Samen met het collectief Forbidden Stories, een netwerk van journalisten dat het werk voortzet van collega’s die bedreigd worden, gevangen zijn gezet of werden vermoord, doken Karlijn Kuijpers en Jeroen Wester van de NRC in 'fout' Braziliaans rundvlees. Ze volgden het spoor terug van Braziliaans vlees dat bij de groothandels Makro, Sligro en Hanos te koop is, naar 22 slachterijen in de Amazone die exporteren naar Europa, het Verenigd Koninkrijk en China.

In de gebieden waar deze slachterijen hun runderen inkopen, is in de afgelopen zes jaar een bosgebied zo groot als de helft van Nederland verdwenen. "Veeteelt is de belangrijkste aanjager van ontbossing in de Amazone: tachtig procent van al het ontboste land is nu in gebruik voor de veeteelt," schrijft de NRC. Via een systeem van tussenhandelaren zou vlees uit illegaal ontbost gebied worden 'witgewassen' om het te kunnen exporteren.

Niet het vee, maar het voer
Door uit te gaan van die gedachte slaat de NRC de plank flink mis, zegt Jack van Messel, inmiddels gepensioneerd slachter, vleeshandelaar en dierenwelzijnsman. De drijvende factor achter de ontbossing is niet de Braziliaanse veeteelt, maar de onstilbare honger naar sojaschroot (veevoer) vanuit de Europese veehouderij.

Dat zit zo. Het is een feit dat onder president Bolsonaro de ontbossing sneller is gegaan dan onder zijn voorgangers. Maar de eerste gegadigden voor ontbossing is het gewoon om het hout te doen. Nadat de houtvesters hun werk gedaan hebben, komen in de periferie van de Amazone inderdaad rundveehouders. Alleen, die hebben er helemaal geen voordeel van om die nutriëntenarme bosgronden op te zoeken. Sterker nog, ze moeten de flinterdunne toplaag voorzien van ruwe fosfaat en kalk om de eiwitwaarde van het gras op peil te brengen zodat hun dieren er nog wat aan hebben.

Van oudsher zitten de Braziliaanse veehouders op de pampas, de grasrijke savannes van de Cerrado. Daar kunnen de kuddes hun buik volgrazen, totdat de veehouder ze bij het bereiken van een bepaalde leeftijd verhuist naar een feedlot, waar ze in een aantal maanden vetgemest worden om vervolgens geslacht te worden.

Hoe komen de veehouders dan toch in de ontboste gebieden terecht? Simpelweg doordat de akkerbouwers veel diepere zakken hebben. Zij kopen de veehouders in de savanne uit om in die grazige vlakte soja te gaan verbouwen
Uitkopen
Hoe komen de veehouders dan toch in de ontboste gebieden terecht? Simpelweg doordat de akkerbouwers veel diepere zakken hebben. Zij kopen de veehouders in de savanne uit om in die grazige vlakte soja te gaan verbouwen. Met de nodige kunstmest en Roundup-ready gewassen, zodat ze zelfs 2 oogsten per jaar van het land kunnen halen. Dat is dus twee keer verdienen en twee keer zoveel geld om veeboeren uit te kopen. "Dertig jaar geleden was de Cerrado, een gebied zo groot als Frankrijk, nog helemaal groene pampas," zegt Van Messel. "Nu is er nog 10% pampas over, de rest is sojaplantages."

'Gado gordo'
Terug naar het NRC-onderzoek. In detail beschrijven Kuijpers en Wester hoe "begin augustus vorig jaar acht trailers met elk zestig stieren van tussen de 1 en 2 jaar oud op transport gingen naar Fazenda do Sangue, een ándere boerderij van Da Cunha, zo’n 300 kilometer zuidelijker. Op die onomstreden boerderij, die geen last heeft van verbodsbepalingen van de toezichthouder, werden de beesten vetgemest. De dieren groeiden er door tot wat de Brazilianen gado gordo noemen, letterlijk ‘vet vee’.

Vijf maanden later, in de eerste week van dit jaar werden vetgemeste stieren van 2 tot 3 jaar oud van de ‘schone’ fazenda verplaatst. Nu pasten er geen zestig meer in een trailer, maar hooguit 47 of 48. Vijf trucks met in totaal 233 runderen kwamen aan bij slachthuis Tangará da Serra, nog eens vierhonderd kilometer verder zuidwaarts."

Van Messel moet erom schateren. "Gado gordo betekent 'vet vee', in het Portugees. Er is niet één professional die dat woord gebruikt," zegt hij, "want het kan ook paard of schaap zijn." Een afgemest rund heet in Brazilië 'boi gordo', vet rund.

Zonder registratie in de database, komt het vlees Europa niet in
Verder moet je weten dat de Zuid-Amerikaanse 'cow-calf'-rundveehouderij niet te vergelijken is (met name voor leken) met de Europese 'dairy bull calf'-rundveehouderij (DBC). In Brazilië worden de kalveren overwegend geboren in een Fazenda de Cria. De kalveren blijven bij de moederdieren tot ze zelfstandig kunnen grazen. Daarna blijven de kalveren in kuddeverband bij elkaar. Rond een leeftijd van ongeveer 1 jaar ‘verhuist’ de kudde naar een Fazenda de Recria waar ze op eiwitrijker gras en klaver in gewicht toenemen. Ongeveer 3 maanden voor de slacht, bij een leeftijd van 2-2,5 jaar kan de kudde (in het Portugees een ‘Lote’) afgemest worden (met sorghum, mais, katoenhullen, sojaschroot) in een feedlot (CAFO), dit duurt ongeveer 2-5 maanden.

100% traceerbaar
Dat zijn dus precies de bewegingen die de NRC beschrijft. "Een heel normaal proces," zegt Van Messel, "met 100% traceerbaarheid, want dat is nu eenmaal de eis van de Europese Unie om vlees te mogen exporteren." Braziliaanse runderen hebben geen oormerken, maar er is wel degelijk een registratiesysteem waar het EU Food and Veterinary Office, gevestigd in Dublin toegang toe heeft. Zonder registratie in de database, komt het vlees Europa niet in.

Gemiddeld eet iedere Europeaan ruim 60 kilo Zuid-Amerikaanse soja per jaar. Niet als soja, maar in de vorm van vlees, zuivel en eieren
'Ook Brazilië heeft stikstofprobleem: 'te weinig'
Het 'foute' vlees waar het hier om gaat, is niet het Braziliaanse vlees, onderstreept Van Messel. 'Fout' is het Europese vlees, dat gevoed wordt met soja (meel, schroot en oliekoeken) uit Brazilië. Gemiddeld eet iedere Europeaan ruim 60 kilo Zuid-Amerikaanse soja per jaar. Niet als soja, maar in de vorm van vlees, zuivel en eieren, die in Europa geproduceerd worden met soja-gebaseerd veevoer, toonde het Wereldnatuurfonds vorig jaar aan. Brazilië exporteerde in 2022 78,7 miljoen ton sojabonen. De EU (exclusief Groot-Brittannië) importeerde 26 miljoen ton, waarvan het grootste deel uit Brazilië kwam. "De Europese boer is verslaafd aan Zuid-Amerikaanse soja," zegt Van Messel onomwonden.

En ja, er ligt Braziliaans vlees in de schappen van de groothandels. Maar dat is geen wonder, want er is geen smakelijker rundvlees dan grasgevoerd Zuid-Amerikaanse vlees, aldus Van Messel. Europese runderen zijn lang zo lekker niet. En dus laat de EU mondjesmaat 'luxe' rundvlees toe. Juist de luxe delen, 10% van het Zuid-Amerikaanse rundvlees, komen naar Europa. Daar zijn de restaurateurs dol op. De 40% 'dikke delen' en de 50% 'industrievlees' (gehakt) die de rest van de Zuid-Amerikaanse runderen uitmaken, gaan naar China.

Met onze sojahonger verergeren we ook nog eens de stikstofproblematiek. In iedere kilo sojaschroot zit 50 gram stikstof. Stikstof die er in Europa bij de sojagevoerde veestapel weer uitkomt, in de mest, maar die in Brazilië in de vorm van kunstmest toegevoegd is. "Ook Brazilië heeft een stikstofprobleem," zegt Van Messel. "Te weinig!"
Dit artikel afdrukken