De Raad van State bekrachtigt in hoger beroep het gelijk van foodwatch in de paardenvleesaffaire.

Eén bedrijf kan voortaan honderden bedrijven en duizenden verschillende producten in diskrediet brengen
foodwatch wilde dat de NVWA bekend zou maken in welke producten onterecht en mogelijk vervuild paardenvlees terecht is gekomen. De NVWA weigerde aanvankelijk omdat het individuele bedrijfsbelangen buiten proportie zou schaden. De Raad van State oordeelt in hoger beroep dat openheid van zaken bij voedselfraude zwaarder weegt dan individuele bedrijfsbelangen. De rechtbank Amsterdam oordeelde eind 2015 dat de NVWA de namen van alle afnemers van de wegens fraude met paardenvlees veroordeelde vleesgrossier Willy Selten bekend moest maken.

De NVWA publiceerde daarop een lijst met 1.800 afnemers. Eén van de bedrijven op de lijst ging in hoger beroep omdat hij 'onevenredige reputatieschade' vreesde en werd door de Raad van State dus in het ongelijk gesteld.

foodwatch zegt te verwacht dat de uitspraak "grote gevolgen zal hebben voor de informatieverstrekking bij andere voedselschandalen".

Voor bedrijven is de uitspraak geen sinecure. Het betekent dat ze voortaan mee worden genoemd rond fouten die bedrijven voor hen in de keten maken, ook al bevatten hun producten niet meer dan een paar gram van een ingekocht ingrediënt. Denk bijvoorbeeld aan de gehaktkorrels op een pizza.
Eén bedrijf kan voortaan honderden bedrijven en duizenden verschillende producten in diskrediet brengen.
Dit artikel afdrukken