Bij het domesticeren van boerderijdieren, zoals kippen, selecteerden onze voorouders niet op de grootte van hun eieren. Ze kozen de tamste dieren. Die pasten zich zo snel aan, dat de eieren vanzelf groter werden.
Zo'n 8.000 jaar geleden begonnen onze voorouders zich als landbouwers te vestigen en dieren te domesticeren. Ze gingen selectief dieren fokken, zodat die steeds meer aangepast raakten aan het leven dichtbij de mens. Onderzoekers van de Zweedse Linköping University vermoeden dat onze voorouders steeds de tamste kippen hebben geselecteerd.
Angstig versus tam
Om te bepalen of de mate van angst die een dier heeft om in de nabijheid van mensen te leven bepalend was, deden de onderzoekers een simulatieproef uit met bankivahoenders (Gallus gallus), de voorouders van onze huidige gedomesticeerde kippen. In hun proef selecteerden ze steeds de hoenders die de minste aangeboren angst voor mensen toonden. Als controlegroep deden ze hetzelfde met de kippen die het meest angstig waren bij mensen.
Productie stijgt vanzelf bij succesvol samenleven
Volgens onderzoeksleider Per Jensen is een toenemende mate van tamheid de doorslaggevende factor in dieren om succesvol met mensen samen te kunnen leven. "De resultaten laten zien dat dit automatisch tot veel van de kenmerken kan hebben geleid die wij en onze voorouders op prijs stelden in gedomesticeerde dieren. Het is daarom niet gek te veronderstellen dat onze voorouders dieren niet selecteerden op hun productiecapaciteit, maar vooral omdat ze gemakkelijk te hanteren waren." Volgens Jensen zijn de resultaten ook van toepassing op andere gedomesticeerde dieren zoals varkens, schapen en runderen, meldt Science Daily.
Fotocredits: 'Red Junglefowl hen', Brian Gratwicke, via Wikimedia
Dit artikel afdrukken
Angstig versus tam
Om te bepalen of de mate van angst die een dier heeft om in de nabijheid van mensen te leven bepalend was, deden de onderzoekers een simulatieproef uit met bankivahoenders (Gallus gallus), de voorouders van onze huidige gedomesticeerde kippen. In hun proef selecteerden ze steeds de hoenders die de minste aangeboren angst voor mensen toonden. Als controlegroep deden ze hetzelfde met de kippen die het meest angstig waren bij mensen.
Het is daarom niet gek te veronderstellen dat onze voorouders dieren niet selecteerden op hun productiecapaciteit, maar vooral omdat ze gemakkelijk te hanteren warenIn slechts 5 generaties bleken de hoenders steeds tammer te worden. Tegelijkertijd ontwikkelden de tamme hoenders bovendien een snellere stofwisseling en haalden ze grotere eieren uit een kilo voer. De angstige hoenders in de controlegroep verbruikten juist meer voer, groeiden slechter en legden minder grote eieren. Ook bleken de niveaus van het hormoon serotonine hoger in de tamme hanen.
Productie stijgt vanzelf bij succesvol samenleven
Volgens onderzoeksleider Per Jensen is een toenemende mate van tamheid de doorslaggevende factor in dieren om succesvol met mensen samen te kunnen leven. "De resultaten laten zien dat dit automatisch tot veel van de kenmerken kan hebben geleid die wij en onze voorouders op prijs stelden in gedomesticeerde dieren. Het is daarom niet gek te veronderstellen dat onze voorouders dieren niet selecteerden op hun productiecapaciteit, maar vooral omdat ze gemakkelijk te hanteren waren." Volgens Jensen zijn de resultaten ook van toepassing op andere gedomesticeerde dieren zoals varkens, schapen en runderen, meldt Science Daily.
Fotocredits: 'Red Junglefowl hen', Brian Gratwicke, via Wikimedia
Nog 3
Je hebt 0 van de 3 kado-artikelen gelezen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Lees ook
Alle gangbare bruine kippen zijn tam die in nederland gebruikt worden.
Ook enkele witte rassen zijn aan de tamme kant. (maar hier heb ik geen ervaring mee)
Merkwaardig ook hoe veel dat jungle hoentje van de foto op de huidige krielkip (hollandse kriel) lijkt. Grote en veel eieren legt ze niet, maar in barre tijden, en tijden van oorlog (Syrie?) leveren ze onschatbare diensten want ze hoeven nauwelijks gevoerd, scharrelen eigen kostje op en slapen in de bomen. De kuikens hebben trouwens ook dat typische wildstreeppatroon op de rug, zoals wilde zwijntjes ook, waarom? Nuttige camouflage?
De grootste eieren worden gelegd door de Kiwi, nieuw zeelandse wilde vogel die niet kan vliegen, een kwart van zijn eigen gewicht (want hoeft niet te vliegen, dus spaart veel energie), maar hij legt er maar een per jaar,en het is bevrucht, want bedoeld voor de voortplanting, dat is natuurlijk wel het grootste verschil met al die kooi- en scharreleieren van onze kip voor ontbijt, omelet en koekjes! Struisvogels leggen nog grotere eieren, maar de body-ei ratio is lager dan die van de kip's 30:1.
Piet#5 en Dirk#7
Je kunt stellen dat wilde kippen, afhankelijker van hun voortbestaan, (onbewust) meer energie pompen in de kwaliteit van levenskrachtige eieren, waar de tamme relax-kip het aan laat waaien.
Weer duiken we in het moeras van antropomorfisme en projecteren menselijke ‘rustgevendheid’ op dieren.
In Darwin's (*) ‘struggle for life and survival of the fittest’, houd ik het er op dat gestreste wilde kippen een beter (lees > 'sterker') product leveren.
Niet ten behoeve van de menselijke smaak en commercieel volume, maar van voortplanting.
Ik denk dat de grotere consumenten-eieren eerder een gevolg zijn van bewust doelmatige uitgekiende voeding & veterinaire begeleiding..
Want doel is voor de kip nu niet meer instandhouding van de soort, maar sublieme productie en prijs.
@Piet; er stond van de week ook een leuk stukje ergens in een krant over het verschil tussen wolven en honden, wolven zijn innovatiever en onderzoekender bij opdrachten als het om een lekker hapje gaat, honden gaan al gauw het baasje smekend aan zitten kijken, kost minder energie en is meestal doeltreffender. Maar met die kippen is iets anders aan de hand. Die zijn pakweg 5000 jaar als tamme of halftamme (krielkip) dieren door de mens geselecteerd op , o.a., hoge leg, alleen: dat ging tot pakweg halve eeuw geleden (en in de helft vd wereld nu nog) om het zgn (pro)-actieve scharrelgedrag op en rond het erf, een kip die ijveriger en effectiever scharrelde (nerveuzer was) en zijn eigen kostje bij elkaar pikte, kreeg meer (hoogwaardig, insecten, wormen) binnen, en dus meer eierleg potentie en ook grotere eieren. Moderne merkkippen zijn doorgefokte produkten op basis van de beste van die scharrelrassen, met speciaal genengarnituur gericht op zelfredzaamheid (leghorns, rhode Island reds). klopt dat Douwe? Het punt is: ze krijgen alles nu zo voor de snavel, en kunnen dat scharrelgedrag niet meer goed kwijt, dus gaan ze tussen de veertjes van de buurkippen pikken en scharrelen, gevolg: verwondingen en kannibalisme als er geen bijzondere maatregels worden getroffen (zo heb ik het ongeveer van Moniek Bestman, e.a., begrepen).