Een boerin vond dat de Postcode-loterij het woord 'vee-industrie' niet meer mag gebruiken. Het is een Wakker Dier-woord. De Postcode Loterij ging overstag.
De Postcode Loterij meldde begin deze week in een advertentie dat Wakker Dier geld van de loterij ontvangt omdat die organisatie ‘vecht' voor 'een eerlijke prijs’ voor boeren. Supermarkten zouden meer betalen voor Wakker Dierenvlees dat niet uit de 'vee-industrie' komt.
"In werkelijkheid vecht Wakker Dier niet voor de boer, maar tegen de boer. Elke keer weer wordt door Wakker Dier gedaan alsof wij, gangbare boeren, onze dieren mishandelen. Dat klopt niet met het werkelijke beeld’’, vond pluimveehoudster Jolanda Kieftenbeld.
Zowel de Postcode Loterij als Kieftenbeld vergissen zich. Wakker Dier laat supers boeren niet beter betalen. De organisatie zorgt voor ruimte waarmee boerenondernemers eigen concepten kunnen ontwikkelen. Daar kunnen ze inderdaad geld mee verdienen omdat ze door onderscheiden formules niet meer ten onder hoeven te gaan in die enorme puist vlees die gewone boeren maken. Daar betaalt een super niet voor als er teveel van is. Gangbare boeren zorgen er echter voor dat er nooit te weinig en eigenlijk bijna altijd teveel van is.
Wakker Dier helpt hen dus wel en niet. Wél, als ze geld willen verdienen. Niet, als ze dat niet willen. Dan moeten ze immers steeds meer naar het buitenland exporteren. Dat is een markt waar Nederland een oplopend kostennadeel heeft voor een product dat 'gewoon nog meer vlees' is. Dat maken ze daar ook al, cq. wordt geëxporteerd door boeren die goedkoper vlees kunnen maken dan het gangbare Nederlandse.
Naar aanleiding van het protest van Kieftenbeld besloot de Postcode Loterij het gebruik van het woord 'vee-industrie' te staken. De loterij gaat wel door met het financieren van de marketing van Wakker Dier tegen de 'vee-industrie'. Logisch, want dat lelijke woord is een beetje nodig om onderscheid te maken en andere boeren geld in staat te stellen geld te verdienen voor iets dat nog steeds vlees is, maar toch vlees dat anders voelt. Daarom betalen mensen er meer voor. Daar wordt een boer blijer van.
Het wil niet zeggen - daar heeft Kieftenbeld helemaal gelijk in - dat gangbare boeren er plezier in hebben hun dieren te martelen. Dat is onzin, omdat het zorgt voor slecht vlees. Het wil wel zeggen dat er nog veel boeren zijn die niets snappen van geld verdienen.
Kieftenburg kreeg veel bijval van andere boeren. Zoveel dus dat de Postcode Loterij het woord vee-industrie besloot af te zweren.
Goed beschouwd is dat maf. Boeren moeten geld verdienen. Als we ze niet allemaal kwijt willen, zou het doel de middelen dan niet mogen heiligen?
Dit artikel afdrukken
"In werkelijkheid vecht Wakker Dier niet voor de boer, maar tegen de boer. Elke keer weer wordt door Wakker Dier gedaan alsof wij, gangbare boeren, onze dieren mishandelen. Dat klopt niet met het werkelijke beeld’’, vond pluimveehoudster Jolanda Kieftenbeld.
Zowel de Postcode Loterij als Kieftenbeld vergissen zich. Wakker Dier laat supers boeren niet beter betalen. De organisatie zorgt voor ruimte waarmee boerenondernemers eigen concepten kunnen ontwikkelen. Daar kunnen ze inderdaad geld mee verdienen omdat ze door onderscheiden formules niet meer ten onder hoeven te gaan in die enorme puist vlees die gewone boeren maken. Daar betaalt een super niet voor als er teveel van is. Gangbare boeren zorgen er echter voor dat er nooit te weinig en eigenlijk bijna altijd teveel van is.
Wakker Dier helpt hen dus wel en niet. Wél, als ze geld willen verdienen. Niet, als ze dat niet willen. Dan moeten ze immers steeds meer naar het buitenland exporteren. Dat is een markt waar Nederland een oplopend kostennadeel heeft voor een product dat 'gewoon nog meer vlees' is. Dat maken ze daar ook al, cq. wordt geëxporteerd door boeren die goedkoper vlees kunnen maken dan het gangbare Nederlandse.
Naar aanleiding van het protest van Kieftenbeld besloot de Postcode Loterij het gebruik van het woord 'vee-industrie' te staken. De loterij gaat wel door met het financieren van de marketing van Wakker Dier tegen de 'vee-industrie'. Logisch, want dat lelijke woord is een beetje nodig om onderscheid te maken en andere boeren geld in staat te stellen geld te verdienen voor iets dat nog steeds vlees is, maar toch vlees dat anders voelt. Daarom betalen mensen er meer voor. Daar wordt een boer blijer van.
Het wil niet zeggen - daar heeft Kieftenbeld helemaal gelijk in - dat gangbare boeren er plezier in hebben hun dieren te martelen. Dat is onzin, omdat het zorgt voor slecht vlees. Het wil wel zeggen dat er nog veel boeren zijn die niets snappen van geld verdienen.
Kieftenburg kreeg veel bijval van andere boeren. Zoveel dus dat de Postcode Loterij het woord vee-industrie besloot af te zweren.
Goed beschouwd is dat maf. Boeren moeten geld verdienen. Als we ze niet allemaal kwijt willen, zou het doel de middelen dan niet mogen heiligen?
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Zien jullie waar ik stond? En waarom?
Piet, je spreekt in raadselen. Kun je toelichten wat je bedoelt?
#2 Fotootje bij Linda met koffer 22... Postcodeloterij Miljoenenjacht.... december 2006. Als eindkandidaat, toen het nog een quiz was. (Slechts 2 man waren in die show 2 maal eindkandidaat; Arno Woesthoff uit Zeist met in het jaar 2001 in april fl.1.000.000,-- en in september 2001 fl.10.000.000,-- voor kansspelbelasting. Hij bleef dus 2 maal als laatste van 1000 kandidaten over. Die andere kandidaat die 2 maal eindkandidaat was, was ik in juni 2001 en dus december 2006. Mijn winstbedragen waren factor 10 kleiner dan van Woesthoff.) Het spel meedoen is boerenslim. Brood en spelen wil het volk. Als ondernemers die wij boeren pretenderen te zijn weten we toch wat dat is...
Ik vind Kieftenbeld derhalve deels een jankerd.
Mij interesseert, met name als filosoof, de vraag of de gangbare veehouderij 'vee-industrie' mag heten. Ik denk van wel. Op internet vond ik deze definitie:
1. the aggregate of manufacturing or technically productive enterprises in a particular field, often named after its principal product: the automobile industry; the steel industry.
2. any general business activity; commercial enterprise: the Italian tourist industry.
Zelfs de term 'vlees-Industrie' zou dan passen om naar de vleeskuikenhouderij te verwijzen.
Maar dit is een puur rationele conclusie. Immers, boerinnen hebben ook gevoel (ik gebruik hier bewust niet de term 'boeren', want Piet Hermus laat er hieronder in #3 nog niet zoveel van merken). En het kan soms wel erg pijnlijk zijn om de prijs te moeten betalen voor het economisch overleven van de ander (zoals Dick Veerman voorstelt).
Wakker Dier, dat is toch het in welvaart opgegroeide verwende zusje van Rupsje Nooitgenoeg?