BuRO heeft niet gemeten
BuRO blijkt niet zelf aan particuliere eieren te hebben gemeten, maar heeft de waardes gebruikt die naar voren kwamen uit een onderzoek dat verschenen is in 2016. Die waardes vergeleek de analyse-afdeling van het RIVM met waardes van supermarkteieren die wel via steekproefsgewijze monitoring aan een testje werden onderworpen.
Onbekend is hoe de PFAS in de eieren terechtkomt. Volgens BuRO zijn er verschillende opties: via het voer, de bodem of het water. Voer is een onwaarschijnlijke bron omdat het voer dat hobbykippen eten ook wordt geleverd aan de industrie. Maar als de kippen de PFAS via de bodem of het water binnen krijgen, dan hebben we misschien te maken met een nog veel groter risico. Hoe zit het dan met de PFAS-besmetting van het vlees van vrij wroetende varkens en de melk, boter, yoghurt en kaas van koeien met weidegang en gras en hooi van eigen land? En hoe zit het met in de volle grond geteelde groenten? Bovendien liggen er ook vrije-uitloop eieren in de supermarkt. Ook die komen van kippen die vrij buiten lopen en grond naar binnen krijgen.
Maar omdat we niet precies weten hoe het zit, adviseren we niet om helemaal geen hobby-eieren meer te nemenVoedingscentrum: 'geen advies tegen eten hobby-eieren'
Wieke van der Vossen, expert voedselveiligheid van het Voedingscentrum, reageert op de vraag waarom het Voedingscentrum adviseert om voorzichtig te zijn met het eten van hobby-eieren, terwijl nog weinig bekend is over de oorzaken en ernst. “We willen mensen informeren. PFAS is en blijft een gevaarlijke stof. Ook bij lage hoeveelheden heeft het slechte effecten op de gezondheid. Maar omdat we niet precies weten hoe het zit, adviseren we niet om helemaal geen hobby-eieren meer te nemen. Als je gevarieerd eet (dus je hobby-eieren afwisselt met supermarkteieren) verlaag je het risico dat je te veel contaminanten binnenkrijgt en dat helpt ook nog eens om het aantal voedingsstoffen dat je nodig hebt binnen te krijgen.” Van der Vossen benadrukt dat meer onderzoek nodig is. Dat staat ook in het advies van BuRO. Hoewel bekend is dat PFAS bindt aan eiwitten, zegt Van der Vossen dat we bijvoorbeeld niet weten hoe PFAS in een ei terecht komt en zich opbouwt. "Wellicht metaboliseert pluimvee de PFAS anders dan bijvoorbeeld rundvee of varkens.” Volgens het RIVM en de NVWA zijn in levensmiddelen met andere dierlijke producten immers niet zulke hoge waardes gevonden.
Ondertussen heeft het RIVM van de overheid de taak gekregen om een veel groter onderzoek uit te voeren.
Het is heel moeilijk om een afweging te maken en goed te communiceren. Je wilt geen paniek veroorzaken, maar je wilt deze informatie ook alvast delenRIVM: 'je wilt geen paniek, maar wel informatie delen'
Coen Berends van het RIVM vertelt ons dat de onthullingen in de NRC over PFAS in de eieren van hobbykippen rond Chemours in Dordrecht leidde tot de constatering dat er PFOS zat in eieren een straal van 6 kilometer rond de fabriek. Maar Chemours maakt geen PFOS, een specifieke PFAS-verbinding. Dat leidde onder experts tot de vraag waar die vervuiling dan wel vandaan komt en of die misschien ook elders in het land in eieren zit. Uit een eerste onderzoek naar levensmiddelen en drinkwater kwam niets verontrustends. BuRO van de NVWA deed een onderzoek waaruit bleek dat overal in Nederland PFAS-verbindingen in de eieren van hobbykippen worden gevonden. "De resultaten daarvan werden naar buiten gebracht", vertelt Berends, "naar aanleiding van een overleg in december. Daarin besloten experts dat ze de informatie niet voor zichzelf wilden houden maar moesten delen met het publiek. Er is toen niet gezegd dat we zouden moeten waarschuwen tegen het eten van eieren van hobbykippen, wel dat we moesten zeggen wat we gevonden hadden. Het is heel moeilijk om een afweging te maken en goed te communiceren. Je wilt geen paniek veroorzaken, maar je wilt deze informatie ook alvast delen."
Ron Hoogenboom van Wageningen Food Safety Research, het vroegere Rikilt, vertelt ons dat er op dit moment nog geen waardes van PFAS in het gras zijn gemeten en we geen goede getallen hebben om voldoende betrouwbare modellen te kunnen makenOnderzoek door RIVM meet gras niet
Er is door de overheid een groot en omvattend onderzoeksprogramma bij het RIVM besteld om uit te zoeken wat er aan de hand is. Het doel is om goed in beeld te krijgen hoe we de blootstelling van de Nederlandse bevolking aan PFAS kunnen verminderen. Berends: "We weten dat PFAS slecht is voor onze gezondheid. Daarom onderzoeken we hoeveel PFAS er in het milieu zit en hoeveel PFAS mensen binnenkrijgen. Op die vragen gaat ons nieuwe onderzoek hopelijk antwoorden geven." Op onze vraag of het onderzoek zich uitstrekt tot al het voedsel dat vanuit (graan, aardappelen, bieten, groenten en fruit) of op (melk en scharreldieren) de volle grond wordt geproduceerd, moet Berends het antwoord aanvankelijk schuldig blijven. Omdat PFAS zich aan eiwit bindt, vragen we hem vooral te willen nagaan of gras en melk in het onderzoek zijn meegenomen. Gras is namelijk de grootste teelt van Nederland en wordt door koeien omgezet in het eiwitrijke product waar zuivelfabrieken behalve weidegangmelk, boter, yoghurt en kaas van maken. Berends wist het aanvankelijk niet maar zocht het voor ons uit. Hij meldt ons na een week dat het RIVM werkt met modellen "waarbij PFAS in de bodem wordt vertaald naar gras via modellen die er al zijn. In Nederland kennen we geen voorbeelden van te veel PFAS in gras en vee. Het kan wel lokaal voorkomen: er is een voorbeeld bekend in Denemarken op een plek aan zee. Waar druppeltjes vanuit zee hebben gezorgd voor te hoge waarden." Op de expliciete vraag of het RIVM aan feitelijke metingen gaat doen, antwoordt Berends dat het RIVM in ieder geval geen feitelijke metingen aan gras gaat doen. Hij verwijst naar het RIVM-rapport van juli vorig jaar naar PFAS in voedsel en drinkwater. Daaruit blijkt, zegt Berends dat "in melk geen hoge waarden zijn gevonden". Ron Hoogenboom van Wageningen Food Safety Research, het vroegere Rikilt, vertelt ons dat er op dit moment nog geen waardes van PFAS in het gras zijn gemeten en we geen goede getallen hebben om voldoende betrouwbare modellen te kunnen maken.
PFAS worden niet afgebroken dus alles wat we produceren zal bijdragen aan steeds verder oplopende blootstellingenIvonne Rietjens: onderzoek nodig, maar blootstelling te hoog door verlaagde grenswaarden
"PFAS is een probleem", zegt Ivonne Rietjes, hoogleraar Toxicologie aan de Wageningen Universiteit. "Als rond de fabriek van Chemours andere PFAS-verbindingen in de eieren gevonden zijn dan de fabriek uitstoot, dan betekent dat dat ze in het hele systeem zitten. De opinie van de Europese Voedselveiligheidsautoriteit (EFSA), die in 2020 werd uitgebracht, rapporteert dat onze huidige blootstelling in veel gevallen al hoger is dan de hoeveelheid die geen zorgen oproept. Er is dus onderzoek nodig, omdat we niet weten waar het allemaal in zit. In de laatste opinie van EFSA zijn de grenswaardes van PFAS verlaagd; mede daarom zijn de blootstellingen te hoog en hoor je er nu ook steeds meer over. Wat ik goed vind, is dat er nu een voorstel is ingediend bij de EU om het gebruik van PFAS te stoppen. PFAS worden niet afgebroken dus alles wat we produceren zal bijdragen aan steeds verder oplopende blootstellingen."
Martin van den Berg: we weten te weinig, eerst duidelijke getallen nodig
Martin van den Berg, de bekende emeritus hoogleraar toxicologie van de Universiteit van Utrecht is rustiger en realistischer van toon. “Ik wil eerst duidelijke getallen zien, voordat ik wetenschappelijk verantwoorde conclusies kan trekken. Er zijn bij mijn weten nog altijd geen grote monitoringstudies gedaan. Bovendien begrijp ik niet waarom de PFAS-waarden in de eieren zo sterk verschillen per provincie. Ik heb daar niets over kunnen vinden, maar vind dat we daar echt meer over moeten weten om er iets over te kunnen zeggen. Het enige wat ik zeker weet is dat de PFAS via de lucht getransporteerd wordt en - zoals je al hoorde - ook uit zee kan komen. Het wordt alleen ook aan de andere kant van het land gevonden. Een bries van zee is dus geen afdoende verklaring.”
Goed onderzoek nodig, voorlopig geen paniek maar wel oppassen met kinderen
Net als Hoogenboom vertelt, zijn er volgens Van den Berg nog geen getallen waaruit duidelijke conclusies of ernstige ongerustheid naar voren komt. Hij wil goed onderzoek. Van den Berg “Ik zeg niet dat PFAS meteen een probleem is. Wel dat het heel eenzijdig zou zijn om nu alleen naar eieren te kijken. We hoeven van het eten van Nederlands voedsel niet meteen de gezondheidseffecten te verwachten zoals de werknemers van Chemours die hadden, zoals effecten op de lever, cholesterol en kanker. De PFAS-concentraties die de werknemers binnenkregen waren veel hoger dan dat wij via normale blootstelling binnenkrijgen, maar de huidige concentraties in het milieu kunnen vooral bij kinderen wel het immuunsysteem aantasten en hen mogelijk gevoeliger maken voor kinderziektes.”
Ik mag toch echt hopen dat het RIVM goed naar melk en gras gaat kijken, want koeien zullen zeker door het gras een verhoogde concentratie opbouwenZuivel is een risico, maar minder dan moedermelk
Voor plantaardig voedsel ziet Van den Berg de minste risico's. "PFAS bestaat voor de helft uit water, een deel van de PFAS op de plant kan dus wegspoelen met neerslag. Voor de PFAS ín de plant geldt dat natuurlijk niet." Over gras en melk is Van den Berg scherp: "Ik mag toch echt hopen dat het RIVM goed naar melk en gras gaat kijken, want koeien zullen zeker door het gras een verhoogde concentratie opbouwen. Melk is een belangrijke uitscheidingsroute. PFAS bindt zich ook aan albumines, eiwitten die in het bloed circuleren, en worden overgedragen via moedermelk, dus dat zal ook wel zo zijn bij gewone melk. Wel moet je er rekening mee houden dat een koe veel meer melk geeft dan een mens. De melkproductie van een koe is een volcontinu proces. Daarom krijgt PFAS minder kans om zich op te hopen in de koe, zodat de concentratie PFAS in koemelk altijd lager is dan in moedermelk.”
Mensen willen weten waar ze aan toe zijn
Het bedrijf Normec analyseert levensmiddelen. Na het nieuws over PFAS in eieren heeft het bedrijf het druk. Business manager Maren Schoormans van Normec vertelt: "De maatschappelijke discussie zwelt snel aan. Mensen willen weten waar ze aan toe zijn. Ze zijn bereid €270 en zelfs meer uit te geven om te weten te komen hoe het zit met hun eieren en moestuingroenten. De resultaten zijn all over the place, schone eieren op de ene plek en een paar kilometer verderop meten we forse overschrijding van de norm. Die kan in enkele gevallen oplopen tot wel 20 keer de norm."
Twee duidelijke conclusies dringen zich op. Consumenten zijn ongerust en de officiële onderzoeken doen niet genoeg om de oorzaak en omvang van de PFAS-vervuiling in Nederlands voedsel te lokaliseren door echte metingen die harde getallen opleveren waarmee voldoende betrouwbare modellen kunnen worden gemaakt.
PFAS zit echt overal in. Vooral vis is een probleem. Zoals echter de zaak van de hobby-eieren laat zien, geldt in beginsel het gehele milieu van Nederland als een risicogebied. Het mag dan ook als merkwaardig gelden dat BuRO het Voedingscentrum heeft gevraagd te waarschuwen-zonder-te-waarschuwen tegen alleen eieren van hobbykippen. In feite is ieder product van de volle grond verdacht. Dat geldt nog sterker voor eiwitrijk voedsel, zoals scharreldieren en zuivel. Het Voedingscentrum waarschuwde daarom de facto tegen alle voedsel van Nederlandse bodem. Gek genoeg waarschuwen de Nederlandse autoriteiten niet tegen zeeschuim aan het strand, terwijl dat wel degelijk een bekende bron van geconcentreerde PFAS-vervuilling is.
Dat PFAS overal in het milieu te vinden is, weten we. We weten niet in welke mate en hoe schadelijk het is bij welk gebruik van welke levensmiddelen. Daar zal feitelijk onderzoek naar gedaan moeten worden. De overheid geeft de volgende handvatten: eet gevarieerd en let op of er PFAS in de gebruiksartikelen zit die u koopt. Dat is een bevreemdend advies want het afwisselen van het ene potentieel met PFAS besmette product met het andere doet cynisch aan. De samenleving is er aan gewend geraakt dat schadelijke stoffen worden verwijderd. Met PFAS kan alleen de nieuwe aanwas worden beperkt.
De vraag is dus hoe we ons tot het overal potentieel aanwezige risico moeten leren verhouden. Publieke instanties zoals het Voedingscentrum, het RIVM en de NVWA zullen zich moeten afvragen hoe zij verantwoord kunnen communiceren zonder het publiek de stuipen op het lijf te jagen, maar toch reëel te zijn.
Foodlog besloot in de communicatie over de hobby-eieren te duiken omdat een weldenkende consument zich onvermijdelijk afvraagt wat dan nog wel te eten is. De antwoorden op die vraag zijn nog mager. De modelbouw in plaats van feitelijk meetwerk - vermoedelijk uit kostenoverwegingen - die het RIVM gaat doen om inzicht te krijgen in de mate van vervuiling en de effecten daarvan, lijkt daar niet veel verandering in te brengen. Niet ondenkbaar is dat private bedrijven als Normec het druk gaan krijgen.
Op 5 mei krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
REACH is in 2007 ingevoerd om bestaande wet en regelgeving te vervangen, maar het probleem is de implementatie van bestaande stoffen (>100.000). De deadline om de bestaande stoffen in te voeren is meermaals verschoven (laatst 2018), de basisinfo lukt wel, maar toxiciteitsdata is lastiger en vereist vaak langdurig proefdieronderzoek.
Daarbij komt dat PFAS/PFOA achtigen vaak polymeren zijn die in iedere afzonderlijke mogelijke variant onderzocht moeten worden (~400.000 stuks), wat nagenoeg onmogelijk is
Het duurt simpelweg lang en fabrikanten "kiezen" dan ook wat wel en niet eerst gaat vanwege capaciteit.
Meten helpt, maar ook handiger onderzoek door eerst te groeperen en dan daaruit enkelen nemen om indruk te krijgen, waarna generiek beleid kan volgen voor die groep tot meer data beschikbaar is.
Ook de aanpassingen in (gevaren)klassen helpt niet mee, omdat er steeds extra dossierinfo toegevoegd moet worden (uitgebreid incl onderzoek) op reeds complete dossiers.
Aanwezigheid van stoffen aantonen (meten) zegt verder niet zoveel over de schadelijkheid (gevaar vs risico vs nut afweging).
Vandaag een stuk van Ronald Veldhuizen in de Volkskrant met dezelfde portée: ga echt meten in plaats van schatten met modellen.
Dat adviseerde eerder deze week ook de Gezondheidsraad:
Meet structureel de blootstelling aan chemische stoffen in de mens
De blootstelling van mensen aan chemische stoffen wordt in Nederland niet gemeten, maar geschat. Hierdoor heeft de overheid onvoldoende zicht op deze blootstelling en ontbreken gegevens die nodig zijn om beleid te controleren en verbeteren. De Gezondheidsraad adviseert daarom een structureel meetprogramma met biomonitoring in te richten.
De overheid dient mens en milieu zo veel mogelijk te beschermen tegen blootstelling aan schadelijke chemische stoffen. Via wet- en regelgeving reguleert zij productie, import en gebruik van deze stoffen. Om de blootstelling te schatten voert ze metingen uit in bijvoorbeeld de lucht, (drink)water en consumentenproducten. Of en in welke mate chemische stoffen in het lichaam terechtkomen kan alleen worden vastgesteld door biomonitoring. Dit is een methode waarbij stoffen worden gemeten in lichaamsmateriaal als bloed of urine. Biomonitoring vindt in Nederland echter alleen incidenteel plaats, meestal in reactie op maatschappelijke onrust. Daardoor ontbreken belangrijke gegevens over blootstelling die nodig zijn voor het controleren en optimaliseren van beleid. De Gezondheidsraad adviseert daarom te investeren in een structureel meetprogramma met biomonitoring. Hiermee kan de overheid burgers beter beschermen tegen schadelijke blootstelling.
Dit lijkt toch in enige contrast te staan met de opdracht die het RIVM nu heeft gekregen (zie de tekst van het hoofdartikel hierboven).
Bravo wat mij betreft voor Martin van den Berg die steeds opnieuw (ook weer in de Volkskrant) duidelijk zegt 'geen paniek, houd je hoofd koel maar ga nou eens goed meten!'
Als de overheid niet tot meer meten overgaat, is haar vast wel iets te verwijten in een procedure straks.
Peter van Bodegom en Rob Dortland, hoeveel kans geven jullie die case?
Elf belangenorganisaties spannen nu een rechtszaak aan tegen de Nederlandse Staat over de gevolgen van PFAS-verontreiniging, aldus Nu.nl.
Volgens de organisaties neemt de Nederlandse Staat te weinig maatregelen om de schade door PFAS te beperken en te voorkomen.
De belangenorganisaties zijn de Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland en Noord-Holland, de Friese en Zeeuwse Milieufederatie, Stichting Gezond Water, SchipholWatch, de Vereniging Omwonenden Luchthaven Eelde, de Vakbond voor Burger en Militair defensiepersoneel, Stichting Ouderennetwerk West-Friesland en misschien wel de opvallendste De Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers en de Belangenvereniging Brandweer. Juist in het schuim van bijvoorbeeld brandblussers zit PFAS.
Ik heb het onderzoeksrapport gelezen. Een aantal zaken vielen mij op.
Als je de ruwe data bekijkt is er een grote verscheidenheid aan gemeten waardes bij de hobbykippenhouders. Het gaat vooral om PFOS. In 14 van de 73 eieren werd geen PFOS gemeten. In de overige eieren een waarde tussen 1 tot wel 24 ng/ per gram eidooier gemeten. In de eieren die veel PFOS bevatten, werden vaak ook andere PFAS-stoffen gevonden.
Er is gekozen om de norm te toetsen aan de hand van een vrij hoge ei-consumptie; 5,8 eieren per week voor kinderen van 1 t/m 3 jaar, en 10 eieren voor volwassenen.
Zoals in dit artikel al werd benoemd. Werd in 2016 de toen geldende norm niet overschreden. Maar na aanscherping van deze norm, nu wel.
Er worden in het rapport ook een aantal andere onderzoeken aangehaald:
- Zo bleek uit onderzoek dat eieren meer PFAS bevatten als er kippenvoer met visbestandsdelen werd gegeven. In het rapport wordt ook benoemd dat diervoeding gewoon PFAS mag bevatten. Er zijn daarvoor normen opgesteld aan de hand van het effect op het PFAS gehalte in het dierlijke eindproduct (het ei). Daarin komt naar voren dat bij kortdurende blootstelling aan vismeel de norm niet wordt overschreden. En hoe zit dat bij langdurige blootstelling? En moet er geen rekenschap gehouden worden met een cumulatief effect van verschillende bronnen?
- In een ander onderzoek kwam naar voren dat als er veel etensresten met sauzen aan de kippen werden gegeven er ook meer PFAS wordt aangetroffen in de eieren.
- Ook kwam in dit onderzoek naar voren dat kippen die grasmaaisel krijgen of als er meer groen in de ren is hogere PFAS waarde geeft in de eieren.
In het rapport werd gesteld dat hieruit geen conclusies konden worden getrokken met betrekking tot de oorzaak. Je kunt er wel een aantal risicofactoren uit opmaken:
- Bevat het kippenvoer vismeel?
- Voorzichtig met het geven van bereide etensresten; sausen, kant-en-klare producten uit pfasbevattende verpakkingen of producten bereidt in een antiaanbakpan of op bakpapier.
- Daarnaast lijkt scharrelen van gras/groen een risico te zijn; het lijkt me dan goed te bedenken in hoeverre de scharrelruimte gecontamineerd kan zijn met PFAS; doormiddel van bluswater, verfresten, impregneermiddelen, smeermiddelen of lokale industrie.
- Idem dito met betrekking tot slootwater. Kraanwater kan ook PFAS bevatten (vooral gewonnen uit oppervlaktewater), maar zal beter onder controle staan.
In het onderzoek wordt ook nog benoemd dat legefficiëntie van invloed kan zijn op een verschil in gevonden PFAS-waarden. Kippenboeren streven naar een zo hoog mogelijke efficiëntie. Van zo weinig mogelijk voer naar zo veel mogelijk ei. Er is dan mogelijk sprake van een grotere verdunning van PFAS in het eigeel. Persoonlijk ben ik van mening dat de smaak deze verdunning wel beaamd. Onderzoek naar een verschil in nutriënten tussen eieren van hobbyhouders en kippenboeren zou ook heel interessant zijn.