezond (1), herkenbaar en lekker (2) en betaalbaar (3) is en als deze een lagere ecologische voetafdruk heeft (4). De vier factoren fungeren als vier assen, waarbij de hoogte van de drempel het acceptatieniveau bepaalt. Zo kan het introduceren van insecten acceptabel zijn op het gebied van duurzaamheid - omdat het een beetje winst oplevert - en op het gebied van gezondheid en betaalbaarheid - omdat die wellicht neutraal zijn. Maar zal de consument er ook aan willen wennen? Die laatste drempel (cultuur) zal in Nederland vrij hoog zijn.
Alles meewegen
De FAO stelt ook dat er bij een duurzaam voedselsysteem evenwicht moet zijn op en tussen het (a) agrarisch niveau, (b) productieniveau en (c) consumptieniveau. Een verduurzaming van ons voedselsysteem kan niet worden doorgevoerd als er geen draagvlak is bij de boer. Maar ook de producent en de consument moeten er zich in kunnen vinden. De drie niveaus gecombineerd met de vier acceptatie-factoren bieden een ‘grid’ waarmee duurzame voedseltransities of -initiatieven kunnen worden gewogen (Figuur 2). De FAO-definitie is hiermee een concreet hulpmiddel in het beoordelen van verduurzamende voedseltransities. Als er rekening wordt gehouden met gezondheid, duurzaamheid, economie en cultuur en er ook op agrarisch-, productie- en consumentenniveau draagvlak is, kunnen verduurzamende initiatieven succesvol en efficiënt worden doorgevoerd. Maar als de drempel bij een van de vier assen te hoog is, is het initiatief gedoemd te mislukken.
UPDATE, 27 juli 2017, 15.00 uur: brancheorganisatie MVO (de ketenorganisatie voor oliën en vetten) wijst er op dat de tekst in het kader 'Margarine en ontbossing: hoe gezondheidsbeleid leidde tot ongewenste effecten' "de plank (on)behoorlijk misslaat." Namens DASPO, RSPO www.rspo.org en SPOC schrijft MVO:
"Margarine bestaat dit jaar 150 jaar en is dus niet “pas” in de jaren zestig van de vorige eeuw uitgevonden.
Dat het verstandig is om over te gaan naar een meer plantaardig voedingspatroon; daar is iedereen het wel ongeveer over eens. En dat gezond en duurzaam elkaar niet hoeven uit te sluiten ook.
Het door de auteurs aangehaalde EAT Lancet rapport is daar een zeer goed voorbeeld van.
Wat betreft palmolie zou het de auteurs bekend moeten zijn, dat ook daar duurzame varianten volop beschikbaar zijn via o.a. de RSPO (Round Table on Sustainable Palm Oil). In Nederland is alle palmolie, die wordt geproduceerd en verwerkt in levensmiddelen en in diervoeder (o.a. voor koeien) gecertificeerd duurzaam. In de Dutch Alliance Sustainable Palm Oil (DASPO) werken alle geledingen (met name handel/retail, levensmiddelenindustrie en diervoeder) in de palmolie-industrie in Nederland samen om het gebruik van duurzame palmolie te stimuleren. Uiteraard is ook de NZO van harte welkom om een constructieve bijdrage te leveren."
Referenties
1. Wynes S, Nicholas, K.A. The climate mitigation gap: education and government recommendations miss the most effective individual actions. Environ Res Lett. 2017;12(7).
2. Willett WC, Rockström, J., Laken, B., Springman, M., Lang, T., Vermeulen, S., Garnett, T., Tilman, D., DeClerck, F., Wood, A., Jonell, M., Clark, M., Gordon, L.J., Fanzo, J., Hawkes, C., Zurayk, R., Rivera, J.A., De Vries, W., Sibanda, L.M., Afshin, A., Chaudhary, A., Herrero, M., Agustina, R., Branca, F., Lartey, A., Fan, S., Crona, B., Fox, E., Bignet, V., Troell, M., Lindahl, T., Singh, S., Cornell, S.E., Reddy, K.S., Narain, S., Nishtar, S., Murray, C.J. Food in the Anthopocene: the EAT-Lancet Commission on healthy diets from sustainable food systems. The Lancet. 2019.
3. Denissen KFM, Heil SG, Eussen S, et al. Intakes of Vitamin B-12 from Dairy Food, Meat, and Fish and Shellfish Are Independently and Positively Associated with Vitamin B-12 Biomarker Status in Pregnant Dutch Women. J Nutr. 2018.
4. Consultants B. Menu van morgen. Gezond en duurzaam eten in Nederland. Blonk Consultants;2015.
5. https://www.jstor.org/stable/26393161?seq=1#metadata_info_tab_contents
Dit artikel afdrukken
De basis voor een succesvolle verduurzamende voedseltransitie ligt bij voldoende kennis over hoe je duurzaam én gezond eet en over hóe voedsel wordt geproduceerdDe Sustainable Development Goals
De Verenigde Naties hebben met het vaststellen van de Sustainable Development Goals (SDG) aangegeven dat men overal ter wereld actie moet ondernemen om de ecologische voetafdruk te verlagen. Als het lukt om de SDG’s te realiseren in 2030 - het jaar waarop de doelen moeten zijn behaald - zijn we goed op weg om de wereld in 2050 duurzaam te voeden. Wie de SDG’s echter goed bekijkt, ziet hoe complex het is om verduurzamende voedseltransities in gang te zetten. Er moet rekening gehouden worden met 17 doelen en met de subdoelstellingen die elke SDG bevat. In totaal zijn er bijna 170 doelstellingen te realiseren. Dat is complex, maar het kan. Veel van de Millenniumdoelen voor 2000 zijn ook behaald, tegen veel verwachtingen in. Als alle landen zich achter de SDG’s opstellen, kunnen we ook die behalen.
EAT Lancet
De ‘need to act’ wordt ook in de voedingswereld gevoeld. Zo wordt geprobeerd om voedingsrichtlijnen en -beleid te ontwikkelen om mensen niet alleen gezonder te laten eten maar ook duurzamer. Een grove leidraad is ‘eet minder dierlijke en meer plantaardige voedingsmiddelen’. Het recent gepubliceerde EAT Lancet rapport is hier een voorbeeld van.2 Daarin wordt gepleit voor een meer plantaardig voedingspatroon met een klein beetje vlees en 250 gram zuivel. Dat laatste is veel lager dan de aanbevelingen in de Schijf van Vijf. De basis voor een succesvolle verduurzamende voedseltransitie ligt bij voldoende kennis over hoe je duurzaam én gezond eet en over hóe voedsel wordt geproduceerd. Daarbij moet goed onderzocht worden of een verduurzamende voedseltransitie ook ongewenste (bij)effecten heeft.
Bij een overheid die stuurt op meer of zelfs alleen plantaardige voeding, is er een groeiend risico op ondervoeding of tekorten bij groepen in de samenlevingOndervoeding en tekorten
De Nederlandse overheid zet al enige tijd in op een algemene eiwittransitie. Geprobeerd wordt om meer plantaardige eiwitten te produceren en te laten consumeren. Dit levert echter niet per definitie voordelen op voor de gezondheid. Op dit moment zien we dat de kwetsbare groepen in de samenleving op het gebied van gezondheid, moeite hebben om voldoende voedingsstoffen binnen te krijgen. Ondervoeding bij ouderen (te weinig eiwit van goede kwaliteit) en vitamine B12-tekorten bij zwangere vrouwen (te weinig dierlijk eiwit) komen steeds vaker voor.3 Bij een overheid die stuurt op meer of zelfs alleen plantaardige voeding, is er een groeiend risico op ondervoeding of tekorten bij groepen in de samenleving. We weten bijvoorbeeld dat het volgen van een veganistisch voedingspatroon heel moeilijk is. Veganisten moeten weten voor welke voedingsstoffen er tekorten ontstaan en met welke supplementen je die moet aanvullen. Bij mensen - en zeker kinderen - die zich daar onvoldoende van bewust zijn, ligt ondervoeding en in sommige gevallen erger op de loer.
Draagvlak bij veranderingen
Het introduceren van nieuwe plantaardige producten kan tot weerstand leiden bij consumenten. In Nederland zullen consumenten bijvoorbeeld niet geneigd zijn om insecten te eten. We kennen het niet en zijn er niet aan gewend. Een ander effect van een voedseltransitie is een veranderend landschap. Het kenmerkende polderlandschap van Nederland, met koeien in de wei, verandert bij een transitie naar plantaardige voeding in een landschap met graan en andere gewassen dat door wisselrotatie continu wordt bewerkt en verandert. Voor dergelijke veranderingen is draagvlak en een goede voorbereiding nodig, anders zijn ze gedoemd te falen.
Margarine en ontbossing: hoe gezondheidsbeleid leidde tot ongewenste effecten
Een verandering kan consequenties hebben die je niet verwacht. Een voorbeeld is de transitie van de consumptie van boter naar margarine in de afgelopen vijftig jaar. Op basis van aannames in de jaren zestig dat boterconsumptie het LDL-cholesterol zou verhogen - een risicofactor voor hart- en vaatziekten – werd er een plantaardig alternatief ontwikkeld: margarine. Na de brede promotie van margarine bleek het probleem van hart- en vaatziekten echter niet opgelost. In de jaren negentig werd duidelijk dat bij de bereiding van margarine transvet wordt gevormd. Een vetsoort die zeer ongezond is voor het hart. Het probleem van de transvetzuren werd halverwege de jaren negentig opgelost met een nieuw ingrediënt voor margarine: palmolie. Vanaf toen nam de vraag naar palmolie een enorme vlucht , hetgeen heeft bijgedragen aan veel verlies van tropisch regenwoud. Kortom: het vervangen van boter door margarine heeft geleid tot een grootschalige productie van palmolie, waarbij tropisch regenwoud is vervangen door palmolieplantages.5 Gezond en duurzaam zijn hier niet samengegaan. Het gebruik van de FAO definitie van een duurzaam voedselsysteem kan helpen dit soort bijeffecten te voorkomen.
Een verandering kan consequenties hebben die je niet verwacht. Een voorbeeld is de transitie van de consumptie van boter naar margarine in de afgelopen vijftig jaar. Op basis van aannames in de jaren zestig dat boterconsumptie het LDL-cholesterol zou verhogen - een risicofactor voor hart- en vaatziekten – werd er een plantaardig alternatief ontwikkeld: margarine. Na de brede promotie van margarine bleek het probleem van hart- en vaatziekten echter niet opgelost. In de jaren negentig werd duidelijk dat bij de bereiding van margarine transvet wordt gevormd. Een vetsoort die zeer ongezond is voor het hart. Het probleem van de transvetzuren werd halverwege de jaren negentig opgelost met een nieuw ingrediënt voor margarine: palmolie. Vanaf toen nam de vraag naar palmolie een enorme vlucht , hetgeen heeft bijgedragen aan veel verlies van tropisch regenwoud. Kortom: het vervangen van boter door margarine heeft geleid tot een grootschalige productie van palmolie, waarbij tropisch regenwoud is vervangen door palmolieplantages.5 Gezond en duurzaam zijn hier niet samengegaan. Het gebruik van de FAO definitie van een duurzaam voedselsysteem kan helpen dit soort bijeffecten te voorkomen.
Definitie FAO
Wat is nu precies een duurzaam voedselsysteem en hoe kan die worden bereikt? Een veel gehanteerde en bruikbare definitie van een duurzaam voedselsysteem is ontwikkeld door de Wereldvoedselorganisatie (FAO). Net als bij de SDG’s bestaat die definitie uit meerdere dimensies. Met deze FAO-definitie in de hand kan voorspeld worden of verduurzamend beleid of de introductie van nieuwe producten kans van slagen hebben. Allereerst is een voedselsysteem volgens de FAO duurzaam wanneer er een goed evenwicht is tussen 4 factoren: Voedsel en gezondheid, Cultuur, Economie en Ecologie (Figuur 1). Concreet betekent dit dat een duurzamer dieet voor een consument acceptabel kan zijn als deze gezond (1), herkenbaar en lekker (2) en betaalbaar (3) is en als deze een lagere ecologische voetafdruk heeft (4). De vier factoren fungeren als vier assen, waarbij de hoogte van de drempel het acceptatieniveau bepaalt. Zo kan het introduceren van insecten acceptabel zijn op het gebied van duurzaamheid - omdat het een beetje winst oplevert - en op het gebied van gezondheid en betaalbaarheid - omdat die wellicht neutraal zijn. Maar zal de consument er ook aan willen wennen? Die laatste drempel (cultuur) zal in Nederland vrij hoog zijn.
Alles meewegen
De FAO stelt ook dat er bij een duurzaam voedselsysteem evenwicht moet zijn op en tussen het (a) agrarisch niveau, (b) productieniveau en (c) consumptieniveau. Een verduurzaming van ons voedselsysteem kan niet worden doorgevoerd als er geen draagvlak is bij de boer. Maar ook de producent en de consument moeten er zich in kunnen vinden. De drie niveaus gecombineerd met de vier acceptatie-factoren bieden een ‘grid’ waarmee duurzame voedseltransities of -initiatieven kunnen worden gewogen (Figuur 2). De FAO-definitie is hiermee een concreet hulpmiddel in het beoordelen van verduurzamende voedseltransities. Als er rekening wordt gehouden met gezondheid, duurzaamheid, economie en cultuur en er ook op agrarisch-, productie- en consumentenniveau draagvlak is, kunnen verduurzamende initiatieven succesvol en efficiënt worden doorgevoerd. Maar als de drempel bij een van de vier assen te hoog is, is het initiatief gedoemd te mislukken.
UPDATE, 27 juli 2017, 15.00 uur: brancheorganisatie MVO (de ketenorganisatie voor oliën en vetten) wijst er op dat de tekst in het kader 'Margarine en ontbossing: hoe gezondheidsbeleid leidde tot ongewenste effecten' "de plank (on)behoorlijk misslaat." Namens DASPO, RSPO www.rspo.org en SPOC schrijft MVO:
"Margarine bestaat dit jaar 150 jaar en is dus niet “pas” in de jaren zestig van de vorige eeuw uitgevonden.
Dat het verstandig is om over te gaan naar een meer plantaardig voedingspatroon; daar is iedereen het wel ongeveer over eens. En dat gezond en duurzaam elkaar niet hoeven uit te sluiten ook.
Het door de auteurs aangehaalde EAT Lancet rapport is daar een zeer goed voorbeeld van.
Wat betreft palmolie zou het de auteurs bekend moeten zijn, dat ook daar duurzame varianten volop beschikbaar zijn via o.a. de RSPO (Round Table on Sustainable Palm Oil). In Nederland is alle palmolie, die wordt geproduceerd en verwerkt in levensmiddelen en in diervoeder (o.a. voor koeien) gecertificeerd duurzaam. In de Dutch Alliance Sustainable Palm Oil (DASPO) werken alle geledingen (met name handel/retail, levensmiddelenindustrie en diervoeder) in de palmolie-industrie in Nederland samen om het gebruik van duurzame palmolie te stimuleren. Uiteraard is ook de NZO van harte welkom om een constructieve bijdrage te leveren."
Referenties
1. Wynes S, Nicholas, K.A. The climate mitigation gap: education and government recommendations miss the most effective individual actions. Environ Res Lett. 2017;12(7).
2. Willett WC, Rockström, J., Laken, B., Springman, M., Lang, T., Vermeulen, S., Garnett, T., Tilman, D., DeClerck, F., Wood, A., Jonell, M., Clark, M., Gordon, L.J., Fanzo, J., Hawkes, C., Zurayk, R., Rivera, J.A., De Vries, W., Sibanda, L.M., Afshin, A., Chaudhary, A., Herrero, M., Agustina, R., Branca, F., Lartey, A., Fan, S., Crona, B., Fox, E., Bignet, V., Troell, M., Lindahl, T., Singh, S., Cornell, S.E., Reddy, K.S., Narain, S., Nishtar, S., Murray, C.J. Food in the Anthopocene: the EAT-Lancet Commission on healthy diets from sustainable food systems. The Lancet. 2019.
3. Denissen KFM, Heil SG, Eussen S, et al. Intakes of Vitamin B-12 from Dairy Food, Meat, and Fish and Shellfish Are Independently and Positively Associated with Vitamin B-12 Biomarker Status in Pregnant Dutch Women. J Nutr. 2018.
4. Consultants B. Menu van morgen. Gezond en duurzaam eten in Nederland. Blonk Consultants;2015.
5. https://www.jstor.org/stable/26393161?seq=1#metadata_info_tab_contents
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
"We weten bijvoorbeeld dat het volgen van een veganistisch voedingspatroon heel moeilijk is. Veganisten moeten weten voor welke voedingsstoffen er tekorten ontstaan en met welke supplementen je die moet aanvullen"
Dan starten we toch een voorlichtingscampagne? Dit is een relatief makkelijk weg te halen bezwaar lijkt me.
En mist er geen 5e dimensie: "Ethiek" ? (al zal je die met een beetje goede wil onder "cultuur" kunnen plaatsen - "hou rekening met lokale voorkeuren, smaken en wat men acceptabel acht als samenleving")
Is er een bron voor het (goede) eiwit tekort van ouderen? Is dat te wijten/linken aan vegetariers cq veganisme? Zo nee, dan is dat toch geen argument tegen minder plantaardig voedsel? De meeste vega(n)s zullen jonger dan 50 zijn schat ik in.
Ach God, eerst 'stagneerde' onze lengtegroei als we niet meer zuivel gingen gebruiken, nu raken ouderen en zwangeren ondervoed en blijkt margarine niet duurzaam, westerse mensen willen (nog)niet aan de insecten, en er dreigen minder koeien in de wei te komen, en te veel graanvelden.
Zag gister nog kalfjes van luttele dagen hardhandig in een veewagen gegooid worden.
Zullen we het eens hebben over het draagvlak van de burger voor de wijze waarop met vee omgesprongen wordt, en over de miljarden belastinggeld die worden verspild aan de ecologische wangedrochten van gesubsidieerde 'koninklijke' RFC Campina-strontfabrieken die niemand wil?
'ge-OH' ? Zonnesteek ?
Zelfs wetenschappers gaan nog steeds creatief innovatief duurzaam 'nutrieel'-verantwoord met voeding om. Terwijl het simpel is. Heel simpel.
Start met supermarkten. Supermarkten?
Wettelijk verbod op verkooppunten (supermarkten) op:
- meer dan 12 soorten verschillende groenten
- meer dan 5 verschillende versnijdingen afkomstig van schaap, koe paard. varken en hoender
- max. 4 typen brood
- verbod op suikerwerken in de meest breedste zin
- verbod op frisdranken (maak ze zelf)
- beperking zuivelproducten
- verbod op snacks (maak ze maar zelf)
- verbod op subsidiëring van onnodige luxe groente (consumeer normaal !)
- voorlopige verbod op hydrocultuur, en een basis creëren voor productie seizoensgebonden groente en fruit
- soepeler zelfkweek kleine slachtdieren in een aantal gecontroleerde buitengebieden
- zware importheffing c.q. verbod op buiten-EU invoer van vlees en groenten
Hans, Je hebt een zonnesteek opgelopen !
Maar nee, ik kom echt uit een tijd waarin het NIET ANDERS WAS, en zelfs de basis gelegd werd voor wat we nu aan 'vooruitgang' en consumptieovervloed hebben.
Deze week in de Lidl en AH, was er heerlijk koel voor een wandeling, een schatting gemaakt van het percentage dat eco-verantwoord uit de winkel MOET verdwijnen.
Ik kom op ca. 70%. Weg met de onnodige junk.
Het effect zal ecologisch groot zijn. Zeer groot.
De economische implicaties zullen enorm zijn. Faillissementen, politieke strubbelingen, protesten, rellen. Internationale spanningen.
Toch kan het in heel Europa vervangende of nieuwe werkgelegenheid creëren en de zelfredzaamheid en onafhankelijkheid van land/EU en burger vergroten.
Nodig, want het blijkt nu absoluut onmogelijk om van de wereld een dorp met open (handels)grenzen te maken met uniforme regels. Laat staan dat we een 'ecologische' dwingende VN krijgen met een mandaat om elk land te binden. Samenwerking tussen 4-5 grote 'dorpen' (continenten) maakt meer kans, zeker als de wereldhandel in consumables en hardware stil komt te liggen, want we blijven ook dan elkaar nodig hebben.
De belangrijkste ruilhandel (!) wordt A. kennisuitwisseling en noodzakelijke ertsen tegen
B. controleerbare afspraken over militair evenwicht.
Maak de continenten qua kennis en innovatie voor echte technische hoogwaardige vooruitgang afhankelijk van elkaar. Pak globaal de waanzin van de internetkeizers aan. Dat betreft geen hoogtechnische know-how, maar verfijnde telefonie (*) uit de vorige eeuw om vanaf een laag IQ iedereen te controleren en commercieel te binden.
Probleemlanden in Afrika, Zuid-Amerika worden door de 5 gezamenlijk gedwongen geadopteerd.
Inderdaad wereldoorlogen zullen ons deel zijn.
Zo doorgaan ook, met nog erger gevolg.
Geleuter over de duurzaamheid van koffie met melk, vega en suiker zet geen zoden aan de dijk.
De politieke visie om echt te veranderen ontbreekt. Men klampt zich veel te veel vast aan een falend economisch model. Voorbeeld:
We moeten het concept uit begin vorige eeuw van een blikken doos, met 4 wielen nog steeds omarmen en gunnen aan de grootste corrupte industrietak in de EU om, godbeterehet, qua mobiliteit een sprong in de toekomst te maken..!? Is dat innovatie ?
telefonie *)
Tijdens een schoolproject maakte een VWO leerling me belachelijk omdat ik in mijn jonge jaren niet over de hele wereld kon communiceren. Hij wel, en ook nog on-line. 'Stenen tijdperk' , noemde hij het. Dat was lachen..
In 1974 communiceerde ik direct 'online' over de hele wereld als assistent export-manager met Noumea, Japan, Chicago, de Golfstaten, etc. etc. in drie talen, door, op het moment dat de telex band op het eind liep, verschillende malen op de spatiebalk te rammen. Op de juiste office-wereldtijden ontspon zich meestal vrij snel een wederzijds vraag en antwoord spel. Ook toen werden beslissingen voor kapitalen vastgelegd in enkele minuten, met de print-out van de telex-rol als geldig bewijs.
Die jongen bleek het niet te snappen. Telex ? Hoezo ?
Begrijp ik.
ps. de genoemde hoeveelheden zijn indicatief, dat zal uiteraard gerevalueerd moeten worden
Haha Hans, eerst even een kopje koffie om wakker te worden? Alleen als je dat vroeger ook mocht hoor.
Ben het voor een deel met je eens, maar pleit voor 30 soorten groenten, alleen nodige natuurlijk.
De FAO legt nu de nadruk op lokale voedselsystemen. En dus ook op peasant rights. Hoopgevend.
#4 Agnes, je link werkt niet
"Peasant rights" bestaan in zoverre dat ze in zelfvoorziening doen, en (!) sociaal-maatschappelijk-logistiek noodzakelijk zijn.
Ik hoor graag van je in hoeverre dat 'hard' te maken is voor de Nederlandse agrarische sector in de toekomst. Incl. green houses en bloementeelt.
Sodemiejanus alle mini-gurkjes, baby-komkommertjes, mini-tomaatjes, 9 soorten smakeloze sla en 5 verschillende kleuren gesubsidieerde paprikas de deur uit.
Daar is voor minimaal een termijn van 50 jaar geen behoefte aan, tot we ons hervonden hebben. En misschien daarna nog niet.
Landbouw moet haast wel grootschalig blijven, alleen al om logistieke redenen, maar de mix is destructief belachelijk.
En verder..
Durf jij aan te geven waar bij de voedseldeskundigen ("bij de Nederlandse Zuivelorganisatie (NZO), en ander instituties, die de "werkbare factoren moeten bepalen voor het succes van een verduurzamende voedseltransitie." de grens ligt tussen:
- facilitering van de bestaande economie op 'duurzame' wijze, wat een contradictio in terminis is, of
- agrarisch-demografisch werkelijk werken aan grote verantwoorde stappen TERUG, om de hele marktstructuur van Food ingrijpend te veranderen ?
Het modewoord 'transitie' ruikt steeds meer naar de destructieve 'grote stap vooruit ' van Mao voor de landbouw, waar hier het begrip 'hervorming' beter op zijn plaats is.
Als een bevolking besmet water moet drinken, produceer je niet uitsluitend reinigingstabletten, maar hervorm je rigoureus het distributienetwerk voor gezond water.
Ik zie overal lapjes voor het bloeden.
Wetenschappers zullen hun kennis moeten enten op een dramatische snelle politieke haalbaarheid.
Dat vraagt om hun support voor voor direct ingrijpen.
De vele bedrijfslogo's onderaan zijn typerend.
Dat duidt op 'goede' samenwerking tussen de ondelinge verdienmodellen..
AMRO en Rentokil ? Get a life...
Elk 'winkeltje' eist nu wat omzet.. Goed voor subsidie uit Brussel.
Revolutionair elan ontbreekt, en door heel het tijdsbeeld was dat helaas (?) de katalysator...