image Gisteren was ik op een pers-event in de Haagse multi-ethnische bevolkingswijk Transvaal, ter gelegenheid van de opening van een Turkse lunchroom door de Haagse wethouder voor Bouwen & Slopen, Marnix Norder. Je ziet hem hier op mijn slechte telefoonfoto met een fez op een Osmaanse specialiteit bereiden. Kort daarna werd hij nog te grazen genomen door een buikdanseres, die ik overigens tot mijn verrassing herkende als N., die ook bedient in een restaurant in de binnenstad, maar dan van nek tot enkels gekleed in representatief zwart. Dansen kan ze.

De wethouder gebruikte in zijn rede heerlijke eufemismes, zoals 'kansenzone' voor de achterbuurt Transvaal en hij noemde de best wel verloederde Paul Krugerlaan een "parel met een laagje stof erop, die wat opgepoetst moet worden om weer een glimmend juweel te worden". Maar hij meent het serieus en zijn portemonnee volgt zijn mond. Elke eigenaar van een pand aan de Paul Krugerlaan ontvangt duizenden euro's subsidie in ruil voor gevelrenovatie. Maar nu mijn punt: horeca wordt hier als vliegwiel gebruikt. Het nieuwe Turkse restaurant aan de kop van de laan is gestimuleerd om er mondain uit te zien, en gevestigd in de parterre van een nieuw gebouwde woontoren. Ertegenover zit een eveneens glimmend gepoetst visresto. De bedoeling is dat de belwinkels en ranzige reisbureaus en prullenwinkels naar de achtergrond verdwijnen.

De beste manier om meerdere culturen te laten samenleven is goed eten en mooie architectuur, is het idee van Norder. Ik denk dat hij gelijk heeft. De hapjes, bereid door een cateringorganisatie van thuiswerkende Turkse vrouwen waren in elk geval erg goed, vooral de mercimek köftesi, linzen & bulghur-rolletjes waren smullen.
Dit artikel afdrukken