Wie echter groente, fruit, vlees en bloemen exporteert komt hoger uit met tarieven tussen de 10,7 en 17,5 procent. Wie melk, boter, yoghurt, zuiveltoetjes of kaas naar het niet-meer-Europese eiland wil verkopen krijgt zelfs te maken met een heffing tot 42 procent.
Nederland brengt zo'n €8 miljard aan voedsel als grondstof en in verwerkte vorm naar Engeland. Het land besloot immers al lang geleden dat het voedsel goedkoper kan inkopen dan zelf maken. Wij maken van alle Europese landen verreweg het meeste voor onze buren, onder meer voor de Britten. De tarieven laten zien dat het land zijn eigen boeren kan beschermen en de rest inkoopt waar dat het goedkoopst is. Aangezien de EU niet de goedkoopste is, kan May een mooie deal sluiten met Zuid- en Noord-Amerika. Zeker nu Donald Trump vanuit het Noorden wil exporteren - als het maar allereerst in het belang van Amerika is.
Meer voor minder
Vrijdag maakten het CBS en Wageningen Economic Research bekend dat het geweldig gaat met de Nederlandse Food- en Agrosector. 'Export rijst de pan uit' schreef De Telegraaf. Ook de NRC nam het bericht over. We zouden meer dan 4,4% zijn gegroeid tot €85 miljard exportwaarde. Zo'n prestatie was nog nooit eerder vertoond, zei onze staatssecretaris van Economische Landbouwzaken trots vanaf de Grüne Woche-beurs in Berlijn. Onze peren gaan voortaan naar Vietnam, zei de man die regelmatig voor local for local pleit. Boerenkrant Boerderij juichte want de gevolgen van de Russische boycot zouden overwonnen zijn.
Wie goed naar de cijfers kijkt, ziet wat er aan ontbreekt. Verdienden de boeren er navenant aan? Wie het nieuws goed volgt, weet dat het niet zo is. Ze verkopen meer voor minder. Het CBS en Wageningen Economic Research verzorgden de cijfers in opdracht van het ministerie van Van Dam en zwegen er verder in alle talen over. Wel werd duidelijk wie er alles aan verdient: de toeleverende en verwerkende sectoren. Kennis is goud, vertelde Van Dam De Telegraaf.
Geopolitieke verdringing
Onze kassen- en stallenbouwers doen wereldwijd prima zaken, met name in landen die onze productie nu ook geopolitiek willen verdringen door hun kostenvoordelen.
Boeren heeft Nederland nodig om in eigen land kennis te ontwikkelen. Ook het daaruit resulterende product kan de industrie winstgevend verwerken. Zowel kennis als dat verwerkte product leveren geld op. De grotendeels ononderscheiden boerenbulkproductie levert niets op, al kun je overschotten tegen de juiste lage prijs altijd wel ergens kwijt, zoals ook nu natuurlijk blijkt.
Na de Russische regen, komt de Engelse drup. Wat in de nieuwe geopolitieke wereld nog verder zal volgen, weet nog niemand. Maar maak je verder geen zorgen; het gaat prima.Dat laatste is nog altijd de werkelijkheid. Hoe we daar iets aan gaan doen, is de enige echte vraag waar het Nederlandse voedselbeleid voor staat in de veranderende wereld. Die vraag blijkt echter zorgvuldig te worden verdrongen door het halleluja van een schijnsucces op korte termijn. Zelfs de over het algemeen als gedateerd beschouwde EU-baas Jean-Claude Juncker lijkt daartegen te waarschuwen als hij spreekt over het levensbelang van voedselpolitiek voor, met name West-, Europa.
Boerenslim in nieuwe wereld
Ik zag een boerenactiviste twitteren dat boerenproductie Nederland veel in het laatje brengt. Ze vergeet dat omzet iets anders is dan winst. De kennis- en verwerkende industrieën mogen zich gelukkig prijzen met zoveel eenvoud in de polder.
May is echter boerenslim. Ze heft hoog waar het haar landlieden raakt. En waar ze tekort komt, koopt ze gewoon lekker goedkoop elders in. Bijvoorbeeld in het land van President Trump, waar ze eind deze week als eerste op bezoek gaat voor een nieuw handelsverdrag. In de VS kun je veel goedkoper melk en vlees kopen dan in de EU of in Nederland. En omdat wij denken dat we de groenten- en fruittuin van May blijven omdat vers van dichtbij moet komen, nog een punt van aandacht. Als onze peren en paprika's naar Vietnam en China kunnen vliegen, waarom zouden paprika's, tomaten en sla dan niet vanuit de nieuwe VS naar haar nieuwe Albion kunnen komen?
Na de Russische regen, komt de Engelse drup. Wat in de nieuwe geopolitieke wereld nog verder zal volgen, weet nog niemand. Maar maak je verder geen zorgen; het gaat prima.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Dat omzet iets anders is dan winst lijkt me duidelijk. Maar stel dat je 50 miljard omzet hebt en een winst van nul. Betekent dat dan dat je die 50 miljard zomaar zonder pijn kunt schrappen?
In de glastuinbouw is de vuistregel dat de kosten grofweg uiteen vallen in een kwart arbeid, een kwart energie, een kwart kapitaalslasten en een kwart voor de rest. Die energiekosten kun je rustig missen, dat gas koopt iemand anders wel. Die arbeid schrappen doet lelijk pijn bij een hoop mensen, die hebben dan namelijk geen werk meer. Die kwart kapitaalslasten hakt er ook behoorlijk in, de geldverstrekker verdient daar namelijk een leuke boterham aan. Dat laatste kwart van de kosten schrappen heeft grote gevolgen voor de periferie, van transporteur tot plantenleverancier, maar ook de koffieautomatenboer.
Wij gebruiken bij het bekijken van de jaarcijfers vaak de uitdrukking 'iedereen blij behalve wij', bij weer een jaar van een miljoenenomzet met een minimaal winstje of zelfs verlies.
Hiermee laat ik even buiten beschouwing dat die kennisexport (8,8 miljard van het totaal) niet kan zonder de primaire productie, dat is een ander verhaal.
Daar heb je helemaal gelijk in Henric, maar gezond is het niet. En kwetsbaar ook.
Eens, met beide voorgaande sprekers. Eens ook met de Oeso die er al wat langer op wijst dat Nederlands Food-agri glorie tanende is. Die analyse is in de nieuwe geopolitieke werkelijkheid nog belangrijker geworden. Nederland vernieuwt zijn product niet wezenlijk en niet voldoende en brengt daarmee zijn hele, intiem verweven voortbrengingsketen incl. de winstmotoren daarin in gevaar. Om het simpel te zeggen: onze food-agri sector boet in op relevantie voor afnemers en zet daarmee inderdaad heel wat banen op het spel. Wie googled in de FL-zoekmachine op Roland Berger (het bureau dat een aantal sectoren in kaart bracht) kan de cijfers vinden.
Maar we hebben het er niet over. En daarom blijf ik hameren op deze werkelijkheid achter de roze woorden waarmee sector en politiek hun succes vieren.
We vieren nog steeds onze successen uit de jaren '70 en '80 van de vorige eeuw; ook met al ons gepraat over 'innovatie'. Inmiddels helpt zelfs de Dierenbescherming mee aan het in stand houden - en dus nog kwetsbaarder maken - van de Nederlandse vleesexport zonder bijzondere toegevoegde waarde (alles wat we daar doen is heel gemakkelijk te kopiëren, tot een eind achter Polen). In de Levensmiddelenkrant (printeditie) staat deze week een groot succesverhaal over dat 'succes'. Ik vraag het me af. Zelfs de Oekraïense kippenfabriek MHP zal het kunnen inhalen.
NB: ik sprak dit weekend met iemand die gerekend heeft aan een plan voor de melkveehouderij. Het is afgeschoten vanuit de belangen uit 1975-85 en verder nooit meer openbaar geworden. Wat let wie eigenlijk om er in het openbaar aan te rekenen als de officiële instanties - met van de week weer een 'voedseltop' met 4 bewindslieden - dat niet doen?
OK, wat geld. Maar dat moet toch ook te vinden zijn?
Nog een NB: Louise Fresco vroeg vorige week heel onopvallend en zelfs opvallend onbeholpen juist om dit gesprek als kern van wat 'voedselbeleid' wordt genoemd, een woord waar iedereen zijn eigen invulling aangeeft.
#2, waarom is het niet gezond, en kwetsbaar?
Henric #4 :
Omdat er nog maar iets hoeft te gebeuren of je bent echt helemaal de klos. En als het nemen van wat minder winst onderdeel van een innovatieplan of een ander goed plan (je concurrenten uit de markt prijzen) was, oké. Maar dat is het niet.
Daarbij, je houdt het niet vol. "Iedereen blij, behalve wij", je zal op den uur ook terug gaan in personeel.
Die vijftig miljard zijn niet alleen omzet, maar ook kosten. De vraag is of je die vijftig miljard niet voor iets meer winstgevendere zaken kan inzetten. En of je niet vandaag moet beginnen met ombouwen.
Vanuit de 'core' van de sector: kleinschalige duurzame boeren, high tech en met topkwaliteit producten.