De Duitse discountsupermarktketen Penny experimenteert al een tijdje met producten tegen een prijs waarin hun impact op het milieu is ingecalculeerd. Het eerste experiment deed het winkelbedrijf in 2020 in de Berlijnse wijk Spandau.

Recent deed Penny 9 producten in de aanbieding voor een prijs die de 'ware kosten' van hun milieu-impact voelbaar moet maken. Ze zijn zonder uitzondering aanzienlijk duurder. Penny's campagne "Wahre Kosten" is bedoeld om te laten zien wat de producten zouden kosten als alle milieu- en klimaatgevolgen van de productie zouden worden meegerekend. Van de impact op de natuur tot de uitstoot van deeltjes en broeikasgassen zoals methaan en CO2 tot het gebruik van hulpbronnen, meststoffen en pesticiden.

Of die berekeningen en de variabelen waarop ze gebaseerd zijn werkelijk kloppen, is altijd weer de vraag
Politieke keuzen gemaakt door onderzoekers
Onderzoekers van het Instituut voor Technologie in Neurenberg en de Universiteit van Greifswald in Noord-Duitsland maakten de modellen waarmee Penny de milieu-kosten van de 9 aanbiedingsproducten liet berekenen. Die impact draagt bijvoorbeeld bij aan klimaatverandering en extreme weersomstandigheden, waarvan de schade door belastingen of verzekeringspremies gedragen wordt. Of die berekeningen en de variabelen waarop ze gebaseerd zijn werkelijk kloppen, is altijd weer de vraag. De gebruikte variabelen en rekenregels zijn immers afhankelijk van politieke keuzen, die in dit geval door de onderzoekers zijn gemaakt. Soms doen onderzoekers dat potsierlijk, zoals deze case van het berekenen van de schadelijke gezondheidseffecten van vleesconsumptie door Nederlandse onderzoekers van de WUR laat zien.

Schademodellen
De Duitse onderzoekers die Penny van rekenregels voorzien, berekenden de effecten die de productie van een schnitzel en melk hebben op klimaatverandering aan de hand van 18 variabelen. Vervolgens modelleerden ze hun effect op structureel extremer weer. De schade daarvan wordt door de samenleving betaald in de vorm van hogere belastingen of verzekeringspremies voor schade aan gebouwen of omvallende bomen op auto's en de noodzaak om dijken te versterken en verhogen. Een ander voorbeeld zijn de kosten van de behandeling van drinkwater, dat verontreinigd kan raken door meststoffen. Naast klimaat en water berekenden de Duitse onderzoekers ook de schade aan de bodem en gezondheid.

Greenpeace schat de kosten van milieuschade en klimaatschade door vlees- en melkproductie in Duitsland op circa €6 miljard per jaar. De kosten nemen vooral toe bij de productie van vlees en zuivel; de verborgen kosten voor plantaardige producten zijn vaak bijna marginaal, vindt duurzaamheidsonderzoeker Amelie Michalke van de Universiteit van Greifswald.

Biologische producten zouden een gemiddelde echte kostprijs hebben die €1,15 hoger is dan wat er op hun prijskaartjes staat. Voor gangbare producten zou de echte kostprijs €1,57 hoger uitvallen
Gigantische bedragen
De pro-biologische campagnes van handelsorganisatie Eosta suggereren dat biologische producten de 'echte prijs' hebben, een biologisch appel zou voor de natuur €0,20 cent goedkoper zijn dan een gangbare vermeerderd met de 'echte kosten'. Penny presenteert het voordeel van biologisch ten opzichte van gangbare teelt heel anders. Ook biologische producten dekken volgens de academische rekenmeesters achter de waardebepaling van het bedrijf niet de schade die zij veroorzaken. Bij lange na niet zelfs. Michalke en haar collega's berekenden dat biologische producten een gemiddelde echte kostprijs hebben die €1,15 hoger is dan wat er op hun prijskaartjes staat. Voor gangbare producten zou de echte kostprijs €1,57 hoger uitvallen.

Dat zijn gigantische bedragen als je je realiseert wat het optellen van deze bedragen bij de prijs van bijvoorbeeld een pak melk of een ons ham betekent. Je rekent bij de kassa straks meer dan 50% en zelfs riant meer dan 100% af aan de kassa. En voor alle duidelijkheid: wie die prijs betaalt, helpt klimaat, milieu of gezondheid nog geen stap vooruit maar betaalt slechts in geld de schade die onze consumptie veroorzaakt aan mens, dier en natuur. Al het herstelwerk moet dan nog gedaan worden, als al denkbaar is dat het kan. Grond is bijvoorbeeld de meest kritische factor om voedsel te kunnen produceren. Biologische teelt eist een extra percentage grondgebruik dat 20-30% hoger ligt dan de 20-30% extra opbrengsten die volgens schattingen elders zullen moeten worden geteeld. En dat moet allemaal kunnen terwijl door klimaatverandering landbouwgronden verloren gaan en we meer grond aan de natuur willen teruggeven.

Echte prijs-yoghurt Penny'Wahre Kosten', campagnebeeld Penny

Milieubewustzijn vergroten
Penny, eigendom van de detailhandelsgroep REWE (een concern waarvan de naamgever de 'Duitse Albert Heijn' is), zegt het milieubewustzijn rond de impact van voedselproductie te willen vergroten met de actie. Consumenten hebben de keuze en zijn niet gedwongen om de 9 producten te kopen. Doen ze dat toch dan zullen de extra inkomsten worden gebruikt om projecten voor klimaatbescherming en het behoud van boerenfamiliebedrijven in de Alpen te financieren.

Penny gaat er niet van uit dat veel mensen de duurdere producten zullen kopen. Het bedrijf verwacht eerder een daling in de verkoop die kan oplopen tot enkele miljoenen (Penny maakte in 2022 een omzet van €8,8 miljard). Veel mensen hebben al moeite genoeg om de huidige hoge prijzen voor boodschappen in hun budget te laten passen. Maar, zei Penny-topman Stefan Görgens in een persbericht, als we niets doen zullen de langetermijnkosten aanzienlijk hoger zijn. Dat is een "ongemakkelijke boodschap" die zijn klanten onder ogen moeten zien.

De actie is uiteindelijk een experiment van Penny, het Instituut voor Technologie in Neurenberg en de Universiteit van Greifswald om de gevoelens van consumenten te onderzoeken
Foodwatch en de Duitse Boerenbond vinden de actie 'pure PR' en 'greenwashing'. Foodwatch laakt de parallele prijspromoties van vlees en zuivel. Bernhard Krüsken, de secretaris-generaal van de Duitse Boerenbond, noemde de campagne een "greenwashing-project van een discountsupermarkt die verder weinig interesse heeft in eerlijke prijzen." Greenpeace en de Duitse afdeling van Milieudefensie staan achter Penny maar verwachten wel dat de actie uiteindelijk een vervolg krijgt in fundamentele maatregelen. Greenpeace vindt dat supermarktketens net zo verantwoordelijk zijn als de overheid. De overheid zou de btw op plantaardig voedsel moeten afschaffen en juist de btw op vlees- en zuivelproducten moeten verhogen om een verandering in consumptiegewoonten aan te moedigen. Afgelopen voorjaar wees de Duitse kanselier Olaf Scholz voorstellen om fruit, groenten en peulvruchten vrij te stellen van btw af omdat de federale regering de inkomsten op dit moment niet kan missen.

De klanten van Penny zijn niet enthousiast over duurdere boodschappen. Volgens een peiling bij de start van Penny's campagne, zei maar 16% van de ondervraagden van plan te zijn om de duurdere producten te gaan kopen. Onder het 55+-publiek zei slechts 8% dat te willen.

De actie is uiteindelijk een experiment van Penny, het Instituut voor Technologie in Neurenberg en de Universiteit van Greifswald om de gevoelens van consumenten te onderzoeken. Duidelijk is dat de hoge prijzen vooralsnog laten zien dat je nu nog kunt genieten van lage prijzen - ook al lijken die door de inflatie hoog. Je zou het op dit moment bijna gaan zien als een slimme campagne om het publiek meer 'goedkope' producten te laten kopen in tijden van hoge inflatie.

Meer voor minder, rekenpolitiek en de commerciële belangen van accountants
In Nederland zijn 'echte kosten' het meest bekend van het Nederlandse handelsbedrijf in biologisch fruit Eosta. In samenwerking met de accountants van Ernst & Young berekende Eosta dat de true cost van biologische appels 20 cent onder die van gangbare ligt. De campagne startte in 2019, nog voor die van Penny. In maart 2022 presenteerde Eosta het handbook True Cost Accounting in samenwerking met vooral Duitse partijen (omdat de Duitse markt een van de belangrijkste is voor het handelsbedrijf; het importeert voornamelijk producten uit overzeese gebieden en verkoopt die in het achterland van de havens van Rotterdam). In de Frankfurter Rundschau gaf Eosta's oprichter Volkert Engelsman in augustus 2022 nog eens uitgebreid te kennen dat ondanks de hoge inflatie consumenten de echte prijs van eten zullen moeten gaan betalen.

Van de Consumentenbond tot aan emeritus hoogleraar levensmiddelentechnologie Tiny van Boekel is inmiddels te horen dat consumenten meer zullen moeten gaan betalen voor minder. De voorbeelden van Penny laten zien tot welke winkelprijzen dat kan gaan leiden.

Het verschil in de benadering van Eosta en Penny laat naast verschillen in de communicatie over de juiste prijs, ook de wildgroei zien aan rekenmethoden. Accountants zetten in samenwerking met strategisch gekozen bedrijven hun eigen methoden op om daarin ketens duurzaam te administreren. Zo kunnen ze de gehele keten tot klant te maken. Het commerciële accounting belang wordt gefaciliteerd door de Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) van de Europese Commissie die begin 2023 van kracht is geworden. Bedrijven met een jaarlijkse omzet van meer dan €40 miljoen, een balanstotaal van meer dan €20 miljoen en meer dan 250 medewerkers zijn CSRD-plichtig. Vanaf 2024 moeten zulke bedrijven - én al hun toeleveranciers in de keten voor hen - hun milieu-impact opnemen in hun jaarverslag. Het is één van de maatregelen in het kader van het Europese Klimaatakkoord om de CO2-uitstoot voor 2030 met 55% te verlagen ten opzichte van 1990. De parlementen van de EU-lidstaten zijn nu verplicht om wetgeving te formuleren die minimaal voldoet aan de CSRD of strenger is.

Gezien de maatschappelijk opgekomen discussie over onvermijdelijk 'meer betalen voor minder product' en de juridisch vereiste formalisering daarvan door de CSRD, gaat met name in de EU een nieuw hoofdstuk open in de slag om het verdienen aan duurzaamheid door dienstverleners zoals accountants. Hun belangen staan haaks op die consumenten die graag niet te veel betalen voor boodschappen om iets over te houden voor kleding, wonen, uit eten, vakanties en andere leuke dingen die ze niet graag opgeven.

De accountants hebben een duidelijke strategie en zijn er tactisch helemaal klaar voor: via hun grootste klanten leggen ze standaards op aan totale ketens. Zoals de in de tekst hierboven geciteerde true cost case van de WUR en de TAPP-coalitie omtrent de gezondskosten van vleesconsumptie laat zien, worden bovendien politieke besluiten over de definities en doelen van het doorbereken van echte kosten door de private partijen genomen; dat gebeurt bovendien bepaald niet professioneel.

De politiek - onze Tweede Kamer - zou zich moeten realiseren dat zij daarmee buiten spel komt te staan. Op dit moment kan ze haar rol nog nemen omdat de CSRD nog in nationale wetgeving moet worden omgezet. Boerenvertegenwoordigers zoals LTO Nederland pleiten voor het creëren van een Europees level playing field om de te dure productie van hun leden in Nederland overeind te houden. Die willen zij liever niet in ketens regelen, maar via de overheid. Die lijkt vooralsnog niet door te hebben dat vooral de grote accounting organisaties hun publieke taken aan het overnemen zijn en daarmee zelfs ketens kunnen gaan regisseren. Dat laatste gaat weer in tegen de marktwerking die de spelers in de keten nastreven.
Dit artikel afdrukken