Later deed de rattenstudie van de Franse wetenschapper Gilles-Eric Séralini veel stof opwaaien. Zijn ratten zouden ernstige afwijkingen zijn gaan vertonen als gevolg van de consumptie van voeding die was samengesteld uit GMO-gewassen. Of het aan de gebruikte rattensoort lag of aan de GMO's werd een fel punt van dispuut tussen wetenschappers. Het blad waarin de publicatie werd opgenomen, vroeg Séralini zelfs zijn onderzoeksresultaten zelf als zijnde incorrect terug te trekken. Hij weigerde en ging zelfs zo ver de consensus in de wetenschap tegen zijn studie te kwalificeren als hoerig.
Om een eind te maken aan de disputen die in Frankrijk hoog oplopen (Frankrijk dwong onlangs binnen de EU zelfs een status aparte voor GMO-gewassen af), besloot senator Marie-Christine Blandin een officieel autoriteitsoordeel te vragen aan de Haut Conseil des Biotechnologies (HCB). De senator vroeg de Hoge Raad voor biotechnologische vraagstukken een oordeel te willen geven over de reikwijdte en correctheid van de studie van Snell die in de wereld breed wordt aangehaald als bewijs voor de veiligheid van GMO-gewassen. De HCB geeft een duidelijk oordeel: de studie had niet mogen stellen dat haar resultaten algemeen geldig zijn en al evenmin dat dat GMO-gewassen als voedingskundig equivalent aan niet GMO-Gewassen kunnen worden gezien.
Volgens de Franse site InfOGM moet de (on)veiligheid van GMO daarmee als onbeslisbaar worden beschouwd.
Op 8 oktober krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Geen dank, maar dank aan jou!
Bedankt voor de toelichting Dick. Het is nu wat duidelijker dan met enkel en alleen de soms wat verwarrende zinnen van Google translate. Vooral als een stuk heel nauwgezet geformuleerd is.
Ik heb nog even naam mijn aangepast.
Thomas, toch een kleine correctie; ik help je even bij de vertaling (die ik hieronder heel exact en getrouw aan de tekst geef). Ik geef toe, voor mij is het gemakkelijk omdat ik tweetalig ben. De bijlagen met de brief van Blandin vormen samen de opdracht met vragen aan de HCB (en dus niet de conclusie op basis van de antwoorden).
Ze vraagt of de studie van Snell et al. als een metastudie mag worden beschouwd dan wel op zijn minst als een systematic review mag worden gezien. Tot slot vraagt zij of de studie zijn conclusie mag trekken dat die "present[s] evidence that GM plants are nutritionally equivalent and can be afsely used in food and feed."
Op de laatste vraag antwoordt de HCB: "Dat de laatste zin van de samenvatting een andere formulering zou hebben vereist: de zin geeft geen volledige weergave van de wetenschappelijke analyse van Snell c.s. en wordt niet ondersteund door de data uit de geanalyseerde artikelen."
Voorts geeft de HCB aan dat de analyses, "ook al kunnen zij geen validatie bieden aan de studies naar subschronische toxiciteit op 90 dagen als beslissend voorspellend
voor de afwezigheid van toxiciteit op lange termijn", wel "een goede indruk geven van de wetenschappelijke betekenis van de opgenomen en bestudeerde onderzoeken."
Excuus, want op je vraag van 11 juni jl. had de redactie nog niet geantwoord: we hadden het terdege gelezen en bekeken en denken dat er nu twee dingen mogelijk zijn: er komt een metastudie óf er komt beleid dat correspondeert met de gevoelens van onrust onder het publiek. In het eerste geval is het spannend: zal die ik zojuist begon met 'Voorts' anders beantwoorden? In het tweede geval staat de Europese voedselverwerkende sector voor een enorme uitdaging.
Ik heb dit weekend toch nog even een betere vertaling gezocht. Daar gaat mijn middag, en het is zulk mooi weer!
De essentie van het rapport staat bij het antwoord op vraag 2 (sectie drie). Met statistiek kan men geen absolute of definitieve uitspraken doen over het wel of niet optreden van een bepaald effect . Als je in een onderzoek een verschil vindt wil je voor een conclusie weten of dat verschil significant is. Als er bij een onderzoek geen significant verschil wordt gevonden kan je niet echter zomaar concluderen dat er helemaal geen effect is en het niet zou bestaan.
Op die manier laat je wel een deur open voor het brede publiek die daarmee kan beweren dat er dus niets te bewijzen is. Dat is niet waar. In de antwoorden wordt er ter kennisgeving melding gemaakt van poweranalyse (onderscheidingsvermogen). Een power analyse gebruik je bij een onderzoek om de minimale steekproefomvang te bepalen (in dit geval dus het aantal proefdieren) gegeven je onderzoeks parameters*. Daarmee komen we uit op iets wat van belang is bij het toetsen van hypotheses: Type I/II errors oftewel (I) vals positief (α, effect gemeten terwijl er geen effect is)en vals negatief (II)(β, geen effect gemeten terwijl een effect is). Bij (II) vals positief gaat het dus om de kans dat een waarneming onder de radar doorslipt. Dat is waar de commissie op zinspeelt met het protocol maar helaas niet uitlegt waarom. Een extra appendix had geen kwaad gekund.
Dat er geen toelichting wordt gegeven is jammer want ook voor type II errors kan je corrigeren. Meest gemakkelijke is de steekproef populatie omhoog gooien maar dan loop je tegen praktische grenzen aan (capaciteit, mankracht & geld).
Ik vrees dat ik al te lang doorga. Wie echter een praktijk geval wil zien van I/II errors verwijs ik naar een ander kritisch rapport op G.E. Séralini et al.
http://www.math.u-psud.fr/~lavielle/comments_stat.pdf
Te vinden op de website van de statisticus Marc Lavielle. Ik zie dat op FL al snel het verwijt van partijdigheid komt opspelen bij onderzoeken. Daarom wil ik nog even vermelden dat Lavielle tevens lid is van de HCB CS commissie.
http://www.math.u-psud.fr/~lavielle/NK603B_lavielle.html
* Deze parameters (α,β, N, effectsize) zijn niet altijd van te voren bekend. In die situaties is dan verkennend onderzoek nodig en ook het liefst volgens gestandaardiseerde onderzoeksmethodes. Zodat je die resultaten bij een volgend onderzoek als uitgangspunt kan gebruiken of gemakkelijker kan vergelijken.
Hebben die mensen dit rapport of de conclusie überhaupt gelezen? Er wordt helemaal niks zo gezegd. Snell heeft in zijn analyse gewoon een zo goed mogelijke beoordeling gegeven.
Dit is de conclusie in het Frans. Voor wie wil is er google translate (mijn frans is ook niet zo best).
"
Le CS du HCB rappelle qu’il n’a pas vocation à porter de jugement sur les propos tenus publiquement par les chercheurs. En réponse aux questions de la saisine, après analyse de l’article de Snell et collaborateurs, le CS du HCB retient :
- Que cette publication n’est pas une «systematic review», ni une méta-analyse. Comme indiqué dans le titre de l’article, il s’agit d’une revue bibliographique («literature review» ou«narrative review» au sens de l’EFSA [7]).
-Que parmi les études répertoriées par Snell et collaborateurs, aucune ne comporte de calculde puissance, comme cela est indiqué dans leur revu
e bibliographique. Néanmoins, selon la question posée dans chaque article, le CS du HCB so uligne que ces calculs ne sont pas systématiquement nécessaires
(voir le deuxième et le quatrième paragraphe du point 3).
-Que la dernière phrase du résumé aurait nécessité une formulation différente : elle ne reflète pas la totalité de l’analyse scientifique faite par Snell et collaborateurs et elle n’est pas étayée par les données des articles analysés. Si l’analyse de Snell et collaborateurs ne permet pas de valider les études de toxicité subchronique de 90 jours comme systématiquement prédictives d’une absence de toxicité à long terme, l’examen de cette revue bibliographique permet d’avoir une juste appréciation de la portée scientifique des études répertoriées.
"
Zoals vermeld het gaat het hier om een "literature review" en niet om een meta-studie. Aan een meta-studie worden hogere methodologisch eisen gesteld om de data betrouwbaar en vergelijkbaar te maken. Er is hier dus geen sprake van een meta-studie. De hoge raad geeft dit ook aan in haar bevindingen. Tot slot is er nog de vraag over de semantiek van de slotzin en of deze beter geformuleerd had kunnen worden in de samenvatting. Om af te sluiten met de bevinding dat Snell bij zijn analyse een zo goed en eerlijk mogelijke beoordeling heeft gegeven.
De echte fout wordt overigens gemaakt door Marie-Christine Blandin die in haar brief er blijkbaar vanuit gaat dat het een meta-studie is. Terwijl er duidelijk aangegeven staat in de titel van de paper van Snell et al dat het een "literature review" is.