De Afdeling bestuursrechtspraak dacht aanvankelijk dat de uitgifte van 60% van de stikstofruimte tot 1 juli 2018 geen onomkeerbare gevolgen voor de natuur zou hebben. Ook meende de Afdeling dat de PAS door de ministeries verbeterd en aangevuld zou zijn voordat de buffer van 40% zou worden uitgegeven. Nu dat niet het geval blijkt, haalt de Raad van State een streep door de eerder verleende vergunningen.
Gevoelig
MOB en de Vereniging Leefmilieu hebben enkele honderden beroepen lopen tegen eerder afgegeven vergunningbesluiten. Zij zien zich gedwongen zoveel beroepen in te stellen door de systematiek van het PAS. Elke vergunning die niet wordt aangevochten wordt onherroepelijk en blijft van kracht, ook als de bestuursrechter later tot de conclusie moet komen dat het PAS geen stand kan houden. MOB en de Vereniging Leefmilieu overwegen daarom het aantal in te stellen beroepen van natuurvergunningbesluiten voor de veehouderij verder op te voeren.
De uitspraak van de Raad van State ligt uiterst gevoelig in Den Haag. Net als het fosfaatdossier is het stikstofdossier een graadmeter voor de Brusselse autoriteiten voor de mate waarin Nederland zich aan de milieu- en natuurwetgeving binnen de EU wil en kan houden. Ons land lijkt genegen meer activiteiten binnen zijn grenzen toe te staan dan mogelijk is op basis van Europese afspraken. Dit dossier ligt in hoofdzaak op het bord van het ministerie van Landbouw en zijn huidige minister, Carola Schouten.
Onlangs ontstond een politiek relletje toen bleek dat in Noord-Brabant, de provincie met de hoogste veedichtheid van ons land, ook het stikstofdossier voor de industrie (een andere belangrijke bron van uitstoot) uitblinkt in onzekerheden en aannames. Dat provinciale dossier ressorteert uiteindelijk onder het ministerie van I&W van minister Cora van Nieuwenhuizen.
Op 30 november krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
(heeft even geduurd voordat ik hier weer reageer, maar bij deze)
Vanuit de huidige situatie geredeneerd kan ik je helemaal volgen Valentijn Wösten, er ligt een beschermingsdoelstelling en als je strikt de regelgeving volgt dan hoor je de belasting zover terug te dringen tot je aan de doelstelling kunt voldoen.
Vraag die er voor ligt, hoe rijm je de drang om economische groei te blijven realiseren met beschermen van kwetsbare natuur op dezelfde plek. Dat kan niet, maar is wel wat NL eigenlijk wil.
We willen ook aardgas en blije Groningers, we willen ook op vliegvakantie en nachtrust naast Schiphol. Waarom willen we dat? Hoe betalen we anders Nederland?
Heel plat misschien maar met zo'n scherpe formulering kom je wel dichter bij de kern van het probleem, althans dat vind ik. Andere landen doen het weer op andere manieren, soms pragmatischer ook. Aan de ene kant van een N2000-gebied is veehouderij mogelijk, aan de andere kant moeten ze allemaal weg, zodat natuurontwikkeling echt mogelijk is. Die ruimte hebben wij in NL niet of nemen we niet. Daarna blijken de reductiemaatregelen niet te werken en treedt er natuurherstel op ondanks overschrijding van de kritische depositiewaarde. Zo blijven we discussiëren en ondertussen komt er geld in de schatkist....
@ Wiebren
Het risico van beeldspraak is dat dan discussies kan ontstaan over de vraag of die beeldspraak de lading wel dekt. Maar goed, die discussie geeft dan wellicht ook weer verheldering.
En, nee, tergen doe je niet met je reactie. Het is wel even nadenken hoe hier passend op te reageren, en we verder kunnen komen.
Ik stel vooralsnog dat je een valse tegenstelling geeft: stilte-eiland wensen in centrum drukke stad, onmogelijkheid van een geit in een koolveld willen hebben. Kortom, dat het onmogelijke wordt gevraagd. En, met die stelling trek je de discussie bovendien veel breder dan enkel veehouderij. Dan heb je het over de mensheid in relatie tot alle lucht-, water- en bodemvervuiling, steeds verder krimpende natuurgebieden enzovoort. Te groot om te bevatten, en waar bijna geen mens aan gaat staan.
In ondernemerschap staat doorgaans centraal centraal wat wel mogelijk is, en niet wat niet mogelijk is. Waar het m.i. om gaat is het erkennen van beperken, en daarbinnen ondernemen. En; natuurlijk is ondernemerschap ook mogelijkheden zien, die anderen niet zien. Op zich is iedereen het daar wel mee eens. Je moet een varken geen stookolie voeren, want dan is ie niet geschikt voor de supermarkt. De boer aanvaardt dat ie zijn varkens beter geen stookolie voert (al zullen hier -vrees ik- ook wel weer uitzonderingen op bestaan...). Wat een boer met zijn eigen ogen mis ziet gaan, daar zal ie zijn bedrijfsvoering wel aanpassen. Maar wat ie niet met zijn eigen ogen mis ziet gaan, wordt te vaak flauwekul gevonden. Anderen leggen de boer wellicht nog uit dat wat ie doet funeste gevolgen heeft, en grenzen worden overschreden, maar zelf ziet ie dat niet, en trekt zich er daarom vaak niets van aan. Dat is eerst maar 1 boer, en dan 10, en dan 1000. En dan heb je een probleem. Hetzelfde gebeurt natuurlijk ook met het autoverkeer, en al die andere activiteiten die mensen ondernemen met gevolgen voor de omgeving.
Hier heeft het openbaar bestuur al heel vaak mee te maken gehad.
Tot de middeleeuwen werden huizen in de stad van hout gebouwd. Vanwege het brandgevaar is de overheid stenen huizenbouw in de stad verplicht gaan stellen. En, het actuele Bouwbesluit stelt inmiddels een heel lange lijst met voorwaarden voor veel bouwwerken (ik laat de stalbranden hier nu beter even buiten beschouwing...) . Ander voorbeeld: honderd jaar geleden kwamen er zoveel auto's op de weg, dat verkeersregels noodzakelijk werden.
Om terug te komen op je beeldspraak: kool-en-geit-situaties heb je altijd als er mensen in de buurt zijn. In de VS en Brazilië hebben veehouders zeeën van ruimte, en krijgen het nóg voor elkaar om ook daar milieugrenzen (fors) te overschrijden. Waar mensen zijn, is nooit een situatie waar geen geit of geen kool is. Daarom schets je m.i. een valse tegenstelling. Het is natuurlijk wel zo dat op de ene plek de spanning sterker kan spelen dan op elders. Op de ene plek is meer mogelijk dan op de andere plek.
Kortom, de overheid heeft een regierol. Waar het om gaat is hoe die regierol wordt ingevuld.
Het liefst zo simpel en helder mogelijk, en met behoud van menselijke omgangsvormen. En, vooruit, ook nog enige smokkelruimte, want hermetische grenzen zijn nooit goed. Maar, dan moet de milieukwaliteit dat beetje smokkelen wel ook kunnen hebben. Er moet speelruimte zijn, en blijven. En die speling is bij de NLse veehouderij ver achter de horizon verdwenen.
Terug naar je vraagstelling:
In nederland spelen domweg harde beperkingen, alleen al omdat het hier al tjokvol met mensen zit. Dat betekent dat er minder ruimte is voor andere activiteiten. Dat betekent eenvoudig een beperking. Stel die beperking hard zichtbaar. Dan is het aan veehouders - en autorijders, en al die andere activiteiten - om binnen die beperkingen hun weg te vinden. Hoe stelliger die beperking geldt, hoe sterker de betere ondernemers zich gaan instellen op aanvaarden van die beperkingen, en binnen die beperkingen hun ondernemning voeren. En: mij maak je niet wijs dat binnen de geldende beperkingen niet nog steeds veel mogelijk is. Maar dat is aan de ondernemers. Dat ze hun weg zoeken. Zien wat anderen niet zien. Ondernemers die de beperkingen niet aanvaarden zijn free-riders, en horen eruit geduwd te worden. Maar hierbij is dus een goede regisseur noodzakelijk, die heldere en eerlijke beperkingen stelt. En dat schittert door afwezigheid.
Maar, zolang NL nog het meest veedichte land van Europa is, vind ik dit een discussie voor de toekomst. Eerst moet de veestapel fors krimpen. Daarna komen we inderdaad bij dit soort vraagstukken terecht. En die omvat meer dan enkel veehouderij.
Ook, of juist mét dat gepolder ga je niet zowel de kool als de geit sparen.
Zou jij als deskundige #21 toch kunnen weten, Wiebren..;-)
Misschien is dat Hollandse gepolder juist wel het probleem geworden.
Het is natuurlijk altijd gemakkelijk je als bestuurder en beleidsmaker als een Pontius Pilatus de handen in onschuld te blijven wassen, maar zachte heelmeesters maken stinkende, en langer dan noodzakelijk dooretterende wonden.
Zie de fosfaatsoap, zie de stikstofsoap. Verwacht: de CO2- en methaansoap.
Van de ene crisis naar de andere, het ene lapmiddel na het andere.
Nodeloos lange onzekerheid en ellende, met uiteindelijk weer de zoveelste voorspelbare
loose-loose situatie, zowel voor boer, burger, als voor milieu en nageslacht.
Op een gegeven moment is er bestuurlijke moed en daadkracht nodig om de Augiasstal te kuisen.
Ik hoef niks te ontkennen Marco Maas, doorgaans ben je goed ingevoerd dus het is eenvoudig te verifiëren voor je. De ingangsdatum van PAS lag al eerder in de tijd, door uitstel op uitstel werd het 1 juli. Besluit Huisvesting werd zelfs nog wat later aangepast van kracht, beoogd was dat dit gelijktijdig zou zijn met PAS.
Je dicht beleidsbepalers meer invloed toe dan ze werkelijk hebben. 2 juli voor de fosfaatrechten had ook 1 juli of 3 juli of een andere datum voor het zomerreces kunnen zijn destijds voor fosfaatrechten. Letterlijk de voorbereiding voor een bestuurlijk overleg, het overleg zelf en het publiceren van de kamerbrief vergen tijd, dat is bepalend geweest.
Destijds voor de PAS in werking trad was er al sprake van een wantoestand qua NB-wet vergunningen, een groot deel van de veehouderij bedrijven had geen of geen toereikende NB-wet vergunning. Overigens waren er ook nog diverse vergunningen actief van bedrijven die al gestopt waren maar waarvan de vergunning niet was ingetrokken.
De inwerkingtreding van de PAS zorgde er voor dat er feitelijk sprake was van een legaliserende werking. Het hoogste veeaantal in de 3 voorgaande jaren was ineens de legale toestand, en bedrijven die geen vee (of heel weinig vee) hadden gehouden die waren hun (voorheen verhandelbare) ammoniakrechten kwijt.
Hupsakee even alles rechtzetten in een pennestreek. (overigens toch wel handig als je als boerenbestuurder dicht bij het vuur zit maar dat is weer een andere kwestie)
De datum van 2 juli m.b.t. de fosfaatrechten is m.i. bewust gekozen, dus na de 1 juli datum van de PAS. Een slimmerik zou anders in beroepen aan kunnen voeren, wacht eens even u als overheid heeft dure verhandelbare rechten ingevoerd en toegekend aan een illegaal opererend bedrijf (bijv. de buurman), terwijl ik als eerlijke hardwerkende en ver onder de kostprijsproducerende om de wereld te voeden boer die grond en vergunningen genoeg heeft nu deze rechten moet kopen van degene die ze op basis van een illegale toestand gratis en voor niets heeft gekregen????
Wiebren gaat dit denk ik ontkennen, de data was gewoon puur toeval zal hij en ook LTO zeggen. Tussen de regels door lees je toch dat de landsadvocaat wel wat haken en ogen zag om de datum van de fosfaatrechtenreferentie voor 1 juli te zetten.
Los van het ontstaan van de Pas speelt natuurlijk nog het probleem dat vrijwel alle melkveebedrijven vergunningen aanvragen op basis van volledige weidegang. Als de vergunning (of melding) er eenmaal is dan blijven de koeien toch binnen of wellicht bleven ze dat al. Bij weidegang is de ammoniakuitstoot een stuk lager omdat de mest en urine niet samenkomt maar feitelijk gescheiden rechtstreeks in de wei komt. Binnen een bepaalde ammoniakuitstoot kunnen er met weidegang (op papier in ieder geval) meer koeien gehouden worden. Handhavingskwestie? hoe? en wie gaat dat doen? Hoe verwerk je zoiets in het rekenmodel?
Zou er ooit een happy end komen aan dit ammoniak dossier?