We hebben het er hier al vaak over gehad: de markt vraagt eindelijk meer bio maar producenten willen er liever niet aan. Dat komt omdat de meeropbrengsten niet opwegen tegen de meerkosten.
Beetje stekelige vraag, maar het zal toch niet waar wezen: heeft de overheid een vraag gestimuleerd die economisch helemaal niet haalbaar kan worden ingevuld?
Door een grote vraag in de markt is er voor de meeste productgroepen momenteel ruimte voor uitbreiding van het aanbod van biologische producten. Er is een behoefte aan uitbreiding van het aantal biologische bedrijven om de huidige tekorten in het aanbod te kunnen oplossen. Er wordt echter nog maar mondjesmaat omgeschakeld naar biologische landbouw. Een belangrijk knelpunt is het gebrek aan vertrouwen in de markt. Dat staat in de 'Quick Scan Omschakeling Biologische Landbouw anno 2007' die minister Verburg van LNV gisteren naar de Tweede Kamer gestuurd heeft.
De grootste tekorten in het aanbod komen voor bij de productgroepen zuivel, varkensvlees, industriegroenten, verse markt groenten en glasgroenten. Uitbreiding van bestaande biologische bedrijven en extra import van biologische producten is in de meeste gevallen onvoldoende om aan de huidige grote marktvraag te kunnen voldoen.
Belemmeringen voor omschakeling
Ondanks de grote vraag naar meer biologische producten is het aantal bedrijven dat omschakelt nog maar klein. Als belangrijke belemmeringen voor omschakeling worden genoemd:
- Onbekendheid met en negatief beeld van de biologische bedrijfsvoering
- Onvoldoende vertrouwen in de biologische markt
- Economische drempels als hoge investeringen en daling van het inkomen in de omschakelperiode
- Geen economische voordeel ten opzichte van gangbare productie
- Vergrijzing en gebrek aan ondernemerschap in de agrarische sector
Een algemeen voorkomend gevoel is een huiver voor verstoring van de nog vaak fragiele markt door een te snelle of niet marktgestuurde groei van het aanbod. Voor de sectoren zuivel, varkensvlees en pluimvee spelen de ketenpartijen een belangrijke sturende rol in de omschakeling. In deze sectoren is men vrij positief over de mogelijkheden voor uitbreiding van de productie door nieuwe omschakeling.
Skal
Medio 2007 staan ruim 2520 bedrijven onder controle van Skal, de onafhankelijke controleinstantie op de biologische productie in Nederland. Dit aantal is nog nooit zo hoog geweest. Het totaal aantal bedrijven bestaat uit zo'n 1474 landbouwbedrijven en 1047 fabrikanten, importeurs, handels- en opslagbedrijven van biologische producten. Skal constateert dat er na enkele jaren van stagnatie weer een lichte groei te zien is in het aantal primaire landbouwbedrijven.
Over de eerste helft van 2007 is in vergelijking met 2006 en voorgaande jaren een grotere toename te zien in nieuw aangeslotenen. Er kwamen dit eerste half jaar 68 nieuwe bedrijven bij, tegen 43 in het hele eerste halfjaar van 2006. Daarentegen zijn er 36 biologische bedrijven gestopt. Het aantal afmeldingen in 2006 was groter dan het aantal nieuwe omschakelaars. In 2007 bestaat tot dusver een positief saldo van 32 omschakelaars.
Zie voor meer informatie het rapport Quick Scan Omschakeling Biologische Landbouw anno 2007
bron: Ministerie van LNV
met dank aan foodholland
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 4 juni krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Goeie vraag, want daar lijkt het wel op. Biologisch is een te nauw en te willekeurig keurslijf dat bovendien hoge certificeringskosten met zich meebrengt. Het is alleen te verkopen als kwaliteit. Die markt in voeding is in Ndl. klein, terwijl het vanuit duurzaamheidspersepctief geen zoden aan de dijk zet om een klein volume te converteren naar bio (even los van de vraag of bio daadwerkelijk duurzaam mag heten).
Het systeem zou geflexibiliseerd moeten worden. Dat zou bijv. kunnen binnen klassen van 'biologische' en 'duurzame' aard. Vermoedelijk valt zo heel wat conventionele teelt voor het massa-publiek te converteren. Verzin nog een list om de niet-eetbare, maar wel kostprijsverhogende kosten van certificering kwijt te raken en je bent een eind opweg.
Gek genoeg overgens, kunnen bio en duurzaam diametraal tegengesteld zijn voor de certificeerder, terwijl ze voor het publiek en de geinformeerde kenner zowel gevoelsmatig als praktisch hetzelfde doel dienen.
Hier de verklarende propagandatekst:
De overheid stimuleert de biologische landbouw door middel van subsidies, onderzoek en voorlichting. Ze streeft ernaar om zoveel mogelijk boeren én consumenten te laten overstappen op biologisch. De biologische landbouw is minder belastend voor milieu en dierenwelzijn dan de reguliere landbouw. Daarnaast worden in de biologische landbouw ervaringen opgedaan die bruikbaar zijn voor de gangbare landbouw. De gewone landbouw kan het gebruik van kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen terugbrengen met behulp van alternatieven die uit de biologische landbouw afkomstig zijn. Er moet een groter en gevarieerder aanbod van producten komen om aan de vraag te kunnen voldoen. Want steeds meer mensen krijgen de smaak van biologisch te pakken. En da's eigenlijk heel logisch.
De overheid wordt dus niet gedreven door economische haalbaarheid voor boer of mens, wat er op neer komt dat de subsidiering van de landbouw moet worden voortgezet en uitgebreid, als niet de vraag alsnog sterk toeneemt. Het is gezonder voor het milieu, maar de sector gaat aan het infuus.
Beter is het loslaten van het starre biologische label en te zorgen dat de traceerbaarheid en de productieprocessen efficiënter kunnen worden geadministreerd.
Overstap naar een natuurlijke landbouw kost de boer inkomen. De Animal Sciences Group van de WUR rapporteerde er afgelopen juni over.
Vandaag komt het AGD er 'toevallig' mee: de minderopbrengsten bedragen tussen de 1.000 en 1.500 euro per hectare.
Is het zo erg als ook de boer iets minder verdient? Iets inlevert? Als de consument een duurzaam product wil zal die ook meer moeten betalen! Het mes snijd aan twee kanten. Dat kost even wat pijn en inspanning aan beide zijden. Zo wat?
Joep, dat valt uit te rekenen. Dan weten we waar we het over hebben.
Hoeveel uur werkt de boer? Hoeveel risico loopt hij? Hoeveel uur werkt een andere ondernemer en hoeveel risico loopt die? Hoeveel uur werk een werknemer voor welk uurloon?
Ik kan me zo voorstellen dat iemand bij het Landbouw Econ. Instituut daar wel eens een sommetje over heeft gemaakt. Zo ja, zou die dat dan hier eens willen voorrekenen?