De rechter oordeelde dat 3 van de directe buren recht hebben op een nader te bepalen schadevergoeding; de overige 14 zitten verder weg en vallen binnen de norm. Als de varkenshouder niet binnen een half jaar de stank weet in te perken, hangt hem een dwangsom van €50.000 boven het hoofd. Hij heeft al aangekondigd in beroep te zullen gaan.
Er zijn honderden vergelijkbare zaken waarbij mensen nu naar de rechter kunnen stappen"Baanbrekend", zegt jurist Valentijn Wösten, die de buren vertegenwoordigde. "Er zijn honderden vergelijkbare zaken waarbij mensen nu naar de rechter kunnen stappen."
Opvallend is dat de varkenshouder wel over de vereiste milieuvergunningen beschikt. De rechtbank is niet zelf gaan ruiken maar heeft de stankoverlast berekend op basis van een model. Daarin zijn het aantal varkens, het type stal en de stankbeperkende maatregelen in te voeren. De uitkomst beschouwt de rechter als een objectief gegeven; hij constateerde dan ook dat de normen werden overschreden. De Gelderlander schrijft: "Nederland is sinds 2007 wettelijk op het gebied van geurhinder in tweeën gedeeld. In gebieden met veel veehouderijen is in het buitengebied meer stank toegestaan dan in de rest van het land. Een groot deel van Gelderland valt onder de gebieden waarin mensen meer stank moeten accepteren. Ook Brabant valt daar onder."
Al eerder werd een veehouder in het Gelderse Groesbeek veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan omwonenden. Hij moest €75.000 betalen. Groot verschil: deze veehouder had geen geldige milieuvergunning.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Op de valreep van jaarwisseling: dit is een ongekend sensationeel bericht. Het gekste nieuws van het jaar in boerenland.
Voorspelling: dit gaat nog wat worden in 2018.
Hoe het om deze veehouderij ruikt weet ik niet.
Maar deze boer wordt dus veroordeeld op basis van een rekenmodel, waarvan de getallen (behalve die van het dierenaantal na) ook nog eens aannames zijn?
Het moet toch niet gekker worden.
Het schijnt zo te zijn dat in deze situatie sprake is van een zogenoemde 'overbelaste situatie'. Oftewel de geurbelasting overschrijd de norm 14 oe. Die krijg je doordat geurnormen in de loop der jaren naar beneden zijn bijgesteld terwijl het bedrijf op basis van zijn geurbelasting uit het verleden, een vergunning heeft. Tot op heden is die altijd gerespecteerd geweest door de wetgevers. Bij een uitbreiding kan een boer in het geval van een overschrijding van de normen toch een vergunning krijgen op basis van een 50/50 regeling: stel je produceert nu 20 oe omdat je dat altijd al deed, de norm in de omgeving is verlaagd naar 14, je breidt uit maar reduceert naar 17 (50%) dan is dat toch een verbetering en voldoende om een vergunning te krijgen.
Waarschijnlijk zijn de buren ooit boerderijen geweest die toen de normen hoger lagen een woonbestemming hebben gekregen en door de wetgever beschermd worden omdat in de loop van de tijd de geurnormen verlaagd zijn.
Sinds jaar en dag wordt geur berekend adhv van dieren, stalsysteem, windrichting én/of simpelweg afstand tot een woning. Geur word nl niet berekend als uitstoot van het bedrijf maar op basis van de omwonende die de geur 'ontvangt'. Vandaar geurbelasting. Een bedrijf zonder omwonenden mag dus meer stinken dat een bedrijf mét.
Niet toevallig staan de meeste intensieve veehouderijen ook nog in gebieden waar inmiddels meer dan 50% van de woningen in het buitengebied bewoont worden door burgers ipv boeren. Dit kan dus idd nog wat worden in '18 ev.
Jos. In de Wet Geurhinder en Veehouderij staan voor delen van Brabant/Limburg en van Gelderland/Overijssel/Utrecht stanknormen vermeld, die dubbel zo hoog zijn als normaal is in Nederland. Dat is discriminatie door de wetgever ten behoeve van de vee-industrie.
Daarnaast kunnen individuele veehouderijen nog oude “verworven rechten” hebben die daar ver overheen gaan. Als die bedrijven geurbeperkende maatregelen nemen, mogen ze de helft van de overlastbesparing weer teniet doen door uitbreiding van het aantal dieren.
De Wet Geurhinder en Veehouderij is niet meer van deze tijd en is dat ook nooit geweest. Ze is in strijd met de bepaling in de Nederlandse grondwet over gelijke behandeling van iedereen die zich in gelijke omstandigheden bevindt op het Nederlandse grondgebied. Dat geldt ook voor omwonenden van veebedrijven, waar dan ook in Nederland.
In mijn buurt, waar ik nu 30 jaar woon, heeft daarna een varkenshouder - die elders al een bedrijf had en heeft - een klein gezinsbedrijf gekocht en veranderd in een megastal met ruim 8000 varkens, die hij nog wil uitbreiden tot meer dan 15.000 varkens. De burgerwoningen in de omgeving staan er allemaal al veel langer dan ik er woon.
Vreemde zaak.
Met een rechter, die eigenlijk van de (lokale) overheden had moeten afdwingen, dat dat de verstrekte milieuvergunning geëvalueerd zou worden in plaats van direct met een activist in zee te gaan... Dat is de correcte gang.
Boer moet zeker in hoger beroep gaan.
Nu de vraag: komt die actie van de bewoners ?
Nee, van activisten, die in het hele land ‘op zoek zijn’ en een ‘geur’-neus hebben voor klagers..
Dat blijkt o.a. uit het de AD-editie van het lokale kwakertje , en de achtergrond van de advocaat.
De activistische advocaat Valentijn Wösten geeft op de site van ’Leefmilieu’ advies hoe met domme overheden om te gaan:
“Politici zijn net mensen. Ze hebben even veel (of weinig) verstand van zaken als ieder ander. Het is dus van belang om ze van informatie te voorzien… Om succesvol op te komen voor het milieubelang is het volgens hem van belang om het politieke spoor (lobby en actievoeren) te combineren met een juridisch spoor.” Hoorde dat eerder...
Meer info over de organisatie ‘Leefmileu’ hier
Vrees dat #1 Wouter gelijk heeft of krijgt..
Het wordt onder dekmantel van milieu, biologisch, ‘wereld redden’, steeds gemakkelijker boeren te grazen te nemen. Je moet alleen ook een beetje geluk hebben een suffende rechter te vinden, en iemand die de boel kan opjutten.