De week van 16 tot 20 december 2019 in Nederland mag historisch heten. Op maandagmorgen ontbeet het Landbouw Collectief met de minister-president. Na een impasse in de onderhandelingen over het 'ononderhandelbare' boerenplan om het stikstofdossier op te lossen, mengde premier Mark Rutte zich persoonlijk in het gesprek dat eigenlijk het terrein is van zijn landbouwminister, Carola Schouten. Hij meende die ochtend samen met haar voor afspraken te hebben gezorgd die de lont uit het kruitvat van de op woensdag dreigende boerenacties tegen supermarkten zouden halen. Dat dacht ook minister Carola Schouten van Landbouw, maar dat was niet zo. Er werd nog even over gesteggeld, maar voorzitter Aalt Dijkhuizen van het Landbouw Collectief sprak duidelijke taal. Er was geen akkoord in de gebruikelijke zin van het woord, wel een set afspraken die de basis vormen voor verdere detaillering en onderhandeling, zei hij tegen Boerderij; dat liet hij ook ons weten. Op woensdag hadden de boeren inmiddels overal in Nederland actie gevoerd. Ze gingen langs bij onder meer energiecentrales en distributiecentra van supermarkten, maar ook bij de media. Kranten, radio en TV moesten het ontgelden omdat ze maar blijven zeggen dat er een stikstofprobleem is, terwijl 95% van de boeren dat volgens Trouw ontkent.

Als het recht politieke kwesties moet oplossen, is er iets mis met de politiek
'Geen resultaatsverplichting'
MOB, de NGO van Johan Vollenbroek, liet duidelijk van zich horen. Op het gebied van stikstof won hij net als Urgenda van Marjan Minnesma op het gebied van CO2-reducties een proces tegen de Staat bij de Hoge Raad; beide NGO's zijn daardoor bekende merken geworden. In een persbericht en brief aan minister Schouten zegt MOB dat de basis voor afspraken met de boeren van het Landbouw Collectief juridisch onhoudbaar is en bestuurlijk de voor de stikstofcrisis ingestelde Commissie Remkes buiten spel plaatst. Met andere woorden, waar is de regering mee bezig? MOB laat er geen misverstand over bestaan dat ze niet zal aarzelen juridische procedures tegen de regering te starten als die de afspraken met Dijkhuizen omarmt.

Hoewel het al op donderdag 18 december door het ministerie openbaar was gemaakt, maakte Trouw op vrijdagochtend nieuws van het proces dat het boerencollectief de regering aan de broek heeft gedaan omdat het de stikstofemissieruimte van de warme sanering van de (vooral Brabantse) varkenshouderij in eigen knip wil kunnen meetellen. Een en ander op basis van de in ontwikkeling zijnde afspraken met het boerencollectief waartegen MOB zich verzet. Volgens MOB kan het Collectief geen eigendom of te verlenen lease claimen, zoals nu op de agenda van de nog verder uit te onderhandelen afspraken staat.

Eveneens vrijdagochtend zag de Staat zich geconfronteerd met de verplichting meer CO2-emissies in Nederland te reduceren dan de regering politiek voor elkaar kan krijgen. Marjan Minnesma zegt dat de overheid nu 'aan de bak' moet en dat het niet halen van de doelen louter te wijten zal zijn aan onwil. De regering lijkt te zullen zeggen dat de overheid z'n maximale best zal doen, maar dat Urgenda geen resultaatsverplichting mag verwachten. Het PBL berekende onlangs dat Nederland ondanks het Klimaatakkoord niet in staat is om te voldoen aan de eisen die Urgenda stelt; op last van de hoogste rechter zal dat toch moeten en er moet zelfs nog een schepje bovenop. Daar komt nog bij dat een belangrijk deel van Nederlands 'duurzame' energie gebaseerd is op houtstook, een vorm van energie die MOB een doorn in het oog is en waar bovendien Urgenda zich vanaf keert.

Een vergelijk, het wezen van vreedzame politiek, wordt onmogelijk door totale polarisatie
Die situatie waarin het stikstofdossier inmiddels is beland, lijkt het ook het lot van de nu gewonnen Urgenda-zaak. Vollenbroeks MOB en twee daarmee samenwerkende NGO's, waren al door de hoogste rechter in het gelijk gesteld. Het kabinet probeert de verplichtingen die uit die uitspraak voortvloeien weg te polderen, maar MOB zal daar dwars voor gaan liggen. De Urgenda-uitspraak zal vermoedelijk een soortgelijke ontwikkeling tussen politiek en NGO's gaan opleveren. Onderwijl verrechtst het Nederlandse publiek in zijn vrees besteedbaar inkomen en consumptiekracht op te moeten geven ten gunste van milieu- en klimaatmaatregelen. Over het nut daarvan wordt twijfel gezaaid door populistisch rechts; de boeren lijken er inmiddels zeker van dat stikstof geen probleem is.

Er komen verkiezingen aan, zodat effectieve, maar ingrijpende maatregelen - zoals een zware belasting op alle stikstof- en CO2-emissies veroorzakende consumptie (nagenoeg alles) en een vrijstelling van loonbelasting ter compensatie - vermeden zullen worden en rechtspopulisten het makkelijk krijgen. Die context leidt uiteindelijk tot een land dat zich volledig verstrikt in het bestuurlijke drijfzand van steeds verlammender juridische processen. Treffend is de anekdote die hoogleraar bestuursrecht Johan Polak gisteren in de NRC citeerde van een rechter die een grapje maakte over zijn zoon die een leuke baan in de politiek had gevonden: "hij is rechter geworden". Als het recht politieke kwesties moet oplossen, is er iets mis met de politiek.

Premier Rutte gaf bij Pauw aan niet te begrijpen waarom de boeren afgelopen week na de 'afspraken' met Dijkhuizen toch nog - en ditmaal zelfs nationaal en grotendeels ongecoördineerd - de straat op gingen. Waarom ze het deden is niettemin duidelijk: het vertrouwen is uit de samenleving vertrokken en daarom trekt iedereen zich terug op zijn eigen belang en groep. 'Afspraken' die namens hen onderhandeld worden, worden al niet meer serieus genomen.

Onmachtig
Minister Schouten zei het proces dat het Landbouw Collectief heeft aangespannen over het eigendom van de stikstofemissies in de varkenshouderij 'voor kennisgeving' aan te hebben genomen. Zij, Rutte en de politiek staan erbij, kijken ernaar en zijn onmachtig. Als dat zo is, hebben we nieuwe vormen van politiek nodig. Die moeten mensen de gelegenheid bieden zelf te snappen waarom ze mee zouden moeten doen aan iets dat in zowel hun eigenbelang als dat van hun buren is en dat dat een vorm van geven en nemen is. Ontwikkelen we die vormen niet, dan klapt de samenleving uit elkaar. 'Linkse' maakbaarheidsdenkers zullen blijven wijzen op juridisch vaststaande afspraken. 'Rechtse' populisten zullen gebruik maken van de angst onder volk en ondernemers voor verarming en oneerlijke verdelingen van lasten. Daardoor zal dat rechts een te groot aantal zetels bij de komende Tweede Kamer verkiezingen veroveren. Een vergelijk, het wezen van vreedzame politiek, wordt onmogelijk door de totale polarisatie tussen links- en rechtsdenkers en het verdwenen midden waarin ooit vertrouwen nog tot stand kon komen.

Wordt? Het is al een feit. Om die reden protesteerden op 16 oktober zelfs de werkgevers in een oranje hesje tegen hun VVD-premier, weliswaar nog keurig op het Malieveld.
Dit artikel afdrukken