De energiemarkt verschuift. De westerse dominantie op het gebied van olie- en raffinagecapaciteit neemt af ten gunste van Azië en de Golfregio. Tegen de pogingen tot een massale groene energietransitie in Westerse landen in, wordt daarginds fors geïnvesteerd in fossiele brandstoffen. De groeiende samenwerking tussen Aziatische landen, vooral China, en de Golfstaten resulteert de facto in een nieuwe 'oost-oost-as' in de fossiele energie-industrie. Dit wordt versterkt door de toenemende vraag naar olie in Azië en het Midden-Oosten, terwijl de vraag in de Verenigde Staten en Europa stagneert of afneemt.

De staatsoliemaatschappijen in de genoemde regio's profiteren van deze trend. Ze durven flink te investeren in raffinaderijen en petrochemische complexen. Dat veroorzaakt een verschuiving van macht en invloed die zich wegbeweegt van Westerse fossiele bedrijven als Shell, BP, ExxonMobil en Total naar Arabische en Aziatische zoals Aramco, Sinopec en PetroChina.

Discrepantie
Na de klimaatconferentie in Dubai stegen niettemin de beurskoersen van ExxonMobil, Shell, en BP. Dit ondanks het streven om het gebruik van fossiele brandstoffen af te bouwen. Kennelijk is er een discrepantie tussen de klimaatdoelen van 'Parijs' en de economische werkelijkheid. Onze omgang met klimaatverandering blijkt niet alleen een kwestie van internationale overeenkomsten.

Als deze gedachte klopt, dan vergt duurzaamheid vergaande krimp van de economie en de daarmee samenhangende consumptie. Degrowth is echter een weinig populair thema.
Het energie-aanbod kan de vraag niet bijbenen. Die simpele dynamiek speelt een cruciale rol bij deze ontwikkelingen. China's economische groei leidde in het verleden al tot een flinke toename van de vraag naar olie. Inmiddels is het land een van de grootste olieconsumenten ter wereld.

De groeiende energievraag in Azië, met China als voornaamste motor, kan niet vertaald worden in een aanbod van duurzame energie. Daarom groeit de vraag naar olie en gas nog steeds. Daar achteraan vormt zich een nieuwe wereldorde in de marktivoor fossiele energie. De Golfregio en Azië krijgen steeds meer invloed.

Gewenste economie en klimaatdoelen sporen niet
Met de uit elkaar groeiende kijk op energie tussen Oost en West verschuift de raffinagecapaciteit. Shell, BP en ExxonMobil beperken hun raffinagecapaciteit. Die wordt overgenomen door Aziatische landen en de Golfstaten. Het geeft hen meer controle en macht in niet alleen de mondiale olie-industrie maar ook op de energiemarkt als geheel.

Het Internationaal Energieagentschap voorspelt een hogere olievraag en lijkt het oordeel van beleggers te ondersteunen vanuit de fysieke werkelijkheid van de beschikbaarheid van energie. De IAE bevestigt in feite dat de economie die we willen niet spoort met onze klimaat- en milieudoelstellingen.

Energie-afhankelijkheid te groot geworden
Dit is een eerste teken van een denken over energie dat omslaat naar het energie-realisme van Tad Patzek en Charles Hall waar we op Foodlog al vaker over schreven: we zijn te afhankelijk geworden van grote volumes energie om de energietransitie evolutionair te kunnen realiseren. Als deze gedachte klopt, dan vergt duurzaamheid vergaande krimp van de economie en de daarmee samenhangende consumptie. Degrowth is echter een weinig populair thema.
Dit artikel afdrukken