Tot grote opluchting van de Zeeuwse schelpdiersector ligt het PFAS-gehalte in mosselen en oesters uit de Oosterschelde ver onder de - in juni vastgestelde - Europese grenswaarde. Dat bevestigen metingen door de NVWA. Vorig jaar deed het RIVM, op verzoek van de provincie Zeeland, onderzoek naar het PFAS-gehalte in vis en schelpdieren in de Westerschelde. Dat viel vies tegen. Daarom ondernam de schelpdierensector in de Oosterschelde ook actie en zette een eigen onderzoek op. De uitkomsten daarvan vielen alleszins mee. Maar voordat ze daarmee naar buiten konden komen, moest er nog veel water naar de zee stromen.
In een kilo mosselen uit de Oosterschelde zit tussen de 0,14 en 0,4 microgram PFAS. Dat blijft ruim onder de 5 microgram PFAS per kilo schelpdiervlees, de grenswaarde die onlangs door de Europese Commissie is vastgesteld.

Vorig jaar deed het RIVM onderzoek naar PFAS in vis en schelpdieren in de Westerschelde, nadat een grote vervuiling met PFAS aan het licht kwam bij de het Belgische Zwijndrecht. Daar had de Amerikaanse 3M-fabriek jarenlang PFAS uitgestoten en deze 'forever chemicals' waren in de natuur, het milieu én de mens terecht gekomen. Met desastreuze gevolgen voor de kwaliteit en voedselveiligheid van dieren uit de Westerschelde.

Alle reden voor de Zeeuwse Stichting Kwaliteit Schelpdieren om ook in actie te komen. De Stichting wilde weten of de PFAS via de twee kanalen door Zuid-Beveland en Reimerswaal ook in de Oosterschelde terechtkomen en zette zelf een onderzoek op. "We hebben op 22 plekken monsters laten nemen", zegt Addy Risseeuw. "Van zowel oesters als mossels, en van de Noordzee tot het Veerse Meer."

De resultaten van dit eigen onderzoek werden voorgelegd aan de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA). De PFAS-gehalten waren zodanig laag dat eten van schelpdieren uit de Oosterschelde veilig leek. Toch hield de Stichting nog even de kaarten tegen de borst. "We voelden dat het niet juist was om daar breeduit over te communiceren, omdat het ons eigen onderzoek was," aldus Risseeuw.

Maar inmiddels was ook de NVWA aan het meten. Begin juli werden de eerste onderzoeksresultaten - zeer lage PFAS-gehalten - openbaar gemaakt. Toen was er nog één horde: de Europese Commissie had nog geen officiële maximale waarde vastgesteld voor PFAS in schelpdieren. "Dus er kon officieel niets over de veiligheid worden gezegd."

Die kogel is nu ook door de kerk: de Europese Commissie heeft (unaniem) overeenstemming bereikt over de maximale waarde van PFAS in schelpdieren. De optelsom van de 4 meest gangbare soorten PFAS - PFOS, PFOA, PFNA en PFHxS - mag niet boven de 5 microgram per kilo schelpdiervlees uitkomen. Daar komen de Oosterscheldemosselen dus bij lange niet aan. "We zijn bijzonder tevreden met deze gang van zaken. We kunnen nu optimistisch het huidige seizoen voortzetten," zegt een opgeluchte Addy Risseeuw.