NRC-journaliste Martine Kamsma betaalde € 21,68 voor bijna 6 ons skrei. Ze vertelt hoe ze van de visboeren uitgelegd kreeg hoe het zit met die skrei en waarom die zo duur is. Maar die uitleg klopt niet.
Kamsma's tafelgenoot stelde een kritische vraag: "Maar hoe weet je zo zeker dat dit skrei is? Heb je een keurmerk gezien? Heb je ’m überhaupt vergeleken met kabeljauw?”
Want skrei is óók kabeljauw maar afkomstig van de Lofoten. Volgens deskundigen die Kamsma raadpleegt weet je dat het skrei is omdat hij nú te koop is: gewone kabeljauw zou nu 'zwanger zijn'; ‘kuitziek’ noemen vissers dat. Het vlees zou grauw en slap zijn en minder vlees op de graat hebben. Daarom moet je wel skrei nemen, vertelt Kamsma haar lezers met zoveel woorden.
Maar dat is pure marketingpraat. Skrei heet skrei omdat dat de naam is die de Noren aan de kabeljauw geven die in de wintermaanden bij de Lofoten arriveert om er te paaien (dus vol kuit). Het is een magere vis die vanuit het poolgebied is komen zwemmen naar zijn paaigronden bij de Lofoten en al zijn energie heeft gestoken in de vorming van hom en kuit. De Noren waren vanouds blij als de vis eindelijk weer gesignaleerd werd en noemden het dier skrei, 'zwerver'. Het was een buitenkansje voor de Noren. Extra vis in de winter.
Alle fraaie Lofotenverhalen en zwangerschapsverhalen zijn gewoon prijsopdrijvende kletskoek. In dit seizoen is er ook naast kabeljauw ook skrei te koop. Die moet gepromoot worden. Je hoeft je overigens geen zorgen te maken over de visstand. De skrei-visserij in Noorwegen is streng gereglementeerd. Van januari tot april mag er op gevist worden. Daarna niet meer.
Ondertussen ligt er bij mijn visboer op de markt gewoon 'blanke kabeljauwhaas' te koop. En skrei. Best wel een beetje bijzonder, omdat de aanvoer niet groot is en sjieke winkels en restaurants er graag mee dwepen. "Hoe weet je dat het skrei is?", vroeg ik. "Die heeft nog vel; zo krijg ik ze aangeleverd", was het antwoord prompt. Er stak ook nog een prikkertje in, maar dat had volgens de visboer niet veel te betekenen. Voor de foto legde hij een kabeljauwhaasje 'staart aan staart' met de mooi blanke skrei. Allebei mooie vis - en allebei even duur. In Den Oever werd gisteren alleen kabeljauw aangevoerd. Daar laten de kopers zich niet bedotten met zwangerschapsverhalen.
Dit artikel afdrukken
Want skrei is óók kabeljauw maar afkomstig van de Lofoten. Volgens deskundigen die Kamsma raadpleegt weet je dat het skrei is omdat hij nú te koop is: gewone kabeljauw zou nu 'zwanger zijn'; ‘kuitziek’ noemen vissers dat. Het vlees zou grauw en slap zijn en minder vlees op de graat hebben. Daarom moet je wel skrei nemen, vertelt Kamsma haar lezers met zoveel woorden.
Maar dat is pure marketingpraat. Skrei heet skrei omdat dat de naam is die de Noren aan de kabeljauw geven die in de wintermaanden bij de Lofoten arriveert om er te paaien (dus vol kuit). Het is een magere vis die vanuit het poolgebied is komen zwemmen naar zijn paaigronden bij de Lofoten en al zijn energie heeft gestoken in de vorming van hom en kuit. De Noren waren vanouds blij als de vis eindelijk weer gesignaleerd werd en noemden het dier skrei, 'zwerver'. Het was een buitenkansje voor de Noren. Extra vis in de winter.
Alle fraaie Lofotenverhalen en zwangerschapsverhalen zijn gewoon prijsopdrijvende kletskoek. In dit seizoen is er ook naast kabeljauw ook skrei te koop. Die moet gepromoot worden. Je hoeft je overigens geen zorgen te maken over de visstand. De skrei-visserij in Noorwegen is streng gereglementeerd. Van januari tot april mag er op gevist worden. Daarna niet meer.
Ondertussen ligt er bij mijn visboer op de markt gewoon 'blanke kabeljauwhaas' te koop. En skrei. Best wel een beetje bijzonder, omdat de aanvoer niet groot is en sjieke winkels en restaurants er graag mee dwepen. "Hoe weet je dat het skrei is?", vroeg ik. "Die heeft nog vel; zo krijg ik ze aangeleverd", was het antwoord prompt. Er stak ook nog een prikkertje in, maar dat had volgens de visboer niet veel te betekenen. Voor de foto legde hij een kabeljauwhaasje 'staart aan staart' met de mooi blanke skrei. Allebei mooie vis - en allebei even duur. In Den Oever werd gisteren alleen kabeljauw aangevoerd. Daar laten de kopers zich niet bedotten met zwangerschapsverhalen.
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
De kabeljauw uit de Beringzee die voor de Lofoten komt kuitschieten -skrei- is kuitziek en uitgeput. Al de energiereserves zijn naar hom- en kuitvorming gegaan en dus is de vis graatmager. Het vlees van de skrei is dan ook lijkwit en vrij slap, in tegenstelling tot het iriserend en lichtjes blozend vlees van gezonde kabeljauw.
Wat maakte skrei dan zo'n feestelijk fenomeen? Het gebrek aan vet is ideaal om er het historisch belangrijkste exportproduct van Noorwegen mee te maken: stokvis De Noren waren elk jaar maar wat blij wanneer de visscholen weer voor de kust verschenen, dat was hun lijfbehoud en hun toekomst.
Kwaliteit is maar wat je graag ziet. Als je een arme visser bent is skrei dus de hemel op aarde.
Onze koks zijn een twintigtal jaar geleden zwaar betaald door de Noren (die ondertussen van aardolie leven) om deze vis te "pushen" en een seizoensgebonden hype te creëren. Ze hebben zich daarvoor laten inspireren door de Beaujolais nouveau (het marketingbureau was Frans) ! het enige waar ze eigenlijk enthousiast over waren was de kleur: héél wit vlees, donker vel. "Dat staat beeldig op een bord ".
En al de rest is saus.
Goede aanvulling van Nick Trachet in kennis over skrei. Wat je zegt klopt, op een kleinigheid na. Het vlees van skrei, kuitzieke kabeljauw die een paarduizend kilometer zwom naar de paaiplek, is niet, zoals jij zegt, slap. Het is wonderlijk stevig en smakelijk.
Op de Lofoten geweest, meerdere keren, skreiseizoen, mee met vissers, kan getuigen.
Wanneer twee 'vissers' hier reageren luister ik braaf, en leer...
Weet niet zoveel.
Maar wel dat ik in januari niet langs de visboer ga.
Vis wordt mager, en minder vers verkocht.
De vissers, die ver de 'Atlantique du Nord' op gaan, rusten uit tot na nieuwjaar en gaan wat traag weer op pad.. Zijn nu nog (net) niet terug.
Komt de versheid van het nu aangebodene niet ten goede.
Tenzij van kleinere lokale vissers, maar toch..
De laatste, nachtverse tongetjes, nog net mooi vol en stevig, half december gekocht.
Nu zeker 2-3 maanden wachten.
Net als de bijbel, telt het vis-jaar 7 vette en 7 magere maanden.
De overlapping afgetrokken, kom je toch weer op een normaal jaar van 12.
#1 Nick: "...die ondertussen van aardolie leven".
Noorwegen: Het meest principiële, linkse land in Europa. Tot onhandelbare frustratie van een moorddadige gek.
Hun politieke linksigheid is bijzonder, en inderdaad gebaseerd de comfortabele miljarden van olie en gas (Statoil).
Het enige pseudo-linkse land waar vrouwen bijna meer rechten hebben, dan mannen.
Zeer grote projecten daar uitgevoerd. Nederlandse man-hour-cost daar zijn voor hen zeer hoog; echter geen probleem voor de 'blue-eyed Arabs', zoals ze in de oliewereld ook wel genoemd worden...
Hun arbeidsproductiviteit ligt het laagst in Europa...
Luxe links. Grappig om naar te kijken.
Begrijp dat ze geen EU-lid willen worden.
Zou dat met de zakken vol geld ook niet doen..
In de beschrijving van Noorwegen, door Hans Pollemans, kan ik me niet vinden. Rijk is het land, zeker, maar fatsoenlijk. Voorbeeldig. Weer niet goed?
Wouter. Ik had 'principieel links' tussen haakjes moeten zetten...
Het feit is, dat ze zonder olie en gas een van de armere landen in Europa geweest zouden zijn.
De relatie Zweden (en Finnen) naar Noren, spreekt boekdelen.
Wat vis betreft, heb ik nooit begrepen, dat de grote hoeveelheden vis die in Bergen aangeland werden, resulteerden in zulke abnormale hoge prijzen per kilo voor consumenten.
Ik ben er veel geweest, en heb er vrienden gemaakt tot nu, maar zeker ook ervaren dat, vanuit een materieël-financieel overwicht, in bedrijven een zeker arrogantie je deel kan worden.
Minder grappig was, dat je bij een plant-visit hier, je ze gegarandeerd dronken hier van het vliegveld moest halen.
Privé, bij vrienden, komen ze los. Zeker na een glaasje Jubilee.
Kreeg ooit een paar kilo 'luubesil' (fonetisch) mee; gedroogde haring die aan rekken in boothuisjes hangt in de fjord hangt. Heerlijk.
Zo vers van de stok: ca. 20 uur later uitgepakt op de aanrecht in Biervliet. Hadden in de bagageruimte van het vliegtuig gezeten.
Helaas.
De gedroogde haringen liepen van de maden zowat van de aanrecht.
Terwijl ze daar in de zeelucht nog lang drogend goed blijven..
Skrei heb ik hier op de markt nog niet gezien.
ps. Vlieg nooit vrijdagnamiddag of zondagnamiddag naar Noorwegen. Niet vanuit/naar Amsterdam, Berlijn, Brussel of Parijs. Dan ontvluchten ze Noorwegen.