"Er lijkt een ernstige vertrouwensbreuk te zijn ontstaan tussen een aantal Statenfracties van provincie Noord-Brabant en gedeputeerde Johan van den Hout (SP)."
Dat schrijft boerenblad Nieuwe Oogst. Het probleem: industriële vervuilers lijken meer te mogen dan boeren. Aanleiding van de breuk, suggereert Nieuwe Oogst, Is "het achterhouden van een rapport over de stikstofemissie van de industriële sector in Noord-Brabant door het Bestuurlijk Platform Omgevingsrecht (BPO)."

Het BPO is het overleg tussen Brabantse bestuurders van bevoegde gezagen en uitvoeringsorganisaties en staat onder voorzitterschap van het provinciebestuur. Van den Hout vervult die functie.

In 2016 is in opdracht van het BPO een steekproef uitgevoerd naar de stikstofemissies van 41 industriële bedrijven. In december 2016 zijn de resultaten in een rapportage vastgelegd. Daaruit bleek dat 21 industriële bedrijven geen vergunning hadden, dat 7 bedrijven niet de juiste vergunning hadden en van 30 bedrijven de emissies onbekend waren.

Door de ontbrekende vergunningen is de mate waarin de industrie in Brabant bijdraagt aan de vervuiling van de natuur niet helemaal duidelijk
Gevoelig vanwege milieu-argument tegen veehouderij
Het dossier ligt gevoelig omdat milieu-argumenten afgelopen zomer de reden waren waarom Provinciale Staten in Brabant besloten de groei van de veehouderij in Brabant aan banden te leggen en versneld milieumaatregelen in te voeren. Dat besluit heeft ingrijpende gevolgen omdat het de afschrijving van een honderden boerenbedrijven onmogelijk maakt.

Boerenorganisaties en het CDA waren destijds onaangenaam verrast en verbolgen over het besluit dat ze als onrechtvaardig beschouwden. Het CDA suggereert dat het rapport moedwillig in een la is gehouden om boeren de grootste schuld te kunnen geven van de neerslag van stikstof in de vorm van ammoniak in natuurgebieden. Met een technisch term heet die neerslag 'stikstofdepositie'.
Bij monde van PS-lid Ton Braspenning zegt het CDA: "Dit laat op zijn minst een wat ander licht op de hele zaak schijnen. Gedeputeerde Staten hebben hierin in mijn ogen altijd maar één doel gehad en dat was om de landbouw aan te pakken op stikstofemissie. De rest werd gebagatelliseerd. We gaan hierover in debat."

Onduidelijkheid door ontbrekende vergunningen industrie
Door de ontbrekende vergunningen is de mate waarin de industrie in Brabant bijdraagt aan de vervuiling van de natuur niet helemaal duidelijk. De bijdrage van de industrie aan de totale stikstofuitstoot wordt geschat tussen de 3 en 11 procent, zegt het rapport. Die van de landbouw zou veruit het grootst zijn: 48 procent. In het Brabants Dagblad toont Van den Hout zich niet onder de indruk. Industriële vervuiling en boerenvervuiling door stikstofemissies staan volgens hem geheel los van elkaar.
De besluitvorming in de Staten heeft er daarom niet onder geleden, meent hij, omdat in juli besluiten werden genomen "over de veehouderij en niet over de industrie". Nieuwe Oogst klopt het nieuws op, zegt Van den Hout in het Brabants Dagblad. Oppositiepartijen vinden dat hij informatie heeft achtergehouden, schrijft het Brabants Dagblad niettemin. Het blijkt te gaan om SGP, Christen-Unie en CDA die traditioneel voor boerenbelangen opkomen. Hermen Vreugdenhil (ChristenUnie-SGP) zegt "verbijsterd" te zijn over het feit dat "deze cruciale informatie achtergehouden is. Wij kunnen ons politieke werk alleen zorgvuldig doen als we alle relevante informatie ontvangen. Het achterhouden van belangrijke informatie op zo’n cruciaal dossier kunnen wij niet tolereren. Wij zullen met de andere fracties in overleg gaan welke conclusies we hieraan moeten verbinden."

Van den Hout: PS heeft over dit document in december zelf besloten dat het niets was om te agenderen. Inclusief Ton Braspenning, die nu ineens verbaasd is
Geen beleidsplan
We vroegen Van den Hout waarom het rapport, dat in het voorjaar al gereed was, pas rond Kerst aan de Statenleden van Brabant werd aangeboden na een vraag van GroenLinks. Van den Hout: "Omdat het een werkdocument was. Operationeel, scenario's voor een plan van aanpak. Niet van belang voor beleid. PS heeft bovendien over dit document in december zelf besloten dat het niets was om te agenderen. Inclusief Ton Braspenning, die nu ineens verbaasd is. Vreugdenhil was afwezig bij die vergadering, maar heeft ook niet gereageerd op dit agendapunt. En nu is hij "verbaasd", zegt hij. Of hij heeft niet opgelet of hij is zich aan het voorbereiden op de komende verkiezingen. GroenLinks was tevreden met het rapport."

Ik heb het rapport kunnen inzien. Het betreft een eerste inventarisatie van de natuurschade door stikstofdepositie die industriële bedrijven veroorzaken. Het concludeert dat er nog het nodige werk gedaan moet worden om vast te stellen welke bedrijven deposities veroorzaken, waar de depositie neerslaat en welke maatregelen genomen kunnen worden. Van een plan van aanpak dat basis voor beleid kan zijn, is inderdaad nog lang geen sprake. De opstellers van het rapport vermoeden al wel dat een aantal bedrijven "ingrijpende en kostbare" maatregelen zal moeten treffen en in een "enkel geval" maatregelen niet zullen helpen om een milieuvergunning te krijgen. Verrassend is de eerste zin van de "voorzichtige conclusies" die het rapport trekt: "Het feit dat er veel industrieën in werking zijn zonder de benodigde vergunning is op zijn minst opmerkelijk."

Update, 29/1, 21:30 uur: de zaak dooft niet, nu ook GroenLinks de kritiek van de boerenpartijen steunt



Dit is een aangepaste versie van een artikel dat gistermiddag verscheen onder de titel 'Brabant ‘poetst industriële vervuiling weg', CDA gaat in debat
Dit artikel afdrukken