Geschrokken trokken de organisaties aan de bel. De pesticiden werden immers gevonden zijn op kilometers afstand van landbouwpercelen, middenin de natuurgebieden, waar nooit bestrijdingsmiddelen zijn gebruikt. Ze willen dat "voor heel Nederland" moet worden bepaald hoe groot de uitwaaierende giflast is.
Maar Natuurmonumenten en Meten=Weten wijst te snel en verkeerd, zegt duurzaamheidsmanager Eric Kiers van BASF op Akkerwijzer. De landbouw zou de hoofdschuldige zijn, maar ruim 60% van de stoffen op de lijst wordt niet in de landbouw gebruikt.
Kiers bekeek de lijst met gevonden middelen en constateert dat de producten met de hoogste geconstateerde waarden - Difenyl, Difenylamine, Fenylfenol-2 en Deet - gebruikt worden door consumenten en de industrie. Deet is een biocide tegen teken en muggen, Fenylfenol-2 wordt gebruikt als ontsmettingsmiddel in de industrie en difenyl werd ooit als conserveringsmiddel van voedingsmiddelen gebruikt.
De landbouw is niet de hoofdschuldige van de in de natuur aangetroffen middelen, zegt Kiers. "Dat zijn wij burgers. We laten allemaal onze sporen na in de natuur: we rijden auto, we gebruiken make-up, smeren ons in tegen muggen en voorzien onze honden van een vlooienband.” Kiers vindt de metingen van Buijs te precies. Normaal gesproken werd gemeten in milligrammen. Buijs meet een factor 1000 fijner in microgrammen (mcg's). Bovendien doet hij zijn metingen op droge stof en niet op de plant en mest inclusief het overwegende watergewicht.
Meten=Weten weerlegt op zijn beurt de kritiek van Kiers en zegt dat BASF een handige rekentruc uithaalt: "Slechts 5 van de 32 gevonden stoffen zijn niet te linken aan landbouwkundig gebruik, 27 stoffen (84%) wel." BASF zou zich op het aangetroffen volume aan middelen hebben gebaseerd, maar mag zo niet gekeken worden.
Doorgaans protesteert juist de agrochemische industrie tegen het denken in gewichten van gebruikte bestrijdingsmiddelen. De tegenstanders drukken de milieulast van pesticiden veelal wel in het aantal gebruikte kilo's uit.
Meten=Weten vond #pesticiden in het hart van drie natuurgebieden. De reactie hierop uit landbouwkringen is helaas voorspelbaar: twijfel zaaien en een handige rekentruc om de metingen te bagatelliseren. Lees hier onze reactie: https://t.co/5sgLH1iIWw
— Alok van Loon (@Alokloon) June 7, 2020
Op 6 december krijg je nieuwe kado-artikelen.
Als betalend lid lees je zoveel artikelen als je wilt, én je steunt Foodlog
Voor de volgers van dit draadje; deze kan wellicht vanaf volgende week weer actueel worden aangezien de samenstellers van het rapport een presentatie gaan over dit onderwerp geven tijdens de BioNext -Biokennisweek
Ook het RIVM geeft Jelmer Buijs & Mantingh nu een tik om de oren.
Ctgb en het RIVM maken in hun adviezen gehakt van het rapport. Zo schrijft Ctgb: ‘Er is geen correlatie aangetoond tussen gehalten van de gevonden chemische stoffen in de bemonsterde gebieden en de afstand tot percelen waarop gewasbeschermingsmiddelen worden toegepast.’ En het RIVM: ‘De gegevens wijzen voor de meeste stoffen en locaties op diffuse belasting via de lucht. Dat kan in alle gevallen van zowel nabij gelegen bronnen afkomstig zijn, als bronnen van tientallen of honderden kilometers ver.’
#44 heer Veerman, op de site van Stichtingagrifacts.nl staat de bevestiging, ook dat NM een dikke vinger in de pap heeft wat wel en wat niet in het rapport gewenst is......
Belangrijkste stukje uit de mailwisseling;
7 jun. 2020 om 18:08 schreef hoofdonderzoeker NM aan STAF We wachten geduldig de wensen van NM af.
zie voor de rest van de correspondentie op de site van STAF
Van je vrienden moet je het maar hebben (RFC)
Maar nogmaals verzoek aan Jelmer Buijs , is het mogelijk om de herkomst (bron) exact te bepalen, dus uit een auto, trekker of vliegtuig (kerosine)
Natuurmonumenten distantieert zich van polariserende uitspraken Meten=Weten
René, zoals je hieronder kunt zien: neen. Ook niet naar mij persoonlijk.