Nederlandse supermarkten ontkennen dat zij veel geld verdienen over de rug van boeren. Zij wijzen met de beschuldigende vinger naar tussenschakels zoals fabrikanten en groothandels.Dat staat in een rapport dat het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel vandaag aanbiedt aan CDA-kamerlid Joop Atsma. Op diens initiatief worden vanaf donderdag drie hoorzittingen gehouden in de Tweede Kamer om uit te vinden waar de marge op producten uit de landbouw terechtkomt.

Het lek
‘Het lek zit vooral in de tussenliggende schakels’, zegt René Roorda van het CBL in Het Financieele Dagblad. Hij wijst op ‘de bewerkers, zoals Danone die toetjes maakt van de melk, of bij FrieslandCampina. Voor andere versproducten als tomaten is het The Greenery’. Hij bestrijdt ook het beeld van de kleine boer tegenover de grote supermarktreuzen. ‘Die boeren hebben zich verenigd in coöperaties als The Greenery of FrieslandCampina. Dat zijn onderhandelingen op gelijk niveau. Behalve bij contractteelt. Dan wordt er rechtstreeks samengewerkt.’

Kaasprijs
Volgens landbouworganisatie LTO zit daar ook de crux. ‘De kleine producent heeft moeite om zijn kosten door te berekenen, bijvoorbeeld voor dierenwelzijn. Boeren en tuinders zijn vaak afhankelijk van één contract, terwijl de supermarkt duizenden toeleveranciers heeft. In kaas is het verschil tussen de fabrieksprijs en de winkelprijs de afgelopen twee jaar drie keer zo groot geworden.’


bron:distrifood
Dit artikel afdrukken