Dat zei topman Bill Anderson afgelopen week in de Duitse pers.

Bayer verkeert in een diepe crisis. Sinds het ooit zo degelijke Duitse farma- en chemieconcern in 2018 het Amerikaanse Monsanto overnam voor meer dan €60 miljard, kampt het met talloze rechtszaken van mensen die claimen kanker te hebben gekregen van Monsanto's glyfosaathoudende middel Roundup, het meest verkochte onkruidbestrijdingsmiddel ter wereld. In totaal gaat het om zo'n 167.000 claims, waarvan er inmiddels 113.000 geschikt zijn. Voor de afhandeling heeft Bayer miljarden gereserveerd. Dat neemt niet weg dat ook het resultaat over 2023 een miljardenverlies zal laten zien. De Bayer-aandelen zijn inmiddels minder waard dan 20 jaar geleden.

Roundup heeft als werkzame stof glyfosaat. De toepassing daarvan is veilig volgens de Amerikaanse en Europese autoriteiten, en Bayer zelf. Een 'wondermiddel' vinden ook grootschalige boeren overal ter wereld. Ze kunnen niet zonder omdat glyfosaat goedkoop, effectief en breed inzetbaar is. Het spaart bergen personeel en schadelijker middelen. Eind vorig jaar verlengde de EU de toelating van glyfosaat met 10 jaar. Maar de protesten nemen toe. Onder de tegenstanders en in de lidstaten die glyfosaat al verboden hebben of vervroegd willen uitfaseren.

Maar wat dan, vraagt ook Trouw? Niet-chemische middelen zijn veel duurder. Andere middelen zijn minder effectief, waardoor er meer van nodig is, en kunnen dus slechter uitpakken voor het milieu. Wellicht blijkt Bayers nieuwe middel dan toch het ei van Columbus. Het nieuwe middel zal een "fundamenteel nieuwe categorie moleculen als herbicide" inzetten, aldus Anderson op Agfundernews. En dat is belangrijk, want "onkruid, schimmels, en insecten, ze evolueren allemaal. En als je dezelfde beschermingsproducten blijft gebruiken, zullen ze na verloop van tijd doorbreken en krijg je problemen."
Dit artikel afdrukken