De traditionele mosselzaadvisserij in de Waddenzee wordt de komende tien jaar afgebouwd. In oktober 2008 sloten mosselvissers, natuurorganisaties en minister Verburg hierover een convenant. Dit convenant is verder uitgewerkt tot een ‘Plan van Uitvoering’, dat vorige week uitgekomen is. Hierin staat onder andere dat er vanaf dit jaar een begin wordt gemaakt met een groot natuurherstelprogramma. Han Olff, hoogleraar ecologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, vreest dat het natuurherstel in de Waddenzee een lastige klus gaat worden. ‘Er is een kans dat als we stoppen met mosselzaadvisserij en andere bodemberoerende activiteiten, we nog steeds niet snel de oude situatie terugkrijgen.’

De huidige Waddenzee is volgens Off verre van natuurlijk. ‘De droogvallende wadplaten zien er natuurlijk uit, omdat je er geen gebouwen ziet staan. Maar de Waddenzee ziet er heel anders uit dan vroeger.’ Olff noemt als voorbeeld de afwezigheid van zeegras. ‘Zeegrassen zijn een soort waterplanten die op de zeebodem kunnen groeien. Vroeger lagen de Wadden vol met zeegrasvelden van twee verschillende soorten. Maar door het bouwen van de Afsluitdijk in de jaren dertig werd het water erg troebel. Daardoor kreeg het zeegras onvoldoende licht. Daarbovenop kwam ook nog een ziekte, waardoor in één klap het zeegras verdween. Door grootschalige bodemberoerende visserij, baggeractiviteiten en inpoldering van kwelders bleef het water troebel, waardoor het zeegras ook geen kans kreeg terug te keren.’

Biobouwers
Zeegrassen zijn volgens Olff een mooi voorbeeld van een zogenaamde biobouwers. Een biobouwer is een soort die niet alleen reageert op het milieu, maar ook dat milieu weet sterk te veranderen, en daardoor allerlei andere soorten beïnvloedt. ‘Zeegrasvelden zorgen ervoor dat het water lokaal minder snel gaat stromen waardoor fijn slib wordt afgezet op de bodem.’ De mossel is een ander voorbeeld van een biobouwer in de Waddenzee. ‘Mosselen zitten aan elkaar vastgeklit in mosselbanken. Daardoor spoelen ze niet weg en kunnen ze ook bij hoge stroomsnelheden voedsel uit het water filteren. Deze banken vormen vervolgens weer een habitat voor allerlei andere soorten zoals krabbetjes en algen.’ Ook mosselbanken hebben het door de bodemberoerende visserij zwaar te verduren gekregen.

Zagen aan de stoelpoten
Het verdwijnen van deze biobouwers heeft grote consequenties gehad voor het ecosysteem van de Waddenzee, vermoedt Olff. ‘Er is gezaagd aan de stoelpoten van de Waddenzee. Het zeegras en de mosselbanken vormden een beschermende omgeving voor andere soorten. Ze hadden een belangrijke kraamkamerfunctie, waar de jonge exemplaren opgroeiden van vissen die op latere leeftijd naar de Noordzee trekken.’ Veel van die andere soorten zijn daardoor ook uit de Waddenzee en de Noordzee verdwenen.

Dominant
Het verdwijnen van het zeegras en de mosselen heeft nog een ander negatief effect gehad, denkt Olff. ‘We vermoeden dat er twee groepen biobouwers zijn. De eerste groep bevordert het afzetten van sediment, en verhoogt de stabiliteit daarvan. Voorbeelden hiervan zijn zeegras en mosselen. De tweede groep doet juist het omgekeerde. Een voorbeeld hiervan zijn de wadpieren, die tunnels graven in de bodem. Daardoor zorgen ze ervoor dat sediment makkelijk in het water terecht komt en het water troebel maakt. Door al die verstoringen is vooral de tweede groep erg dominant geworden.’ Het probleem is dat beide groepen organismen hun eigen omstandigheden in stand houden. Dat zou kunnen betekenen dat de eerste groep biobouwers lange tijd niet spontaan terugkeert, zelfs als we de bodem voortaan met rust laten. ‘Er is een kans dat als we stoppen met mosselzaadvisserij en andere bodemberoerende activiteiten, we nog steeds niet snel de oude situatie terugkrijgen.’

Onderzoeksprogramma
Om meer inzicht hierin te krijgen, is onlangs aan de Rijksuniversiteit Groningen een onderzoeksprogramma gestart waarin de rol van biobouwers in de Waddenzee onderzocht gaat worden. Dit wordt uitgevoerd in samenwerking met het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee op Texel, en het Centrum voor Estuariene en Mariene Ecologie in Yerseke. ‘Als onze hypothesen over biobouwers kloppen, dan gaan we ook onderzoeken hoe we deze soorten toch weer terug kunnen krijgen. We kunnen ze bijvoorbeeld een handje helpen. We zouden misschien de vorming van mosselbanken kunnen stimuleren door het leggen van netten op de bodem, waardoor deze stabieler wordt.’

Zeespiegelstijging
De terugkeer van mosselbanken en zeegras zal er hopelijk voor zorgen dat de biodiversiteit in de Waddenzee weer zal toenemen, verwacht Olff. ‘Je krijgt meer eidereenden en toppereenden. Haaien en roggen kunnen mogelijk weer gaan voorkomen. Allerlei vissoorten komen terug. De Waddenzee was vroeger namelijk een zeer rijke zee met heel veel soorten vis. Nu komen er voornamelijk nog platvissen en garnalen in voor, die laag in het voedselweb leven.’ Bovendien kunnen de biobouwers van de eerste groep ons helpen in de strijd tegen de zeespiegelstijging. ‘Deze soorten zorgen voor het afzetten van sediment, waardoor de wadplaten hoger komen te liggen en een golfbrekende functie krijgen.’

Dinsdag 17 maart zal Han Olff voor Studium Generale in Groningen een lezing houden met als titel ‘De ecologische rijkdom van het Wad’. Zie voor meer informatie: http://studium.hosting.rug.nl/2009_Activiteiten/visserij-waddenzee.htm
Bron: Rijksuniversiteit Groningen persbericht.
Dit artikel afdrukken