Met talloze artikelen, interviews, opinies, petities en hashtags als #schnitzelgate en #Iamnotconfused zochten voor- en tegenstanders de afgelopen weken veelvuldig aandacht over het wel of niet gebruiken van ‘vleesnamen’ voor vegetarische producten. Ook Arjen Lubach bemoeide zich ermee. De reden? Het Europees Parlement zou vandaag stemmen over een voorstel om woorden als hamburger en schnitzel te verbieden voor vegetarische producten.

De aanbieders van vleesvervangers houden graag vast aan de 'traditionele' benamingen als worst of gehakt. Die verkopen nu immers goed. Dat de klant in verwarring zou zijn, gaat er niet bij ze in, schrijft het AD. “Keer op keer is uitgewezen dat consumenten niet verward raken, maar zich juist geholpen voelen door dergelijke naamgeving. Daarbij maken onze productnamen het juist makkelijker om vaker te kiezen voor plantaardige producten, wat hard nodig is om de klimaatdoelen van de Europese Unie te behalen”, aldus Hugo Verkuil, ceo van De Vegetarische Slager.

Er zijn inderdaad enkele enquêtes verschenen die dit lijken te staven, schrijft het Financieele Dagblad. Zo blijkt uit onderzoek van de Europese consumentenorganisatie BEUC dat de meeste consumenten er geen enkel probleem mee hebben, zolang de producten maar zijn voorzien van de labels ‘vegetarisch’ of ‘veganistisch’. Consumentenprogramma Radar deed vorige week een vergelijkbaar onderzoek, waaruit bleek dat 96% van de ruim 22.000 leden van het Testpanel juist prima snappen dat in een vegaworst geen vlees zit.

Frankrijk is een van de landen die 'vegetarisch vlees' verbieden. De ‘schnitzelgate-discussie’ speelde ook in Nederland en Duitsland, maar voorstellen tot een verbod kwamen er niet door. Wel bepaalde het Europees Hof van Justitie - in 2017 al - dat plantaardige producten niet naar zuivelproducten als melk, boter en kaas genoemd mogen worden. Dat resulteerde recent in Yog - zonder hurt, een lange neus naar de zuivelindustrie.

In april 2019 werd een voorstel tot een verbod op vleesbenamingen voor vegaproducten van de Franse Europarlementariër Eric Andrieu al met een ruime meerderheid aangenomen door de Landbouwcommissie van het Europees Parlement. De verwijzing naar dierlijke producten zou misleidend zijn voor de burger.

Deze week is het de beurt aan het Europees Parlement om te stemmen. Normaal gesproken een ‘kat-in-het-bakkie’, maar dit keer niet. Net nadat de Landbouwcommissie het voorstel van Andrieu omarmde, waren er Europese verkiezingen. Sindsdien is het parlement groener geworden en huiveriger voor wetgeving die de vleesindustrie beschermt. Dat maakt dat er nu een nieuw voorstel ligt, afkomstig van de Française Anne Sander van de Europese Volkspartij. Het voorstel van Andrieu verbood ook het gebruik van termen als ‘worst’ en ‘burger’ voor vleesvervangers, Sanders plan gaat alleen over een verbod op 'pure' vleesnamen als biefstuk, spekjes en kipstukjes. Kroket en burger, die je als 'presentatievormen' kunt zien, zouden dan nog wel mogen. Wie trekt er aan het langste eind? Op het antwoord zullen we nog even moeten wachten.


Dit artikel afdrukken